Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de Jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de Jeugd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOM KOOS

Beste neven en nichten, Wederom kan ik jullie melden, dat zich een aantal nieuwe neven en nichten heeft opgegeven. Hun namen luiden als volgt: Jacob v.d. Put te O., (als Jacob moeilijkheden heeft, mag hij geholpen worden); Adri Geluk teZ.; Adrianus Blankestijn te L.; Maas van het Schut te E. en Paul Quist te R. Jullie zijn allemaal hartelijk welkom. Ik hoop , dat ge bij leven en welzijn vele jaren zult blijven meedoen. Zijn de raadsels eens wat moeilijk, laten dan één of meer huisgenoten je wat helpen; in elk geval mag dit geen reden zijn om met liet inzenden der oplossingen op te houden. Nu ga ik de naam noemen van de nicht, die dit keer een ballpoint krijgt. Het is Eefje van Luttikhuizen te L. Zijn er onder de lezers en lezeressen van de jeugdrubriek, die willen gaan meedoen, laten deze dan hiermede beginnen. Op elke tien nieuwe neven en nichten wordt één ballpoint beschikbaar gesteld. Schrijf vooral op de enveloppe aan de voorzijde met duidelijke letters het woord NIEUW. Dan heb ik nog iets voor nicht Mia Baan te Rotterdam-Z. Deze heeft een paar maanden geleden een boek gewonnen, doch zij heeft nog niet gemeld welk boek zij als prijs wil hebben. Laat dit dus direct even weten, Mia, niet in een brief doch op een briefkaart, met postzegel van 6 cent, gericht aan Oom Koos, postbus 2019 te Utrecht, met duidelijke vermelding van je naam en volledig adres. Thans volgen de nieuwe raadsels.

OPGAVE 204

Jongeren: 1. Door verplaatsing der letters van HAMARATIE kan men de naam verkrijgen van de streek, waar een rijk discipel des Heeren en • raadsheer vandaan kwam. 2. Noem de naam van: a. een oase in de woestijn, waar twaalf waterfonteinen en zeventig palmbomen waren; b. een profetes, zuster van de personen, bedoeld onder c en d; c.een man, die van zichzelf verklaarde, niet wel ter tale te zijn; d. een man, die een gouden kalf maakte; e. de grootvader van koning Abia van moederszijde; f. het gebergte waar Ezau woonde. Welke naam vormen de 'beginletters der bovenbedoelde woorden? 3. In het tweede hoofdstuk van het boek Ezra komt een naam van vier letters voor, die alleen in de laatste letter verschilt van een naam in het zevende hoofdstuk van hetzelfde boek, Ezra. Welke namen worden bedoeld?

Ouderen:

1. Maak uit Naara - )- Naomi + Asaf de namen van twee koningen uit het Oude en van een vrouw uit het Nieuwe Testament. 2. Zoek uit elk der hieronder volgende zinnen een woord, zo, dat deze woorden tezamen een tekst geven uit het boek der Openbaring. a. Want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen. b. Wanneer iemand u een Evangelie verkondigt, buiten hetgeen gij ont­ vangen hebt, die zij vervloekt. c. Wij hebben het met onze oren gehoord. d. Heeft niet de mens een strijd op aarde? e. Ten ware de Heere, Die bij ons geweest is, als de mensen tegen ons opstonden. f. Hij wekt mij het oor, dat ik hore gelijk die geleerd worden. 3. Een gedeelte van een tekst bestaat uit 24 letters. Welk tekstgedeelte wordt bedoeld, als het volgende gegeven is: 21, 4, 2, 13 is de stamvader der Kanaanieten; 16, 8, 17, 11, 1 was een koniag naar Gods hart; 6, 14, 10, 15, 20 was een wit voedsel, dat er uit zag als korianderzaad; 3, 22, 5, 12 is een genotmiddel, afkomstig uit warme landen; 18, 7, 24 is een plaats in Gelderland; 23, 11, 5, 9 is een getal; 3, 12, 19, 8, 21, 4 is iemand, die te Haran stierf, 205 jaren oud.

De oplossingen dezer raadsels nog NIET ingezonden worden. mogen Wij gaan thans over tot een nieuw verhaal.

