Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de Jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de Jeugd

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOM KOOS

Bc.He neren en nichten!

Allereerst heb ik een nieuwe nicht voor te stellen, namelijk Margje Melgers te Ede. Welkom Margje, doe maar flink je best en geef de moed niet zo gauw op, als je soms enkele raadsels eens wat moeilijk vindt. Ook moet je voortaan het nummer van de opgave vermelden en of je meedoet met de jongeren of ouderen. En voorts moet je de oplossingen pas insturen nadat er vier opgaven in De Banier verschenen zijn. Dan wordt er bij vermeld, dat de oplossingen kunnen ingestuurd worden.

Zijn er nog meer, die met deze raadselrubriek meedoen, maar tot nu toe nog nooit de oplossingen inzonden? Laten die het dan ook eens gaan doen, doch het beste is te wachten tot opgave 213 in De Banier komt. Dan is het weer tijd van inzenden.

Nog steeds geldt, dat op elke tien nieuwelingen één ballpoint beschikbaar gesteld wordt. Schrijf op de voorzijde van de enveloppe het woord NIEUW, doch zoals gezegd, wacht nog even tot het verschijnen van opgave 213. Dan kunnen do nieuwe neven en nichten de oplossingen inzenden van de opgaven 210 tot en met 213. Thans volgen de nieuwe raadsels.

OPGAVE 212

Jongeren:

1. Noem de naam van: a. de enge], die de geboorte van de Heere Jezus aankondigde; b. de grootvader van Ezau; c. de grootmoeder van Timotheüs; d. een richter Israels tijdens Debora; e. de richter, die Kuschan Rischatai im, koning van Syrië, versloeg; f. de vader van Mozes. Welke naam vormen de eerste letters van bovenbedoelde namen? 2. Welke naam kan men verkrijgen door verplaatsing der letters van HOSERED ? 3. Het woord heraut komt in de Bijbel slechts eenmaal voor en wel in het boek Daniël. In welk hoofdstuk en in welke tekst staat het?

Ouderen:

1. Een gedeelte van een tekst uit het Nieuwe Testament bestaat uit 38 letters. Welk tekstgedeelte wordt bedoeld als het volgende gegeven is? 36, 2, 21, 7, 11, 15, 31, 25, 18, 10, 28 is de naam van een meer in Palestina; 12, 35, 22, 4, 17, 14 is een richter Israels; 5, 6, 8, 20 is een kostbare stof; 27, 23, 19, 13, 33 is een boom, voorkomend op het Libanongebergte; 9, 30, 32 is de naam ener Bijbelse vrouw; 16, 24, 26, 1, 37, 3, 18, 38 betekent binnensmonds spreken; 29, 6, 34 is een opeenvolging van ogenblikken. 2. Zoek uit elk der onderstaande zinnen een woord, zo, dat deze woorden tezamen een gedeelte van een tekst geven: a. Gij hebt alle de palen der aarde gesteld. b. Het grote licht tot heerschappij des daags is de zon. c. Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods?

d. Wordt veranderd door vernieuwing uws gemoeds, zo lezen we in de brief aan de Romeinen. e. In de dag der dagen zal de Heere Jezus door alle menssn gezien worden. f. Zij wierpen hem in de gevangenis; g. Het volk, dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien. 3. Hoe lieette de sclioonvader van Ezau in zijn yeertigste jaar?

De oplossingen dezer raadsels mogen nog NIET ingezonden worden. Wij gaan nu verder met het verhaal.

UIT DE DUISTERNIS TOT HET LICHT

II.

De vorige keer zijn we er bij gebleven, dat de zemindar van Kananur in Brits- Indië de zendeling wenste te spreken. Een zemindar was in Voor-Indië een grootgrondbezitter, die het voorrecht had de grondbelasting van onderscheidene dorpen te mogen innsn en daarvan slechts een gedeelte aan de Engelsen behoefde af te dragen. Het was dus een zeer rijk man, die in zijn omgeving grote invloed en groot gezag had. De zendeling kon dan ook zijn oren nauwelijks geloven, dat deze man naar hem liet vragen. Toch was het zo, want op zijn herhaalde vraag wat de vreemdeling-wilde, gaf deze hetzelfde antwoord. Maar waarom wil de zemindar gedoopt worden? vroeg hij toen. Hij is ziek en vreest, dat hij plotseling zonder doop zal sterven. Maar denkt hij dan door de doop behouden te zullen worden? vroeg de zendeling weer. Weet hij wel wat de doop betekent?

