Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brief uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brief uit Zeeland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

CLVII.

De Staten van deze provincie hebben dan eindelijk ook de begroting voor 1951 behandeld en daarbij ook, wat wel te verwachten was, politieke beschouwingen gehouden. Eigenlijk zijn die politieke beschouwingen niet op zijn plaats in een college als de Staten ener provincie, want dat is een besturend en niet een vertegenwoordigend college. Dat wordt tegenwoordig niet meer in het oog gehouden en, als één der partijen begint, dan zijn de andere wel verplicht Ie volgen.

Het was ditmaal de Partij van de Arbeid, welke door haar woordvoerder begon en den volke kondt deed, dat zi» toch reeds zo grote ingang in de provincie had gevonden. Ook kwam zij zich te beroemen op de grote verdraagzaamheid, zodat er voor een ieder in. haar plaats is. Opvallend was ook de grote roem, die het coUege van Gedeputeerde Staten, dat onveranderd is terug gekomen, van die zijde ontving. Maar, zoals wel meer in dergelijke colleges, als de roem zo groot is, het prijzen zo'n omvang heeft, dan is de critiek meestal des. te sterker. Zo was het ook. Vele wensen. Dat moest beter, enz. Vanzelf kon een dergelijke rede niet onbeantwoord blijven en van onderscheidene partijen is dan ook een antwoord gegeven.

De woordvoerder van de C.H. begon op de afglijding naar meer links te wijzen, omdat ook de stemmen der communisten aan de Partij van de Arbeid waren gekomen.

De A.R. woordvoerder kwam wat meer in het principiële verschil en gaf wel aan, dat de Partij van de Arbeid niet handelt naar Gods Woord.

Ook van de zijde der S.G.P. is het antwoord niet achter gehouden, want, al is er ook verschil met de andere Protestantse partijen, het verschil met de Partij van de Arbeid is toch groter. Het is niet mogelijk om weer te geveij wat al is gesproken. Misschien dat de rede nog eens kan worden afgedrukt in De Banier, maar uw briefschrijver wil toch wel reeds wat melden. Het college van Gedeputeerde Staten had gemeld dat wij in de mist voeren. Welnu, daaraan knoopte de woordvoerder der S.G.P. zich vast en begon met te zeggen, dat de natuur- en weerkundigen de oorzaken van de mist opsporen.

En al zouden ze die niet opsporen, dan toch is er een oorzaak voor. Zo zal het ook nodig zijn, om de oorzaken op te sporen van het varen in de mist. Nu, dat is omdat wij Gods Woord niet tot richtsnoer nemen. Daarom zien wij niet vooruit en ook niet achteruit. Steunen doen wij op eigen kennen en kunnen en wij vragen jiiet naar Gods Woord en Wet.

De Partij van de Arbeid werd toegevoegd, dat het wel te betreuren was, dat ook de Zeeuwen reeds zo veel medegetrokken werden met die beginselen. Gewezen werd op de onverdraagzaamheid die uit beginselen van de Franse revolutie, waaruit ook de Partij van de Arbeid leeft, voortvloeiden.

Vanzelf kwam de woordvoerder van de Partij van de Arbeid daartegen in het geweer. Maar toen is het nog wat krasser tegen hem uitgedrukt. Want als hij zei, dat er voor ieder plaats was, gaf dat de woordvoerder der S.G.P. aanleiding om hem, tussen de rede door, toe te roepen: Dan mag u uw mensen wel beter inlichten.

Wat echter wel zeer sterk trof, was de openlijke mededeling, dat de arbeidersklasse niet zou dulden, dat de inspanning, welke van ons land geëist wordt voor de verdediging, zou gaan ten koste van de sociale zekerheid van die klasse. Dan moet het gehele volk het maar dragen. Wat weer prompt later beantwoord werd door één der S.G.Pers, dat de Partij van de Arbeid dan reeds bij voorbaat een deel van het volk kwam uit te sluiten.

Zo bleek ook nu weer, dat het bloed kiTjipt waar het niet kan gaan en dat de personen, welke in de Partij van de Arbeid uit vroegere revolutionnaire partijen zijn gekomen, niet zijn veranderd. I5e tijden van het gebroken geweertje zijn nog niet voorbij; althans nog niet

\ergeten. Het is wel goed, dat dergelijke dingen .eens worden gezegd. Want dan weten wij wat of wij er aan hebben. Zal ons volk er acht op slaan? Zal ons volk er door worden geleerd? Het ware te wensen. Maar het is te vrezen, dat velen niet meer juist zien, omdat de ogen verblind worden 'door het sehijnschone van wat geboden wordt. Het is anders toch ook onbegrijpelijk, dat belijdende leden van een kerk zich bij de Partij van de Arbeid aansluiten. Die partij ziet toch de overheid anders dan de belijdenis leert. Dus dan wordt het een dubbel leven. Kerkelijk wordt beleden, dat God de overheid kwam daar te stellen en politiek stelt men een andere insteller, namelijk de mens.

Utü Zeeuwse Briefschrijver.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 maart 1951

De Banier | 8 Pagina's

Brief uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 maart 1951

De Banier | 8 Pagina's