Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XLVIII.

volgingen onder keizer Maximinus. Lucianus gedood.

Het edict van keizer Galerius, waarbij bevolen werd de vervolgingen der christenen te staken, had aanvankelijk ook voor de gebieden, waarover keizer Maximinus het bewind voerde, een gunstige invloed.

Nauwelijks was echter Galerius onder zijn duldeloze smarten bezweken of Maximinus achtte zich van dit edict ontslagen.

Feller dan ooit verhief zich nu de vervolging, zo ver zijn gebied zich uitstrekte. De bevolkingen van grote steden, zoals Antiochië, werden bewerkt om verzoekschriften tot de keizer te richten, opdat al wat christen was uit haar midden mocht worden weggedaan. Talloos waren dan ook de slachtoffers, welke in deze vervolging vielen. Onder hen bevond zich de bisschop van Alexandrië en ook Lucianus, de stichter en leraar der Antiochische school, een welsprekend en geleerd man, die als een goed krijgsknecht steeds vAoir de eer van zijn hemelse Koning had mogen strijden. In het jaar 311 werd hij docjr de pro-consul naar Nicodemië gezonden om zich daar voor de keizer te verantwoorden.

Door de genade des Heeren gesteund en gesterkt, trad hij onbevreesd voor de rechterstoel. Waarom volgt gij de verachte secte der christenen? vroeg de rechter bars. Kunt gij rekenschap van uw gevoelen geven? De gevangene zag hem onbeschroomd in het gelaat.

Wij vereren, sprak hij bhjmoedig, de God, Die ons door Christus verkondigd is en door de Heilige Geest aan ons hart verzegeld. Het is geen menselijk woord, dat ons tot de vezaking van de dienst der afgoden heeft gebracht, want God Zelf is onze Leermeester. Zijn Godheid en majesteit kunnen door geen menselijk verstand begrepen worden, zo die niet door het licht des Heiligen Geestes en de uitlegging van Zijn Woord worden verklaard.

Voorheen hebben wij ernstig gedwaald en de beelden gediend, die wij met eigen handen gemaakt hebben. Wij meenden dat zij hemel en aarde hadden geschapen, maar hun vergankelijkheid bewijst juist hun onmacht.

De almachtige God, de Schepper van alles, zond, door eeuwige liefde bewogen. Zijn eengeboren Zoon in het vlees, opdat wij door Hem de Vader zouden kennen en allen, die in Hem geloven, niet zouden verloren gaan, maar het eeuwige leven ontvangen.

Alles, wat gij in uw machteloze woede ons doet lijden, heeft Hij ons voorzegd, dat wij voor koningen zouden worden geleid, voor rechterstoelen gesteld en als slachtvee gedood zouden worden. Doch Christus heeft Zich voor ons overgegeven in de dood, opdat Hij ons in Zijn lichaam pen voorbeeld van hjdzaamheid zou geven.

Uw Christus is dus gestorven en leeft niet meer? spotte één der rechters. Hij werd immers aan het hout der schande genageld onder Pontius Pilatus! Mijn Heere en Heiland is niet in de dood gebleven, vervolgde Lucianus ernstig. Hij stierf onschuldig, onbevlekt en rein. En Hij stierf, opdat Hij door Zijn op-standing de dood zou overwinnen en het leven en de onverderfehjkheid aan het licht brengen.

Ik spreek de volste waarheid en gehele landen en steden bekennen het. Volhardt gij in uw ongeloof, roept dan de plaats des lijdens en der smarte, Jeruzalem, tot getuige. De gescheurde steenrotsen van Golgotha en de grafspelonk, die de Levensvorst levend teruggaf, roepen het luide uit. Ja, neem de Heilige Schrift tot een getrouw getuige en lees hoe de zon haar licht aan de aarde onttrok, toen de Heiland aan het kruis hing.

Maar verwerpt gij al deze getuigen, dan zult gij ook mijn woord verachten en het bewijs ervan niet geloven.

Allen hoorden de leraar met verbazing en verwondering aan. Het volk werd onwillekeurig met eerbied voor hem vervuld en daarom spraken de rechters met luider stem het vonnis des doods over hem uit.

Lucianus verbleekte niet. Juichend klonk het van zijn lippen: Ik dank U, Heere, dat Gij mij bij U verheerlijken wilt en mij verwaardigt de smaadheid van Uw Naam te dragen! Op een wenk van de pro-consul werd de gevangene naar de kerker teruggevoerd en in het geheim gedood. Met hem en vele anderen, ontving ook Pantaleon, een vriend van bisschop Anthinius, kort daarna de martelaarskroon, nadat hij met de grootste blijmoedigheid beleden had, dat hij een christen was. Tevergeefs stelden zijn heidense vrienden, die hem wegens zijn kundigheid als geneesheer zeer waardeerden, pogingen in het werk om hem tot afval te bewegen. Hij vreesde de dood niet, dewijl deze zijn verschrikking voor hem verloren had. Rijkhalzend zag hij zelfs uit naar het uur zijner kroning, roemend in de taal des geloofs: Hetzij dat wij leven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des Heeren.

Irmiiddels verklaarde Maximinus ook de oorlog aan de Armeniërs, die in de aanvang van de regering van Diocletianus, tegelijkertijd bondgenoten der christenen en der Romeinen waren geworden. Het doel, dat hem hiermede voor ogen stond, was om hun de afgoden met geweld weder op te dringen. Zijn toeleg mislukte echter.

Ook de gebeurtenissen in het Westen, waar keizer Gonstantinus Chlorus door zijn zoon Constantijn opgevolgd was, waren voor Maximinus niet gunstig. Constantijn, op wie wij in het vervolg uitvoeriger terugkomen, begunstigde namelijk het Christendom in sterke mate. Dit liet niet na invloed op Maximinus uit te oefenen, gelijk tot uiting komt in een keizerlijk edict, waarin hij van een gunstiger houding tegen de christenen doet blijken. Het duurde echter slechts kort, want in 313 kwam de oude haat tegen het Christendom wederom bij hem boven en begon de vervolging opnieuw. Tevens bereidde hij zich voor op een oorlog met zijn medekeizer Licinius, doch ook voor hem was nu de tijd aangebroken, dat het „tot hiertoe en niet verder" hem paal en perk stelde. Na een hardnekkige strijd door zijn tegenstander overwonnen en op de vlucht gejaagd, vond hij zijn einde in hetzelfde Tarsen, waar eens een man geboren werd, die van een verwoed vervolger der christenen tot een prediker van Christus werd omgezet.

Hoe geheel anders dan Paulus echter verging het Maximinus! Tot wanhoop gebracht, greep deze toch naar vergif, als gevolg waarvan hij onder vervloekingen na de ontzettendste folteringen stierf.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 april 1951

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 april 1951

De Banier | 8 Pagina's