Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nachtelijke overval.

XXXVIII.

Nadat bisschop Sixtus een vuiig smeekgebed tot de troon der genade had opgezonden en de gemeente een lofzang gezongen had, nam hij een perkamenten rol, waaruit hij op ernstige toon de afscheidsredenen van de Heere Jezus voorlas.

Vervolgens sprak hij de gemeente toe, waarbij hij haar er op wees, dat men zijn naam en roem, zijn positie en de gunst des keizers gewiUig ten offer moet brengen om in plaats daarvan smaad en vervolging en zelfs een gewelddadige dood te sterven. Het geloof zal echter, aldus zeide de bisschop, over dood en wereld triumferen en evenals bij alle vervolgingen, die in vroegere en latere tijd tervialle van de waarheid Gods over het volk des Heeren kwamen, zo zal het ook hier zijn: hoe meer de vijanden dit volk verdrukten, hoe meer het vermeerderde en hoe meer het bloed der martelaren het zaad der kerk bleek te zijn. Sixtus eindigde zijn toespraak met de woorden: Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen. Hij zal tot de Heere zeggen: Mijn toevlucht en mijn Borg, mijn God, op Welke ik betrouw. Hij zal Zijn engelen bevelen, dat zij u bewaren in al uw wegen. Op de felle leeuw en de adder zult gij treden, gij zult de jonge leeuw en de draak vertreden.

Na deze toespraak werd het Heilig Avondmaal gehouden; voor menigeen der aanwezigen de laatste maal in dit ondermaanse, om spoedig voor eeuvwg te mogen aanzitten aan de bruiloftsdis hierboven. Nog eenmaal werd na de bediening van de tafel des Heeren een lofzang aangeheven en besloot de bisschop het samenzijn met een innig gebed.

Nauwelijks was dit gebed echter ten einde of de plechtige stilte werd door luide voetstappen verbroken. Ook kon men, duidelijk het gekletter van wapenen horen, Sodat het onmiddellijk tot de leden der gemeente doordrong, dat er gewapende lieden in aantocht waren. Dat deze gedachte juist was, bleek weldra, toen er iemand de ruimte, waar zij vergaderd waren, schier buiten adem kwam binnenstormen met de waarschuwende uitroep: De vijanden komen! Een ogenblik ontstond er een toneel van dodelijke schrik en verwarring onder de aanwezigen, daar men zich hier veilig gewaand had. Zij zouden daar ook veilig geweest zijn, indien er geen verrader was geweest, die van hun vergaderplaats op de hoogte was en de soldaten van keizer Valerianus de weg gewezen had. Het was een afvallige, die om een som gelds verraden had degenen, met wie hij voorheen de vergaderingen in de catacomben placht te bezoeken.

De meeste christenen drongen elkaar naar de tegenovergestelde zijde om daar door de kronkelingen van onderaardse gewelven heen, de uitgang te bereiken, indien deze althans niet door soldaten bewaakt werd. Daarbij werden de brandende fakkels, die tot verlichting gediend hadden, in de verwarring omge­ stoten, zodat er een volslagen duisternis heerste, hetgeen het voor hen, die in het duister niet zo goed de weg door de gangen wisten, nog moeilijker maakte. Toch zag het grootste deel der gemeente kans om het gevaar te ontvluchten of zich in de zijgangen te verbergen. Inmiddels hadden de soldaten de ruimte, waar de godsdienstoefening had plaats gehad, bereikt. Met krijsende stem riep hun aanvoerder: Hier houden de ellendelingen hun verblijf. Laat er niet één ontvluchten en stoot neer, die zich verzet. Nog enkele christenen, die zich om hun bisschop hadden geschaard, waren aanwezig. Waar is de opziener? vroeg de aanvoerder.