WONDERLIJKE REDDING

De Heere weet de Zijnen in de ure des gevaars te bewaren en voor hen te zorgen. Dat hebben Gods kinderen van de oude dag en van latere tijd menigmaal mogen ervaren. Denk maar eens aan de profeet Elia. Hoe wonderlijk heeft de Heere hem gevoed en gered uit de handen zijner vijanden. Nu eens werd het meel in de kruik niet verteerd en ontbrak de olie in de fles niet, dan weer kwamen de raven hem des morgens en des avonds brood en vlees brengen om hem alzo in het leven te behouden. Ook de gescliiedenis der Kerkhervorming vermeldt ons een feit, dat aan de wonderdadige bewaring van Elia doet denken. Wij hebben hierbij het oog op de hervormer van Würtemberg, Brentz geheten. Deze werd in het jaar 1499 te Weiterstadt in Würtemberg geboren. Hij was de zoon van de burgemeester dier stad en genoot zijn opleiding aan de academie te Heidelberg. Aan deze hogeschool studeerde ook de hervormer Melanchton, die later een vriend en medearbeider van Luther werd. Op 18-jarige leeftijd verkreeg Brentz reeds de titel van magister en gaf hij reeds les in de godgeleerdheid. Een jaar nadat Luther zijn stelb'ngen aan ds deuren van de slotkapel te Wittenberg had aangeplakt, leerde Brentz Luthers geschriften kennen. Hij greep naar de Bijbel en na ernstige studie gingen hem door Gods genade de ogen open voor de dwalingen der roomse kerk. In 1522 werd hij te Halle als leraar beroepen en predikte daar met alle vrijmoedigheid het Evangelie der genade in Jezus Christus.

Door zijn onverschrokken moed en vrome wandel verkreeg hij vele vrienden, maar geen wonder was het, dat het getal zijner vijanden ook niet gering was. Onder zijn vrienden mocht hij onder ]neer hertog Ulrich van Würtemberg tellen, maar de paus en diens aanhang haatten hem met een grote haat. Weldra brak er voor Brentz een moeilijke tijd aan. De Smalkaldische oorlog was in volle gang. De troepen van keizer Karel V trokken Zwaben binnen, be­ legerden de stad Halle en veroverden haar.

De hertog van Alva, dezelfde, die later in ons land zo veel onheil zou stichten, was bevelhebber van het keizerlijke leger. Toen de soldaten de stad binnentrokken, gaf hij hun het bevel het huis van Brentz te plunderen en hemzelf le- ^vend of dood in zijn handen over te leveren.

Toen de soldaten dit bevel wilden uitvoeren en het huis van Brentz naderden, merkte deze nog tijdig genoeg het dreigend gevaar, waardoor hij gelegenheid had met de zijnen door een achterdeur te ontvluchten, terwijl de Spaanse troepen reeds de voordeur binnendrongen.

Zo was Brentz dan nu gered. Spoedig echter zou zijn leven andermaal in gevaar komen. Brentz toch hield zich niet stil, maar bleef ijveren voor de zaak des Heeren en strijden voor de rechten der belijders van het Evangelie. Hiermede haalde hij zich echter het ongenoegen des keizers op de hals. Deze zond kardinaal Granvelle naar Halle om zich met list of geweld van de Hervormer meester te maken.

Zodra Granvelle te Halle kwam, riep hij de leden van de raad tezamen om zich van hun medewerking zeker te stellen. Voordat hij echter zijn boodschap mededeelde, liet hij ieder lid de eed van geheimhouding afleggen. Hierna toonde Granvelle de lastbrief des keizers, welke inhield: Brentz moet gevangen genomen en naar Augsburg gebracht worden. De keizer beloofde de stad gunstig te gedenken als de raad behulpzaain zou zijn, maar indien de raad weigerde, zou de ganse stad voor het verzet moeten boeten.

De raad verkeerde in een moeilijk geval. Hij moest of de geachte en beminde leraar overleveren aan de kardinaal, of de stad had diens wraak te duchten. Wat te doen. Men zeide Granvelle alle hulp toe!

Zodoende was Brentz, die op die dag juist verjaarde, andermaal de dood nabij. Maar de Heere, Die Zijn engelen kan gebieden om de Zijnen te redden, is ook machtig Brentz te beschermen. Granvelle meende, dat ieder raadslid de eed van geheimhouding had afgelegd. Hij had echter niet bemerkt, dat na het afleggen van de eed, één der leden was binnengekomen.

Deze was dus niet aan de eed gebonden en kwam toch geheel van de zaak CMp de hoogte, zodat hij doen kon wat hij vermocht om Brentz te redden. Na afloop van de vergadering zond hij Brentz dan ook direct een briefje met de woorden: Vlucht, vlucht, vlucht! Juist bevond Brentz zich temidden van vrienden aan de maaltijd en het plan van Granvelle was om hem bij deze gelegenheid te overvallen en gevangen te nemen. Daar kwam echter het zo even genoemde briefje. Brentz begreep onmiddellijk, dat zijn toestand uiterst gevaarlijk v^as. Tijd om zich te verkleden gunde hij zich niet. Hij nam direct de vlucht, zoodei zijn gasten daarvan iets te zeggen. Dezen dachten dat hij plotseling bij een zieke of stervende ontboden was. Wat Brentz verder overkwam, zullen wij in het vervolg verhalen. Voor ditmaal eindig ik met de hartelijke groeten van è

OOM KOOS

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 1951

De Banier | 8 Pagina's

Voor de Jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 1951

De Banier | 8 Pagina's