De uitslag van de verkiezing der Eerste Kamerleden

De uitslag van deze verkiezing heeft, zoals reeds even te voren opgemerkt is, aan de S.G.P. geen zetel opgeleverd. Wel heeft het ettelijke weken vóór die verkiezingen in zekere kring verluid, dat de S.G.P. deze keer een Eerste Kamcrhd zou krijgen. Zelfs is er bij navraag, waarbij er door een der voormannen der S.G.P. op gewezen werd, dat dit bij de vorige verkiezing voor de Eerste Kamer ook al gezegd was, verzekerd, dat het nu niet zo zou gaan als bij de vorige verkiezing, daar men nu, orn een communist uit de Eerste Kamer te weren, deze keer een Staatkundig- Gereformeerde zou kiezen. Trots deze verzekering heeft er nochtans in de vergadering van het Hoofdbestuur, waarin deze zaak besproken is, een sterke twijfel dienaangaande bestaan. Een twijfel, die gebleken is zeer gerechtvaardigd te zijn. Een communist toch, en niet een S.G.P.-er, is in Zuid-Holland tot hd van de Eerste Kamer gekozen.

Zeker, de S.G.P. wordt er te allen tijde goed voor geacht, om met haar stemmen deze of gene partij aan een zetel te helpen, doch als zij op haar beurt met stemmen van een andere partij een zetel in de Eerste Kamer zou kunnen bekomen, dan gaat men haar deur steeds voorbij. Zo was het vroeger en zo is het nog. Dit is een feit, dat jaar in jaar uit weder waar te nemen valt. Zelfs als men een communist uit een college zou kunnen weren, zoals bij de op 31 Juli gehouden verkiezing uit de Eerste Kamer mogelijk was, dan nog bhjken de partijen er voor te passen om ook maar een stem op de lijst van de S.G.P. uit te brengen. Dit moge de S.G.P. echter niet ontmoedigen. Zij blijve er toe verwaardigd om haar beginsel te beleven en late zich niet verlokken om ter wille van een zetel van haar beginsel ook maar een duimbreed af te wijken.

Bekwam de S.G.P. in de Eerste Kamer ook dit jaar geen vertegenwoordiging, de Christelijk-Historische Unie en de V.V.D., de liberale partij, zagen door de uitslag van de Eerste Kamerverkiezingen het aantal hunner Eerste Kamerleden elk met één vermeerderd, viraardoor de C.H.U. thans vijf en de V.V.D. 4 zetels in de Eerste Kamer bezet, terwijl de partijen die elk een zetel verloren de K.V.P. en de communistische partij zijn. De Eerste Kamer is, na de gehouden verkiezing, in de volgende verhouding samengesteld: de Partij van de Arbeid heeft er thans 14 afgevaardigden, de K.V.P. 15, de A.R.P. 7, de C.H.U. 5, de V.V.D. 4 en de Communistische Partij 3 vertegenwoordigers van de vijftig leden, die zij telt, in.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen