Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Beginselen der Staatkundig Gereformeerde Partij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Beginselen der Staatkundig Gereformeerde Partij

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor studie en leidraad

HAAR PROGRAM (no. 80)

Artikel 8

De uiteenzetting van artikel 8 van het program der S.G.P. gaan wij besluiten met de bespreking van het eerste deel van dat artikel, dat luidt:

„Op de overheid rust de zorg voor de openbare gezondheid van het volk; zo verbindere zij de verontreiniging van het water en de openbare weg en van de dampkring; zij hoede tegen uitbreiding van besmettelijke ziekten, wanneer en waar die voorkomen, met zulke middelen, als tegen Gods Woord niet strijden (afzondering, ontsmetting)".

Uit de bovenaangehaalde woorden blijkt al heel onbetwistbaar, dat de S.G.P. binnen de grenzen, die Gods Woord in deze stelt, ten aanzien van de volksgezondheid aan de overheid een taak toekent en van haar eist, dat zij in deze niet nalatig bevonden zal worden. De openbare gezondheid des volks is toch van een eminent belang. Zij wordt niet weinig gediend door de betrachting van reinheid en zindelijkheid.

Gelijk de Heihge Schrift ons dit leert door een hele reeks van reinigingswetten voor de woningen, voor het lichaam, de kledij, tot zelfs voor het vaatwerk toe. Daarom handelt de S.G.P. geheel in overeenstemming met Gods Woord als 7ij de overheid tot taak stelt om de verontreiniging van het water en de openbare weg en van de dampkring te verhinderen.

Deswege vordert zij van de overheid, dat deze er nauwkeurig acht op zal slaan, dat het water niet verontreinigd zal worden, doordat allerlei vuil daarin geworpen wordt en dat het afvloeien van de afspoelsels der fabrieken in enige vaart of stroom zo veel mogelijk in de schadelijke invloed, die het voor de gezondheid van mens en dier kan hebben, gekeerd zal worden en dat door haar op middelen gezonnen zal worden, dat door het afvloeien van deze afspoelsels enig water van een vaart of kanaal niet verontreinigd wordt.

Dienovereenkomstig acht de S.G.P. het de plicht der overheid om zo veel maar even in haar vermogen is het tegen te gaan, dat er niet uit de - grachten van stad en dorp kwalijk riekende dampen op zullen stijgen, waardoor de gezondheid benadeeld wordt en waardoor het leven van hen, die in de naaste omgeving van die grachten wonen, veronaangenaamd wordt.

Zo ook heeft naar het program der S.G.P. de overheid er zorg voor te dragen, dat door het neerwerpen van allerlei vuilnis en afval aan de kant van de openbare weg, in hoeken en sloppen of waar dan, ook, geen ontwikkeling van kwade gassen zal ontstaan, die voor in de buurt wonenden of voor voorbijgangers schadelijke gevolgen kan hebben. In één woord, kort gezegd, de overheid heeft alles aan te wenden, dat voor de reinheid, zindelijkheid en gezondheid des volks bevorderlijk is en alles tegen te gaan wat voor deze nadelig is, in zo verre zij daartoe in staat is, door de verontreiniging van water en de openbare weg en van de dampkring te verhinderen, er alzo op bedacht te zijn om te voorkomen, dat de burgers des lands zo min mogelijk overlast voor de gezondheid zullen hebben van het publieke terrein zelf of van hetgeen dat daarop is. Het water, de openbare weg en de dampkring zijn toch meermalen de kanalen, waarlangs enige besmettelijke ziekte, ook al bij vergaande verontreiniging, zich voortplant. Doch men zie hierbij vooral niet over het hoofd — wat de overheid nochtans niet van haar plicht ontslaat om alles in het werk te stellen wat door reinheid en zindelijkheid voor de gezondheid harer onderdanen dienstig is — dat de overheid, ook als zij in deze het beste wil en beproeft, in haar macht beperkt is en dat haar arm slechts kort is.

Heel de dampkring en alle rivieren, kanalen en vaarten, weteringen grachten en tochten en sloten te zuiveren, gaat haar macht ver te boven.

Wel gelukkig te prijzen is daiarom zodanige overheid, die in deze zich van haar zwakke krachten en onvermogen wel bewust is en ook in deze, gelijk in heel haar bestaan, hart en ogen gericht heeft op Israels God, van Wie het volk zijn sterkte heeft.

