Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brood voor de hongerigen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brood voor de hongerigen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Die de hongerige brood geeft. Psalm 146 .- 7

'oen de Heere Jezus tijdens Zijn om- ^andeling tweemaal op zulk een wonerlijke wijze zovele duizenden voedde iet enkele broden en weinige visjes, lieven er de ene keer zeven korven over n de andere keer twaalf volle korven. /oor Gods volk blijft er altijd wat over. Üs het maar waar is, dan laat God Zijn —olk niet omkomen. Wonderlijk en verdiend zorgt de Heere voor Zijn gunstjhoten.

a zij hebben het in bange tijden zelfs rel ervaren: Eer zij roepen, zal Ik hoen en eer zij spreken, zal Ik antwoorden. Jods kinderen hebben een getrouwe God n Vader in de hemel, Die tegen alle erwachtingen in zorgt voor de Zijnen. Jle noden naar ziel en lichaam kent Hij, lar vervult Hij ook. God is niet alleen en God voor de eeuwigheid, maar ook en God voor de tijd. In dat dierbaar loed van die oudste Broeder is er een eg geopend, waardoor zij met vrijmoeigheid mogen toegaan tot de troon der enade.

lijn almacht is onbegrensd en Zijn liefde onder begin en zonder einde. )ie de hongerige brood geeft, itvvendig zorgt God, maar ook inwenig vervult God in Christus de nood der J|p|'. Uit kracht van Zijn verbond, dat van «uwigheid is, gegrond in het bloed van Ie Verbondsmiddelaar, en waarin alleen !e uitverkorenen zijn begrepen, roept Hij iijn volk toe (Psalm 81 : 12):

Al wat u ontbreekt. Schenk Ik, zo gij 't smeekt, Mild en overvloedig. n Adams val zijn wij God verloren en lebben wij Zijn beeld verwoest. Wij ujn ontbloot van alle gerechtigheid en even. Helaas, van nature hebben wij daar ; een bekommering over. Wij liggen dood n de zonden en in de misdaden. Maar nu is er naar het eeuwig voornemen Gods een volk op aarde, dat, gekocht door het bloed van Christus, door ie Heihge Geest wordt levend gemaakt. En die levendgemaakte ziel wordt m God verlegen. Het gemis van God wordt haar ontdekt. En zodra dat gemis ontdekt wordt, dan wordt dat gemis erger dan de dood. Uit dat gemis leren zij tot God roepen, Die het alleen met Zichzelf maar vervullen • kan.

Hij is de Algenoegzame en de VolzaHge in Zichzelf. Maar die vervulling schenkt God alleen in en door Zijn geliefde Zoon Jezus Christus. Onze ongerechtigheden roepen om het oordeel Gods, maar ook onze gerechtigheden worden bevonden als een wegwerpelijk kleed. Uit de werken der wet kan geen vlees voor God meer gerechtvaardigd worden. Wij kunnen voor God niet bestaan. Aan onze zijde, dan is het voor eeuwig kwijt. Maar nu bedeelt de Heere Zijn volk met een honger naar de volmaakte gerechtigheid van Christus. Het is des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou. Col. 1 : 19.

Christus heeft Zichzelf genoemd: Het Brood des levens, dat uit de hemel nedergedaald is en dat de wereld het leven geeft. Christus' lichaam wordt bij „brood" vergeleken.

Brood komt uit de aarde voort. Christus wordt in Jes. 4 : 2 genoemd: de Vrucht der aarde. Hij bracht Zijn menselijke natuur niet mede uit de hemel, maar heeft die aangenomen uit de maagd Maria door de werking des Heiligen Geestes. Christus sprak van Zichzelf in Joh. 12 : 24 als van het tarwegraan, dat in de aarde valt en sterft en daarna vrucht voortbrengt.

Brood moet worden gedorst, gemalen, gekneed en in de oven op het vuur gebakken worden. Zo is die dierbare Borg geperst geworden, gedrukt geworden, verbrijzeld geworden onder de volvoering van Gods gerechtigheid, en in het vuur van Gods toom en verbolgenheid is Hij geweest om de zonden van Zijn volk te verzoenen. Uit liefde en uit ijver tot de deugden Zijns Vaders en de verlossing van Zijn volk heeft Hij door Zijn lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid een eeuwige gerechtigheid verworven, waarin de Vader Zijn volkomen welbehagen had, maar ook waardoor de kerk verzoend, verlost en gezaligd wordt.

Brood stut de honger van degenen, die honger hebben. Een hongerige is alle bitter zoet, maar een verzadigde ziel vertreedt het honigzeem. Onder het verbroken werkverbond geven wij geld uit voor hetgeen geen brood is en onze arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan. Onze ziel is leeg en kan door geen duizend werelden verzadigd worden.

Alleen Christus en Zijn offerande is de ware zielespijs. Alles wat daarbuiten is, laat ons leeg en kan nooit voldoening geven. Christus heeft door Zijn offerande gerechtigheid en heiligheid verworven, die nodig waren om de verloren zondaar weder in Gods gemeenschap te herstellen. Gods ontdekte volk leert hongeren naar Christus en Zijn volmaakte gerechtigheid. Die honger verwekt God Zelf. Dat „Brood" wordt door de Heilige Geest ontdekt.

Degenen, die van het aardse manna gegeten hebben, zijn gestorven; maar de­ genen, die van dat ware Manna eten, leven tot in der eeuwigheid. Maar dat „Brood" moet ons gegeven worden.

Die de hongerige brood geeft. Die tafel moet in de woestijn toegericht worden voor het aangezicht van onze wederpartijders. Dat „Brood" moet ons toegediend worden. Eerst de toepassing des Heiligen Geestes en dan de aanneming door het geloof.

De kruimeltjes worden van de tafel niet genomen, maar zij vallen er af, en dan nemen de honden ze. O, dat eenzijdige werk Gods, dat staat altijd maar op de voorgrond. In onze dagen wil men het maar verdringen. Maar geliefden, het zal toch niet gaan. Omdat het een een­ zijdig werk is, daarom is er nog hoop voor een ellendig, arm, nooddruftig en verlegen mens, die niets meer kan en

Hoe zal toch een ziel Christus kennen, tenzij die Middelaar eerst ontdekt is. Maar ook hoe zal dat bezwaarde volk tot Jezus komen? Hoe zullen zij Hem aannemen? Het moet hun van de Vader gegeven worden om tot Christus te komen. Niemand komt tot Mij, zo sprak Christus, tenzij de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke. O, wat een zalige troost ligt er in de openbaring van Christus, maar niet minder wanneer die zachtmoedigen mogen eten en verzadigd worden.

Gr.R. Ds L.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1951

De Banier | 8 Pagina's

Brood voor de hongerigen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1951

De Banier | 8 Pagina's