Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jaren aaneen is er door de mannen van de zogenaamde verlichting en beschavmg geprofeteerd: het is vrede en zondei gevaar. Een profetie, welke met miskenning van God, Zijn Woord en Wet gedaan werd, maar nochtans door de overgrote massa der mensen gretig geloofd werd. Doch in deze is het Woord des Heeren vervuld, dat luidt: , , Wanneer zij zullen zeggen: het is vrede en zonder gevaar, dan zal een haastig verderf hun overkomen, gelijk de barensnood ener bevruchte vrouw en zij zullen het geenszins ontvlieden". Wij hebben met eigen ogen kunnen aanschouwen hoe dat woord in de achter ons liggende jaren bewaarheid is geworden en hoe het thans nog in onze dagen bewaarheid wordt. Wij beleven toch in allerlei opzicht zorgelijke en benauwende dagen.

Er is betrekkelijk weinig belangrijk nieuws uit het buitenland te vermelden en te bespreken, sedert wij ons laatste overzicht schreven, doch hetgeen er uit te vermelden en te bespreken valt, geeft alle reden om de toekomst met zorg en vrees tegemoet te zien. Het verhoor voor de Amerikaanse senaatscommissie gaat nog maar steeds onafgebroken door.

Daarin heeft de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Acheson een verklaring afgelegd, die voor het Westen van Europa van belang is.

Naar zijn gevoelen — zo verklaarde hij — zal het vrij zeker zijn, dat bij het uitbreken van een oorlog in Europa, West-Europa door de Russische legermacht onder de voet gelopen zal zijn, voordat Amerika afdoende hulp zal kunnen bieden. Een verklaring, welke West-Europa zeer veel te zeggen heeft en uitermate geschikt is om het voor zijn toekomst het ergste te doen vrezen.

Bij dat verhoor is tevens aan het licht gekomen, dat de Amerikaanse buitenlandse politiek, zoals deze door het departement van buitenlandse zaken gevoerd werd, nog maar een paar jaar geleden van gevoelen was, dat Formosa aan het rode China diende afgestaan te worden, terwijl diezelfde politiek nu onder geen enkel beding Formosa aan het communistische China wil overgeleverd zien. Dit wijst er wel heel sterk op, dat in die politiek de nodige vaste lijn ontbreekt en dat zij zich maar al te zeer richt naar de wisselende tijdsomstandigheden; een jammerlijk verkeerde politiek, die mede oorzaak is geweest, dat Amerika in de Indische kwestie zich tegen Nederland gesteld heeft. Zij heeft enkele jaren terug gedacht en gehoopt, dat zij met de toekenning van enkele gunsten en gaven de communisten in het bijzonder en de Oosterse volken in het algemeen wel zou kunnen bevredigen. Het blijkt nu wel uit heel de gang van zaken in het Oosten hoe deerlijk zij zich vergist heeft.

Op zijn wekelijkse persconferentie heeft piesident Truman verklaard, dat de inflationistische druk in de Verenigde Staten van Amerika, die het gevolg is van de uitgaven voor de defensie, in de loop van dit jaar snel in kracht zou toenemen en dat deze druk in het volgende jaar nog groter zal worden. Hij waarschuwde er met alle nadruk tegen — hetgeen hij slechts als een adempauze beschouwde — om zich niet in slaap te laten wiegen door het feit, dat in de afgelopen maand de groothandelsprijzen en kleinhandelsprijzen gedaald zijn en de pHjzen der levensmiddelen goedkoper geworden zijn. Hij deed in dit verband een beroep op het congres om een uitbreiding van het regeringsprogram tot bestrijding van de inflatie goed te keuren.

Indien Trumans zienswijze — en daar pleit veel voor, dat dit metterdaad het geval is — de juiste blijkt te zijn, dan staat het zeer te vrezen, dat de prijzen in Amerika en uiteindelijk ook in ons land nog de hoogte in zullen gaan, daar het in deze zeer te bezien staat, of de maatregelen, welke Truman wil treffen, wel de gewenste uitwerking zullen hebben.

In Korea wordt ondanks de vredesgeruchten nog fel gestreden. De geallieerden rukken, zij het dan langzaam, nog steeds op. Doch daarbij vallen nog al slachtoffers, ook onder de Nederlandse militairen. De Chinezen hebben door het openen van de sluizen van het stuwmeer van Tsjorwon de opmars der verbonden troepen pogen te stuiten, doch de opening der sluizen heeft hun weinig gebaat, daar het water maar in geringe mate gestegen is.