Maar nochtans dient er op dit terrein in de weg van door God verordende middelen door de overheid voor de gezondheid des volks alles gedaan te worden, wat in haar vermogen is; niet alsof de overheid of de door haar in het leven geroepen officiële gezondheidsdienst het in haar handen hebben over de ziekte of krankheid ook maar van één burger te beschikken, maar krachtens roeping en uit haar door God de Heere opgelegde plicht om in afhankelijkheid van en in gehoorzaamheid aan Hem en Zijn inzettingen, bn dat zoals artikel 8 van het program der S.G.P. dat aangeeft door verontreiniging van het water en de openbare weg en van de dampkring te verhinderen.

Datzelfde artikel heeft daaraan tevens toegevoegd, dat de overheid tegen de uitbreiding van besmettelijke ziekten, waar en wanneer die voorkomen, met zulke middelen als tegen Gods Woord niet strijden (afzondering, ontsmetting) heeft te hoeden.

Daarbij heeft de S.G.P. zich laten leiden door de reinigingswetten en de wet op de melaatsheid, zoals die ons in Gods Woord staan opgetekend.

Derhalve beveelt zij de overheid aan, dat zij bij het uitbreken van besmettelijke ziekten, bij epidemiën, tot afzondering zal doen overgaan, gelijk eenmaal de melaatse in Israël in afzondering had te leven, en dat zij besmettelijke voorwerpen zal ontsmetten of zo er geen afdoende ontsmetting Aiogelijk is, over zal gaan tot verbranding, evenals in Israël op Goddelijk bevel bevolen werd, dat het kleed, of de schering, of de inslag van wol of van linnen, of alle vellentuig, waarin de plaag der melaatsheid was, verbrand moesten worden.

Doch de overheid mag in deze nooit zo ver gaan, dat zij aan enig mens verbiedt om op te gaan onder de prediking van Gods Woord. Zij late zich nimmer misbruiken als de gewelddadige handlangster van een ongelovige materialistische medische wetenschap, die met het geestelijke generlei rekening houdt en die het bestaan der ziel en harer noden, zo zij er al niet de spot mede drijft, deze toch niet naar behoren erkent. De overheid betone zich ook bij het uitbreken van epidemiën de dienaresse Gods te zijn, evenzeer als zij dat te allen tijde en onder alle omstandigheden behoort te zijn.

Zij ontzegge niemand het recht om zich onder de prediking van Gods Woord neer te zetten, gelijk dat helaas nog kort geleden ten opzichte van gewetensbezwaarde^ militairen gedaan is en gelijk het geheel in de Ujn van een materialistische, ongelovige, medische wetenschap ligt om ten tijde van het heersen van epidemiën uit overweging van 't besmettingsgevaar aan een ieder het kerkbezoek van overheidswege te doen verbieden en de kerken in die tijd te doen sluiten.

Zij volge in deze het voorbeeld der oude Christelijke kerk en dat van onze Gereformeerde vaderen na, die in tijden van nood en gevaar biddagen uitschreven.

Zij betone bij het uitbreken van Gods oordelen ontzag voor Gods majesteit, welke zij met een ieder altijd heeft te betonen, maar stellig niet het minst in de dagen van epidemiën, waarin de bezoekingen Gods zo zichtbaar op aarde zijn. t

Aldus handelende zou zij aan haar onderdanen een prijzenswaardig voorbeeld geven, en tevens bij hen de indruk wekken, dat noch zij, noch de door haar geraadpleegde medische wetenschap bij machte zijn om een epidemie te bezweren of enige plaag te weren, die de Heere over een volk doet komen, en dat zij geen andere en geen betere toevlucht om uitredding kent en aanbeveelt, dan zich voor Gods aangezicht te verootmoedigen.

Hoe ver is het daar echter ten onzent vandaan!

En ook hoe gans verschillend wordt er ten onzent bij besmettelijke ziekte opgetreden!

Men denke er maar eens aan hoe verschillend er van regeringswege en van de medische wetenschap wordt opgetreden ten aanzien van de pokken en de syphilis.

