Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de Jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de Jeugd

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOM KOOS

Beste neven en nichten!

Alweer een nieuwe nicht is er bij, namelijk Alie V. d. Bruinhorst van de Veluwe. Welkom, Ali, in ons midden. Het is heel goed als je aan de raadsels voor de ouderen wilt meedoen. Geef de moed maar niet op als de raadsels eens wat moeilijk zijn. Ook niet als het naar je zin wat lang duurt vóór dat je een prijs behaalt. Deze komt echter zeker als wij het leven en de gezondheid mogen hebben. Doe dus maar ijverig mede en tracht nog meer nichten uit je omgeving te werven. Er zijn er nog genoeg, die er voor in aanmerking komen. Ditzelfde willen wij ook nog eens de andere neven en nichten vragen. Als iedere neef en nicht één of twee nieuwelingen aanbrengt, dan kan het getal meer dan verdubbelen. Voor elke tien nieuwe neven en nichten wordt, zoals voorheen, één ballpoint beschikbaar gesteld. Komt, jongens en meisjes, stuurt de oplossingen eens in als je het nog nooit gedaan hebt. Ook zij, die vroeger meegedaan hebben, wekken wij op om weer mee te doen. Er is best wat tijd voor te vinden. Nieuwelingen moeten vóór op de enveloppe het woord NIEUW schrijven en hun brief richten aan Oom Koos, postbus 2019 te Utrecht. Het is nu een mooie gelegenheid om er mede te beginnen, want het is weer tijd van inzenden, zoals je hieronder zult aangegeven zien. Nu volgen de nieuwe raadsels.

OPGAVE 213

Jongeren:

1. Noem de naam van: a. de apostel, die op de Pinksterdag predikte; b. het hoofd van het_ verbond der werken; ^__^x c. een profeet, die tegelijk een hoge regeringsfunctie had; d. een koning, die voor de ark huppelde; e. de eerste hogepriester bij Israël; f. een machtig koning, die diep vernederd werd; g. de zoon van Jacob, uit wie Anna de profetes voortkwam; h. een Moabietische vrouw, die tot God bekeerd werd; i. een krijgsoverste, die een grote in Israël genoemd werd; j. de koningin, die David verachtte, omdat hij zich in haar oog verlaagde. Welke naam vormen de beginletters van bovenbedoelde namen? 2. Zoek uit elk der hieronder volgende zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een gedeelte geven van een bekende tekst uit het Oude Testament. a. Komt kinderen, hoort naar Mij. b. De Heere heeft bevolen te dopen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. c. De naam des Heeren is een sterke toren. d. Die alle dingen draagt door het Woord Zijner kracht. 3. Door verplaatsing der letters van LIEMBA kan men de naam verkrijgen van een persoon uit het Oude Testament. Wie is dat?

Ouderen:

1. In Esther 1 komt een naam voor van 6 letters. In Numeri 13 komt ook een naam voor van 6 letters, welke alleen in de vijfde letter van de vorige naam verschilt. Welke zijn de twee namen? 2. Een tekstgedeelte uit het Nieuwe Testament bestaat uit 29 letters. Welk tekstgedeelte wordt bedoeld als het volgende gegeven is? 16, 3, 22, 21, 15 is een heidens koning, die het volk Israël zeer verdrukte; 14, 25, 1, 8 is de kleinzoon van een vrouw, die zichzelf d© naam van Mara toekende; 6, 2, 11, 23, 13, 27, 19 worden gedienstige geesten genoemd; 20, 26, 5, 18, 29 betekent toeven; 17, 28, 9, 4 is een plaats in de Tielei"waard aan de Linge; 24, 12, 10, 17 is, een ontkenning. 3. Zoek uit elk der hieronder volgende zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekst geven uit het Nieuwe Testament. a. Zij hebben hunne kinderen de Moloch opgeofferd. b. Hoe liefelijk zijn de voeten dergenen die vrede verkondigen. c. Abraham liet zijn neef Loth de landstreek kiezen waar hij wonen wilde. d. Hij zendt Zijn bevel op aarde. Zijn Woord loopt zeer snel. e. De Heere Jezus gaf Zijn leven om Zijn volk van het verderf te kunnen verlossen. f. Het bloed van stieren en bokken • kan de zonden niet verzoenen. g. Ik zal ook voor uw kemelen putten, totdat zij voleindigd hebben te drinken. h. Wie des mensen bloed vergieten zal, diens bloed zal door de mens vergoten worden. .