Geheel onverwacht heeft de Amerikaanse minister van defensie, generaal Marshall, dezer dagen een bezoek op Korea gebracht. Zo onverwacht zelfs, dat zijn ambtgenoot van buitenlandse zaken Acheson tijdens zijn verhoor voor de senaatscommissie verklaarde, van dat bezoek niets af te weten. Zo veel bleek hij er echter wel van af te weten, dat het bezoek volgens hem niets uitstaande had met vredesbesprekingen. In de omgeving van Marshalls departement verklaarde men, dat een nieuw offensief van de verbonden troepen het resultaat van deze opzienbarende reis wel eens zou kunnen zijn. Voor men met enige zekerheid zal kunnen vaststellen wat het eigenlijke doel van Marshalls bezoek wel was, zullen nadere berichten dienen afgewacht te worden. Met steHige zekerheid is er op dit ogenblik slechts van te zeggen, dat Marshall een bespreking, welke anderhalf uur heeft geduurd, met arlle legercommandanten op Korea, waaronder ook die van Nederland, heeft gehad.

In deze is het wel merkwaardig, dat de gezanten van de 16 landen, die troepen op Korea hebben, vrijwel gelijktijdig met het bezoek van Marshall te Washington in vergadering bijeen zijn gekomen, en al even merkwaardig, dat de zestien landen volgens een bericht tot overeenstemming moeten gekomen zijn over de doelstellingen in Korea, een overeenstemming, waarvan geen betrouwbare nadere bijzonderheden gepubliceerd zijn, dan alleen deze, dat de kwestie Formosa en de zetel van het communistische China in de organisatie der Verenigde Naties en andere vraagstukken niet daarin betrokken zijn, daar deze naar de mening van de 16 landen onder de jurisdictie van de Algemene Vergadering van de Organisatie der Verenigde Naties vallen. Ten slotte nog enkele belangrijke bijzonderheden kortelijks medegedeeld.

De samenkomst van de vier plaatsvervangende ministers te Parijs heeft tot dusverre nog geen resultaat opgeleverd. Nochtans dringt de Franse regering op voortzetting der besprekingen aan, terwijl de Russische bladen en radio Moskou er opnieuw de nadruk op leggen, dat de Sovjet-Unie grote waarde hecht aan een zo spoedig mogelijke bijeenroeping van de ministers van buitenlandse zaken van Amerika, de Sovjet-Unie, Groot-Brittannië en Frankrijk.

In zake de oplossing van de Perzische oliekwestie legt de Perzische regering een meer gematigde houding aan de dag. Volgens de berichten, die deze mededeling wereldkundig maakten, moet de Perzische regering zelfs op dit ogenblik er toe overhellen om de kwestie voor het Haagse internationale gerechtshof ter beslissing te brengen. In Groot-Brittannië en in de Verenig. de Staten van Amerika en ver daar buj. ten heeft de plotselinge verdwijning vaj twee Engelse, bij het departement vaj buitenlandse zaken hooggeplaatste amb. tenaren groot opzien gebaard. Deze zijn naar Frankrijk afgereisd. Dat ij vrijwel het enige zekere, dat men van hen weet. Verder blijft het over hun verdwijning — men heeft sedert dien geen enkel betrouwbaar bericht ovet hen noch van hen ontvangen — raden gissen. Er ..wordt zelfs vermoed, dat zij op weg naar Rusland zijn. Eén hunnei moet sterke sympathie voor het leninisme hebben. Hun naaste kennissen achten hen echter niet in staat om verraad te plegen. Doch hoe het ook zij, de Engelse regering — er is zelfs in een Engelse kabinetszitting over hun verdwijning gehandeld — stelt alles in het weik om hen op te sporen. Zij heeft daarvoor zelfs de bekwaamste detectiven ingezet, want deze ambtenaren zijn krachtens hun positie, die zij bij het partement innamen, op de hoogte van vele voor de Sovjet-Unie zeer wetenswaardige zaken.

De „Tjerk Hiddes", de Nederlandse oorlogsbodem, welke de Nederlands regering, nadat hij voor meer dan een millioen op de rijkswerf te Den Helder was gereviseerd, aan Indonesië heeft overgedragen, blijktt zo deerlijk beschadigd te zijn, dat men hem als heel verloren kan beschouwen. Dit schip dat na de overdracht onder de naam van „Gadjah Mada" in dienst van d Indonesische marine was gesteld, moffi' voor twee plezierreisjes gebruikt zijn, Bij het laatste plezierreisje, waarop volgens de dagbladen een bont gezelschap van burgervriendjes en familieleden aan boord van de Gadjah Mada was, moet het schip door ondeskundig manoeuvreren op een rif zijn gelopen, waarbij de kiel werd opengereten, en de schroefas en andere voortstuwingsorganen in onherstelbare kronkels geraakt zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juni 1951

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juni 1951

De Banier | 8 Pagina's