Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de Jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de Jeugd

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOM KOOS

Beste neven en nichten] De volgende week zal bij leven en welzijn bekend gemaakt worden wie van het eerste tiental nieuwe neven en nichten een ballpoint krijgt. Intussen kunnen anderen, die met de raadselrubriek willen gaan meedoen, zich daarvoor opgeven bij Oom Koos, postbus 2019 te Utrecht. Zij, die dit doen, moeten aan de voorzijde van de enveloppe het woord NIEUW plaatsen. Thans gaan wij over tot de nieuwe raadsels.

OPGAVE 201

Jongeren: 1. In het boek Leviticus wordt ergens een aantal vogels genoemd. De namen dezer vogels moeten verkregen worden uit de hieronder volgende uitdrukkingen, door een deel van de ene uitdrukking te verbinden met de laatste lettergreep van een andere uitdrukking. Hier volgen ze: steenkoek; reidomp; koetje; schuifwer; roevuit; speruil; nachtger; duikeruil. Welke vogelnamen worden bedoeld?

2. De naam van een vogel, voorkomend in Gods Woord, bestaat uit acht letters. Welke vogel wordt bedoeld, als het volgende bekend is: 2, 3, 5, 7, 8, 6 is de naam van Samuels vader; 3, 4, 1 behoort tot het gezicht.

3. Noem de naam van: a. een bekend leider van het volk Israël; b. een goddeloos koning van Israël, wiens bloed door de honden gelekt werd; c. een stad der Filistijnen, welker poortdeuren door Simson weggedragen werden; d. Jozefs zuster; e. de grootvader van Enos; f. Rebekka's broeder; g. de plaats, waar koning Saul heenging orn een waarzegster te bezoeken; h. de profeet, die tot David zeide: Gij zijt die man; i. een koningszoon, die zich zonder goedkeuring van zijn vader tot koning wilde opwerpen. Welke naam vormen de eerste letters der bovenbedoelde namen?

Ouderen:

1. Welke naam uit het Oude Testament kunt ge verkrijgen door een andere rangschikking der letters van de uitdrukking NALOBIN?

2. Zoek uit elk der volgende zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekst geven uit het Nieuwe Testament: a. Wie mij veracht'. God wou mij niet verachten. b. De aarde is vol van de goedertierenheden des Heeren. c. De liefde vergaat nimmenneer, maar hetzij profetieën, zij zullen te niet gedaan worden. d. Wij hebben op de fluit gespeeld en gij hebt niet gedanst.

3. Een gedeelte van een tekst uit het Nieuwe Testament bestaat uit 26 letters. Welk tekstgedeelte wordt bedoeld als het volgende bekend is: 14, 15, 19 is de naam van een gelo­ vige, die zich verfoeide in stof as; en

20, 10, 4, 1 is de overgrootvader van koning Rehabeam; 3, 9, 5, 16 is een insect, dat pijnlijk steken kan; 2, 24, 18, 21, 26, 7 is een handeling bij het bereiden van brood; 22, 6, 23, 17 betekent: ver beneden de oppervlakte; 25, 12, 11 is een aanwijzend voornaamwoord; 13, 8 is een afkorting en betekent: van de dag van het schrijven af.

De oplossingen der raadsels van de opgaven 198 tot en met 201 kunnen ingezonden worden bij Oom Koos, postbus 2019 te Utrecht. Verzuim niet in de brief volledig naam en adres te veiTnelden. Nieuwe neven en nichten zijn welkom. Schrijf op de enveloppe: NIEUW.

We gaan nu over tot het vervolgen van het verhaal.

Op het gezegde van de predikant, dat hij ook in dienst van een koning was, vroeg de eerste luitenant spottendei-wijs: Welzo, u in dienst van een koning? Vertel ons eens wie dat is? Gaarne, hernam de predikant. Ik stel hoge prijs op die Koning en noem Hem o zo gaarne. De Koning, Die ik dienen mag. Die mij voedt en kleedt, aan Wie ik alles, wat ik ben, verschuldigd ben en Wiens eer mij boven alles dierbaar is, is die God, Wiens Naam u misbruikt. Wiens hoogheid u beledigt! De betrekking, waarin ik door Hem geplaatst ben, laat niet toe te zwijgen wanneer men woorden en uitdrukkingen bezigt, zoals u dit hebt gedaan en met heel mijn hart vermaan ik u ook weer, maar nu in Zijn Naam, noem nooit weer onnodig des Heei'en heilige Naam en onthoud u er tevens van te wensen wat u straks gewenst hebt, dat u overkomen mocht. En hebt u, mijnheer, zo vervolgde de predikant, met uw wapen gedreigd te treffen ieder, die de eer uws konings aanrandt, ook ik heb een wapen, dat zeer te vrezen is.

