Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brief uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brief uit Zeeland

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

CLXvn.

Het is niet mogelijk om steeds het middel en het doel te onderscheiden. Het doel is soms duidelijker dan het middel. En de vraag waarom doet zich menigmaal voor. Het kan voorkomen dat het middel in het ene geval aanvaardbaar is, omdat het doel goed is, en in het andere geval niet te aanvaarden is omdat het doel niet deugt.

Niet dat we willen stellen „dat het doel de middelen heiligt", dus dat zondigen tegen Gods geboden geoorloofd zou zijn mits we daarmede maar een doel hebben dat ons goed toeschijnt. Neen, als het gaat om de onderhouding van de Wet der Zeden, dan is er maar één regel.

Er zijn echter ook wel andere handelingen of zaken welke niet tegen het gebod Gods ingaan, maar die, als het doel onjuist is, toch niet te aanvaarden zijn.

Zo is het niet ongeoorloofd om oorlog te voeren, mits het een rechtvaardige oorlog is, en dat het gaat om tegen te staan hen welke de erve der vaad'ren aanranden en de vrijheden van het volk vertreden, alsook God komen te honen, zoals de Filistijn Israels God hoonde. Zegt dat nu dat elke oorlog geoorloofd is? Neen. Als er een oorlog is om de menselijke hoogmoed te bevredigen, m ere te zoeken, om een ander volk te onderdrukken, dan is een dergelijke oorlog zonde.

Daarmede hebben we dus een voorbeeld dat er handelingen zijn welke, om het doel, of goed of niet goed zijn. Nu zijn er zaken welke, alhoewel wij gaarne, ook als onderdanen, daarover onze mening hebben, en waarover we ook een mening mogen hebben, toch niet ter onzer besUissing staan. De overheid is verantwoordelijk voor de besteding van de belastinggelden. Dus, al zijn wij het niet met alle overheidshandelingen eens, mogen wij niet weigeren belasting te geven. Daarover is de beslissing niet aan de onderdaan. Indien de overheid wat gebied, dan heTjben wij altijd wel zeer nauwkeurig te onderzoeken of een daad gevraagd wordt die strijdt tegen de ere Gods. Zolang dat niet het geval is, hebben wij te gehoorzamen, ook al hebben we bezwaren.

Toch heeft de Overheid wel toe te zien. In Nederland is het tot nog toe regel geweest dat gemoedsbezwaren werden ontzien. Niet alleen is tegemoet gekomen aan hen die om des gewetens wüle zich niet wilden verzekeren, maar ook is dat gedaan aan hen die zich bezwaard gevoelen om als militair te dienen. Inderdaad is dat de juiste weg. Ook al zal de Overheid niet alle bezwaren zelf aanvaarden. Ook al kan het zijn dat theologen, op grond van Gods Woord, tot een andere mening komen, ook dan zal de overheid goed doen de bezwaren te ontzien. Nu worden er in de laatste tijd allerlei maatregelen voorgeschreven, die niet door ieder kunnen worden aanvaard.

Daarbij denken we aan het voorschrift tot het onderzoek van het vee naar t.b.c. Er zijn personen in ons land die zich daarover bezwaard gevoelen. Die dat middel niet willen en niet kunnen aanvaarden omdat zij menen dat wij God daarmede krenken in Zijn ere. En, nu helpt dat die mensen niet al spreken ook anderen, ook personen welke toch wel bij Gods Woord leven, het uit, dat er geen bezwaar tegen is. Zij zijn en blijven bezwaard. Vooral zijn zij bezwaard omdat zij zien op het doel, op het streven. Daarin zien zij, en ook wel terecht, een verheffing van de mens. De mens zelf zal de ziekten weren. Dat is tegen de belijdenis dat „gezondheid en krankheid" ons van God toekomen. Dat God alles bestuurt. Dat Hij lacht om het streven van een mans die hooi worden zal.

Het kan bekend zijn dat uw briefschrijver zelf niet het bezwaar tegen het onderzoek heeft. Ook al erkent hij dat de overheid tracht in eigen kennen an kunnen te regelen. Dat streven wil hij evenmin goedkeuren, maar daarmede wil hij nog niet stellen dat ar persoonlijk bezwaren moeten zijn. Dat is nu weer een zaak dia voor ieder persoonlijk ligt. Toch wil uw briefschrijver gaarne zien dat de overheid rekening zal houden met de bezwaren. Het zijn de slechtste onderdanen niet. En, de overheid heeft de consciëntie te eerbiedigen. Het kan ook zijn dat de overheid de bezwaren zou ondervangen door te doen uitkomen dat het haar niet om eigen eer ta doen was, dat meer bleek, dat ook zij wilde wandelen in Gods vreze. Toch, wat hebben •wij nauw acht te slaan op ons eigen streven. Niet uit het een of ander ons welbehagelijke doel, maar slechts als het ernst is, als wij er mee voor Gods aangezicht geweest zijn, als dan nog onze consciëntie ons prangt, dan zal het beter zijn te lijdan dan toe te geven, ook al hebben wij er ernstig rekening mede te houden dat het een overheidsgabod is, dat wij niet zo maar willekeurig mogen tegengaan. Wat is het toch nodig om maar gedurig de bede te mogen uiten: Leid mij in Uw waarheid en leer mij. Slechts hij, die zich mag overgaven, die ^zichzelf en eigen wil verliezen mag, die enkel volgen wil, is wijs. Al het onze is dwaasheid.

Uw Zeeuwse Briefschrijver.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juni 1951

De Banier | 8 Pagina's

Brief uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juni 1951

De Banier | 8 Pagina's