De oplossingen van de opgaven 210 tot en met 213 kunnen worden ingezonden bij Oom Koos, postbus 2019 te Utrecht. Thans volgt het verhaal.

UIT DE DUISTERNIS TOT HET LICHT

III.

Lang duurde het voordat de zemindar de boeken, die aan de afgodendienst van Rama gewijd waren, had uitgelezen. Hoe nauwgezet hij ze echter doorgewerkt had, ze deden hem niet het minste nut. Wel volgde hij alle voorschriften om aan Rama de nodige eerbied te bewijzen door hem te aanbidden, aam hem te offeren, zijn beeld te versieren en hem zelfs een tempel te bouwen, maar dit alles baatte niet. Zijn vader werd steeds zieker en zieker en eindelijk nam de dood hem weg en stond hij troosteloos bij zijn lijk. Bij deze ellende drukte hem echter nog een andere. Evenals de meeste rijken in het land van de zemindar had hij zich, niettegenstaande zijn ijverig dienen van Rama, overgegeven aan een zeer zondig leven, zodat hij hoe langer hoe meer in de strikken der zonde verwarde. Terwijl hij nu bij het stoffelijk overschot van zijn vader stond, kwam plotseling het zondige van zijn leven voor zijn aandacht en greep de vraag hem aan: Als gij daar nu eens zo laagt, wat hadt ge dan tegen die zonden over te stellen? Een nameloze angst beroerde zijn ziel, een vrees voor iets, dat hij zelf niet verklaren kon, maakte hem diep ongelukkig. Of hij al trachtte zijn ijver in de dienst van Rama te wegen in de weegschaal zijner overtredingen, het hielp hem niets. Die toestand bleef zo, ook lang nadat aan zijn vader naar de gewoonte van het land de laatste eer bewezen was. Nu eens trachtte hij die angst en vreze te verdrijven door nog ernstiger te worden in Rama's dienst, door namelijk zijn offers menigvuldiger te brengen en zijn tempel prachtiger te versieren, maar ook dat bracht hem niet de zo zeer begeerde zielerust.

Toen sloeg hij in een ander uiterste over en begon hij zich met alle macht in het slijk der zonde te wentelen. Wanneer echter de nacht weer onder drank, dobbelspel en andere vermaken was doorgebracht in de bijgebouwen des tempels in gezelschap van anderen en hij des morgens ontwaakte, dan sloeg het verontruste geweten met dubbele kracht en vaak was het hem alsof hij zijns vaders lijk wederom zag en drong zich met verdubbelde kracht de vraag op: Hoe zal het zijn als gij op uw doodbed ligt? Bij zijn vroegere vraag of er geen middel was om aan armoede, ziekte en dood te ontkomen, paarde zich nu de oprechte wens om aan de strikken van de zonde te ontkomen.

Zo leerde de zemindar het later verstaan, dat de mens van nature gebonden is in de banden der zonde, waarvan hij zichzelf niet kan bevrijden. Ten tijde dat hij in die toestand verkeerde, had hij daar nog geen licht over. Het was alleen zijn consciëntie die sprak. Om die consciëntie tot zwijgen te brengen besloot hij nu een ander middel te beproeven, daar al wat hij tot nu toe verricht had, niets baatte. Wat hij ging doen zullen wij bij leven en welzijn de volgende week vertellen. Thans eindigen we weer met de hartelijke groeten van

OOM KOOS

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 mei 1951

De Banier | 14 Pagina's

Voor de Jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 mei 1951

De Banier | 14 Pagina's