Ja heer, hij kent Christus reeds sedert veertig jaren! Maar waarom stuurt hij u dan juist hierheen? Er wonen toch andere zendelingen veel dichter bij hem? Ja heer, dat is waar. Maar hij verlangt juist u! De zendeling maakte nog allerlei tegenwerpingen, maar alles wees er op, dat de man toch de waarheid sprak; hij had zelfs het reisgeld voor de zendeling en zijn vermoedelijke begeleiders bij zich en overhandigde het dezen. Tenslotte gaf de zendeling dan ook de belofte, dat hij spoedig zou komen, waarop de bode van de zemindar vol blijdschap vertrok.

De zendeling bracht bijna de ganse nacht slapeloos door. Zijn gedachten waren ingenomen door 't wonderlijke voorval van de vorige avond. Niet minder gevoelde hij behoefte zich voor de Heere te verootmoedigen over zijn ontevredenheid en opstand en verzoening te zoeken in het bloed, dat van alle zonden reinigt.

Ook steeg zijn bede op om wijsheid en getrouwheid in het werk, dat hij zich op de schouders gelegd zag.

Des Zaterdagmorgens toog hij met de eerste trein op weg en spoorde tot Pulghat. Daar werd een ossenwagen gehuurd en na een langzame rit van twee a drie uren bevond hij zich in gezelschap van zijn helper Jozef op de plaats der bestemming.

Het was een liefelijk gelegen dorp. Heerlijke palmen en prachtige rijstvelden trokken het oog bijzonder aan. De huizen waren eenvoudig maar netjes. In het

midden van het dorp stond een groot huis, aan alle zijden door een galerij omgeven en gelegen midden in een schone tuin met veelkleurige bloemen. Alles in die woning getuigde van welvaart en zindelijkheid, doch het meest aantrekkelijk was de bewoner zelf, de oude, eerwaardige zemindar.

Met een gelaat, dat van vreugde straalde, kwam hij de zendeling tegemoet en zeide: Ik had niet durven hopen u reeds zo spoedig hier te zien. Maar ik verheug mij zeer in uw komst De Heere heeft ook in deze mijn gebed verhoord. In de zitkamer geleid, zetten zij zich op de reeds gereedstaande stoelen en nu begon de grijsaard op de vragen van de zendeling zijn levensgeschiedenis te vertellen. ^

Tot aan mijn veertiende jaar, zo begon hij, heb ik het onderwijs genoten op een dorpsschool. Toen was het met leren gedaan. Want mijn vader werd ziek en daar ik zijn enige zoon was, rustte op mij de verplichting in hoofdzaak het bestuur van de zaken op mij te nemen, wat voor mijn jeugdige leeftijd eigenlijk wel te zwaar was, maar wat toch aanmerkelijk verlicht werd doordat enkelen van onze arbeiders, die reeds jaren lang bij mijn vader in dienst waren, trouwe en voor hun taak kundige menssn waren. Enige tijd later brak de gevreesde ziekte, de cholera, in onze omgeving uit. Velen onzer arbeiders werden door die ziekte aangetast en stierven, soms na enkele uren. Ook de leden onzer familie bleven niet verschoond en alom aanschouwde ik ellende en smart.

In die tijd, omringd door jammer en nood, door dood en gevaar, kwam voor de eerste maal de gedachte bij mij op: Zou er dan waarlijk geen middel zijn te vinden om van armoede, ziekte en dood te worden bevrijd? De voornaamste van onze huisgoden was Roma, en mijn vader vereerde hem zeer nauwgezet. Maar hij had weinig gelezen en dat kwam mij voor de oorzaak te zijn, warom hij met de zijnen door zo velerlei ziekten werd bezocht. Als men de geschriften, waarin over Roma gehandeld werd, vlijtig bestudeerde, zou men hoe langer hoe meer indruk ontvangen van de grootheid van de god en daardoor ook meer bekwaam worden om hem op de rechte wijze te vereren. Niet anders dan ons gebrek aan een rechte kennis en verering van Roma hield hem tegen ons zijn macht te tonen. '

Deze gedachten brachten mij er toe om de uitgebreide werken Mahabharata en Ramajanam te bestuderen. Voor ditmaal weer genoeg. Allen vriendelijk gegroet van

OOM KOOS

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 mei 1951

De Banier | 14 Pagina's

Voor de Jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 mei 1951

De Banier | 14 Pagina's