Wel zo? vroeg de luitenant. Mogen wij dat wapen zien? Ik zal aan uw begeerte voldoen, hernam de predikant, in de hoop, dat gij nimmer de scherpte van dat wapen ervaart, tenzij het u verwonde aan deze zijde van het graf met een wonde, die u dringt om als een schuldig zondaar om genade te roepen en met de dapperste koning Israels uit te roepen: O God! wees mij zondaar genadig! Het wapen, mijne heren, dat ik bedoel, is:

Gij zult de 'Naam des Heeren uws Gods niet ijdelijk gebruiken. De scherpte van dat zwaard is: De Heere zal niet onschuldig houden, die Zijn Naam ijdelijk gebruikt. Die laatste woorden sprak de predikant met ernst en nadruk, in de grootste bedaardheid uit. Een dodelijke stilte heerste in de kajuit.

De. kracht van Gods wet op het geweten was duidelijk merkbaar. De predikant, die het derde wetswoord staande had uitgsproken, hernam zijn plaats, ging ogenschijnlijk voort met lezen, maar bad in stilte, dat des Heeren Woord mocht zegepralen over de harten dergenen, die Hem niet kennen en hij mocht daarbij een vrede genieten, die

met geen woorden is uit te spreken. Ook werd de bede verhoord, want geen der beide officieren misbruikte gedurende het verdere gedeelte van de reis de Naam des Heeren meer. Geen enkel vloekwoord kwam over hun lippen. Toen echter het tweetal een weinig tijds gezwegen had, begon de oudste officier met zijn wapenbroeder een gesprek, waaruit bleek hoe verhard, hoe onverbeterlijk en weerspannig het hart des mensen is.

Niet meer durvende vloeken, begon hij te spotten en de gedachten aan dood en eeuwigheid bespottelijk te maken. Zie eens, riep hij luidkeels tot zijn wapenbroeder, zie eens, dat huis, die boom, dat bos, die heg. Och dat arme huis, die arme boom! Als dat huis wordt afgebroken en die boom, dat bos en die heg worden geveld, waar zullen die zielen Ijlijven? Och, och, wat een toekomst voor die allen!

De predikant deed, hoewel hem die spottaal hinderde, alsof hij het niet bemerkte en er geen acht op sloeg. Hij gevoelde diep medelijden met die ongelukkige man, maar hij zweeg, gedachtig aan het woord van Salomo: Bestraft de spotter niet, opdat hij u niet hate: Het stemde hem tot blijdschap, toen hij het tweetal bij de eerstvolgende aanlegplaats de boot zag verlaten. Hij meende nu verder rustig zijn reis te kunnen vervolgen, maar die rust duurde slechts kort.

Niet lang toch na het vertrek der officieren kwam er een Jood naar de predi­ ker toe. Hij had het hele gesprek van de predikant met de officieren beluisterd en nu zeide hij: U schijnt aan de Bijbel te geloven, mijnheer! Zeker, was het antwoord. Zo vast als u gelooft en vertrouwen stelt in hetgeen door Mozes en de profeten is geboekt, zo zeker geloof ik niet alleen in hetgeen wij het nieuwe Testament noemen, maar ook in dat deel, dat u aanvaardt. Ik houd heel de Bijbel voor het onfeilbaar Woord van God.

Uit hetgeen volgde, bleek echter wel zeer duidelijk, dat deze Jood geen orthodoxe Jood was en dus ook het Oude Testament niet als Gods Woord aanvaardde. In hem werd voor ieder zonneklaar bewaarheid, wat de apostel Paulus zegt, dat het niet alles Israël is, wat Israël genaamd wordt.

Hij verwierp zelfs de geschiedkundige waarheid der boeken van Mozes. Hij spotte met de doorgang door de Rode Zee en de Jordaan. Hij verachtte bet geloof aan het veertigdaags verkeer van Mozes met God op de berg Sinaï, heette de vuur- en wolkkolom gezichtsbedrog, spotte met de genezing door het zien op de koperen slang en noemde het een grove leugen, dat de schoenen niet zouden verslijten en de klederen niet zouden verouderen in veertig jaren.

Wat er verder gebeurde op de boot. zullen wij bij leven en welzijn de volgende week verhalen. De hartelijke groeten aan allemaal.

OOM KOOS

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1951

De Banier | 8 Pagina's

Voor de Jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1951

De Banier | 8 Pagina's