Onbeschroomd trad Sixtus naar voren. Ik ben het, sprak hij op kalme toon. Een duivelse vreugde was op het gezicht van de aanvoerder te zien, daar hij een goede vangst gedaan had door de opziener der gemeente zelf in handen te krijgen. Hij liet de gevangene binden, alsof deze de grootste misdadiger was en liet daarna de ruimte doorzoeken, waarbij hem nog slechts enkele christenen in handen vielen. Hierna leidden zij de gevangenen naar de trappen van de uitgang, waar zich inmiddels hartverscheurende tonelen hadden afgespeeld. De vluchtende christenen toch hadden de uitgang wel bereikt, maar aangezien deze door soldaten streng bewaakt werd, en zij hun vlucht wilden voortzetten, was het op een bloedbad uitgelopen. Verscheidene verminkte licharrien lagen er op de grond, vertreden of gewond door de ruwe ve«? olgers. Zelfs hielden enkelen der slachtoffers elkander in de dood nog omklemd! Bij het licht der fakkels, welke de sol-daten meevoerden, konden Sixtus en zijn medegevangenen zien wat er gebeurd was. Dat zulks hun hart met grote droefheid vervulde, is te begrijpen. Zij kregen echter geen gelegenheid om bij de gedode christenen te verwijlen. Voort ging het met hen naar de gevangenis, waarin zij weldra opgesloten zaten.

Reeds spoedig zou hun berechting plaats vinden. Zij werden namelijk de volgende morgen al voor de stadsprefect geleid. Vrijmoedig en kalm trad Sixtus naar voren. De prefect sprak hem aldus aan: Wilt gij het gebod des keizers gehoorzamen en offeren? Ik ben een christen, antwoordde de opziener der gemeente te Rome en ik verloochen mijn geloof niet! Buig u voor onze macht, sprak de rechter.

Ik ben bereid voor mijn Heere en Heiland te sterven, hernam Sixtus op besliste toon. Gij zult als een afschrikwekkend voorbeeld voor de christenen, die de graven uwer martelaren bezoeken, op één dier plaatsen door het zwaard ter dood gebracht worden.

God zij geloofd, sprak de opziener blijmoedig. Ik wens het kruis mijn Heiland na té dragen. De christenen, die tegelijk met Sixtus gevangen genomen waren, mochten evenals deze standvastig blijven in het geloof der heiligen.

Zij werden hierop allen naar de strafplaats gevoerd, begeleid door soldaten en een grote vol'ksmenigte. (wordt vervolgd) wel onderscheid stellen tussen hetgeen plicht is en dat, wat verboden is. Met andere woorden: Laten wij onze plichten niet verzuimen, maar ook voorzichtig zijn om te oordelen als personen menen zonder bezwaar die uitkering te mogen aannemen. Slechts als er een uitdrukkelijk verbod is, dan moeten wij anderen afhouden, maar anders moeten wij die vrijlaten.

Uw Zeeuwse Briefschrijver

ONDERSCHRIFT.

Na het afschrijven van de bovengestelde brief is uw briefschrijver gebleken, dat de Regeling maatregelen nam, welke niet voor ieder, die uitkering uit de Noodwet Drees ontvangt, te aanvaarden zijn. Door een wijziging in het Ziekenfondsenbesluit is hij of zij, die een uitkering krachtens de Noodwet Drees ontvangt, verplicht verzekerd geworden volgens 't ziekenfondsenbesluit.

Dat is niet te aanvaarden. Daardoor worden diejpersonen verzekerd. Aangezien echter dat besluit steunt op de Ziektewet en daarin een mogelijkheid is gesteld voor vrijstelling wegens gemoedsbezwaren, zal de de uitkering ontvangende zich tot de Raad van Arbeid waaronder hij woont, kunnen wenden met het verzoek hem vrijstelling te verlenen. Die zal, als de betrokkene niet met enig goed is verzekerd, wel verleend worden. Althans, zo te zien, is daarop recht.

Mocht dat echter niet zo zijn; mocht de vrijstelling geweigerd worden, dan zal de uitkering geweigerd moeten worden. Dan is er geen keuze njeer; ook al is het onrecht. Dan zullen zij, die in moeilijkheden verkeren, zich moeten wenden tot hun diaconieën.

Uw Zeeuwse Briefschrijver

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 1951

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 1951

De Banier | 8 Pagina's