Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat heeft de zonde toch een stroom van onheil over de mensheid gebracht! Hoe meer zij heerst, hoe meer ook het onheil, ook de onzalige onrust, welke onze dagen zo kenmerkt. VVeBc een buitengewone onrust vertonen ons deze! Men kan in heel de wereldgeschiedenis schier geen tweede periode aanwijzen, waarin een zodanige onmst geheerst heeft als in de onze. Het is tegenwoordig onrust hier, onrust daar, onrust vrijwel overal. t m M z a t r m D d n d

Heel de Mohammedaanse wereld verkeert thans in grote opschudding. Grootse betogingen worden er in gehouden. Indrukwekkende optochten en samenkomsten hebben er in plaats. Moties van afkeuring worden er in aangenomen. En dit alles heeft plaats, omdat de Arabische wereld de Arabieren door Frankrijk in Marokko vreselijk verongelijkt beschouwt. H l V l D s v o d h D g

Wat is toch het geval? Sedert enige maanden heerst een grote onru.st en een zekere opwinding in Marokko, het Franse protectoraatgebied in de Noordwestelijke hoek van Afrika. Toen op 20 Februari jongstleden de Marokkaanse sultan bezweek voor de Fran- .se druk, leek het of de onrust zou verdwijnen in het Franse protectoraatgebied. Het tegendeel is echter gekomen, "et vuur van onru.st is in Marokko, en niet alleen daar, maar ver daarbuiten, hoger dan ooit opgelaaid. De Marokkaanse nationahsten eisten, dat het protectoraatsverdrag met Frankrijk zou worden opgeheven en door een verbond n g b e k ussen twee gelijkwaardige, zelfstandige ogendheden, in dit geval Frankrijk en arokko, zou worden vervangen. Het elfstandig geworden Marokko zou dan ls deelgenoot tot het Atlantische pact oetreden, zodat de Fransen en de Ameikanen gebruik zouden kunnen blijven aken van hun basis in Marokko. e Marokkaanse sultan, die het oor wel anig leende aan de Marokkaanse natioalisten, is echter op 20 Februari van it jaar voor de Franse druk gezwicht. ij heeft het ministerie, dat uit nationaisten bestond, handig weggemanoeu- VTeerd door ze tot zogenaamde aanzienijke ambten te promoveren. Daardoor is er een heel spektakel onttaan. Niet alleen heeft dat zwichten an de sultan in Marokko de onrust en opwinding vermeerderd, maar niet minder in Egypte en tal van andere Moammedaanse landen.

De Egyptische pers heeft duchtig op de grote trom geslagen en is heet van de naald van wal gestoken. Zij heeft daarbij haar lezers allerlei onware, geheel uit de grote duim gezogen berichten als zouden de Fransen in Marokko schrikkelijke bloedbaden aangericht hebben, opgedist en schorsing van de diplomatieke betrekkingen met Frankrijk geëist. De Franse consulaten in Egypte zijn onder zware bewapening gesteld en in de Egyptische hoofdstad Kairo moest de noodtoestand worden afgekondigd. De Arabische liga is in der haast bijeengeroepen. •

Het Syrische parlement heeft, evenals de Eg)'ptische Kamer, met algemene stemmen een motie aangenomen, waarin het Franse optreden in Marokko, onder de benaming van agressie, scherp werd afgekeurd. Tot in Pakistan en in Indonesië toe heerst er een zekere opwinding over de Marokkaanse kwestie, welke wel op een zeer ongelegen ogenblik is gekomen; juist nu er getracht wordt om de Arabische landen er voor te winnen om mede te werken met de Atlantische mogendheden aan de verdediging van het Nabije Oosten en het gebied van de Middellandse Zee.

De Amerikaanse regering moet op de hand van de Marokkaanse nationalisten zijn en in deze kwestie al dezelfde rol vervullen, welke zij op zo jammerlijke wijze in de Indische kwestie vervuld heeft, hetgeen niet nagelaten heeft in tal van Fran.se kringen een grote ontstemming te verwekken. Zij dringt er bij de Franse regering sterk op aan om gematigdheid te betrachten bij de oplossing van de bestaande moeilijkheden. Onrust heerst er ook al en dat in geen geringe mate in Perzië. De premier Ali Rasmara is daar door een student ver- • moord. Toen de premier een moskee wilde binnengaan om een begrafenisplechtigheid bij te wonen, werd hij op het voorplein van achteren door de moordenaar beschoten. Tw-ee van de vier geloste schoten troffen hem dodelijk, zodat hij een uur daarna reeds in een ziekenhuis o^'erleed.

Gevraagd naar de reden van zijn moorddadige aanslag, gaf de student ten antwoord: „Waarom verkochten jullie het land aan de vreemdelingen". Dit antwoord doelde daarop, dat de regering van Ali Rasmara een ohe-overeenkomst met Groot-Brittannië had gesloten, waardoor hij grote belangen bij de oliewinning in Perzic had gekregen, hetgeen grote ontevredenheid en ergernis had verwekt in de nationalistische Mohammedaanse kringen. Deze kringen begeerden, dat de olieondernemingen zouden genationaliseerd worden, hetgeen de premier met alle beslistheid kort voor de aanslag had geweigerd.

Die moord heeft de gemoederen in Perzië fel bewogen, zo zelfs, dat verwacht werd, dat de staat van beleg in dat land afgekondigd zou worden, wat echter niet heeft plaats gevonden. Wel is er een sterke politiemacht op de been gebracht, welke het paleis van de Sjah en de openbare gebouwen streng bewaakt. Dit heeft echter niet kunnen beletten, dat de Mohammedaanse vereniging, waarvan de moordenaar lid was, pamfletten verspreid heeft, waarin gedreigd werd, dat de Sjah en andere regeringspersonen venuoord zouden worden, indien de moordenaar niet binnen drie dagen op vrije voeten werd gesteld. Deze pamfletten werden verspreid ter gelegenheid van een demonstratie voor 't Parlementsgebouw, waarbij de leider der vereniging ten aanhore van 15.000 personen het woord voerde, heftig tegen de Aherikanen en Engelsen uitvoer en de nationalisatie van de petroleum-ondernemingen eiste.

De opwinding wordt nog vergroot, doordat enkele leden in het Parlement zich hebben uitgesproken tegen de benoeming van een plaatsvervangende premier door de Sjah en doordat andere leden eisten, dat het Parlement zelf de premier zou benoemen en verklaarden er zich niet bij neer te kunnen leggen, dat de Sjah zulks deed, gelijk bij de benoeming van de twee laatste premiers .geschied was.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1951

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1951

De Banier | 8 Pagina's