De syphilis is niet alleen een schandelijke, maar tevens niet minder een besmettelijke ziekte. Zij heeft vanwege haar besmettelijke aard in onze eeuw heel wiat meer slachtoffers gemaakt en ook heel wat groter verwoestingen in de volksgezondheid aangericht dan de pakken; maar daartegen treedt niettemin de geneeskundige wetgeving niet op, heeft zij van elk verweer afgezien; ja, daarover strekt zij zelfs in zekere zin haar beschermende hand uit, heeft zij als het ware een vrijbrief geschreven in de verplichting, onder ede aan onze dokters en artsen opgelegd, om nooit of te nimmer de naiam van hem te noemen, die een geheime ziekte als de syphilis heeft. Ach, hoe zeer zijn wij toch in deze wel het rechte pad bijster!

Hoe zeer ook ten aanzien van de lectuur.

Wat heeft de lectuur nu met de volksgezondheid te maken? zal mogehjk iemand denken of zeggen.

Veel meer dan gemeenlijk vermoed wordt. Er bestaat toch een nauw verband tussen de lichamelijke en de geestelijke gezondheid van een volk.

Onzedelijke en tot onzedelijkheid prikkelende lectuur werken er in menig geval hard aan mede, dat een mens zich niet alleen aan de van God ingestelde zeden vergrijpt, maar ook daarbij bovendien nog zijn gezondheid verderft, zelfs een besmettelijke ziekte als de syphilis oploopt, waardoor hij een gevaar voor de gezondheid des volks oplevert en indien hij getrouwd is of gaat trouwen vreselijke ellende over zijn vrouw en zijn gezin kan brengen.

Nu is het wel waiar, dat in artikel 8 van het program der S.G.P. omtrent de lectuur niets beschreven staat (in een program kan nu eenmaal niet alles tot in bijzonderheden toe beschreven worden), maar het is even waar, dat het geheel in de lijn van dat artikel ligt, dat het van de overheid eist, ook ten opzichte van de volksgezondheid, goede zeden verdervende lectuur te weren; als het even waar is, dat de vertegenwoordigers van de S.G.P. in onderscheidene colleges daarop bij voortdru-ing aangedrongen hebben.

Men herinnere zich in deze alleen maar hoe zij keer op keer weer bepleit hebben, dat er een einde gemaakt behoort te worden aan het schandelijke feit, dat er met subsidies van rijk, provincie en gemeente aan het pubHek lectuur ter lezing wordt aangeboden, waarvan het zedeloze karakter met feiten gestaafd door hen is aangetoond.

En wat in deze' geldt van de lectuur, geldt ook van bioscopen en het dansen. Ook in tal van bioscopen — in ons artikel behoeft dit niet nader aangetoond te worden, dewijl dit meermalen aangetoond is — gaat van hetgeen daarin vertoond wordt een hoogst schadelijke invloed ten opzichte van de goede zeden uit, welke niet nalaat verderfelijk op de volksgezondheid in te werken; wat ook al van de dancings het geval is.

Ook is het geheel overeenkomstig artikel 8 van het program der S.G.P., indien er van haar zijde bij de overheid wordt voorgestaan, dat, voor zo ver dat in haar vermogen ligt, zij zorg zal dragen, dat etenswaren uit lage gewinzucht niet vervalst of geheel of half bedorven ten verkoop aangeboden zullen worden. Heel of half bedorven etenswaren zijn toch bij gebruik er van schadelijk voor de gezondheid, zijn er de oorzaak van, dat hele gezinnen ziek worden en er sommigen hunner het gebruik daarvan met hun leven hebben moeten bekopen.

Niet minder is in overeenstemming met artikel 8 van het program der S.G.P., dat de S.G.P. stelt, dat de overheid de bouw van goede, deugdehjke wonina heeft te bevorderen, waarbij dan U particulier initiatief vooral niet op |j^ achtergrond gedrongen mag worden Het behoeft toch geen nader betoog, een goede behuizing voor de gezondlieii] des voUcs, zowel van de geestelijke, ze. delijke als stoffelijke kant bezien groot belang is. van Artikel 10 van het Gemeente-prograj, der S.G.P. spreekt onder het hoofd „Hy. giëne" ten aanzien van dien uit:

„De gemeente bevordere de algemene gezondheidstoestand, voor zo ver hiei in niet wordt voorzien door het Rij of door de gemeente als medewerkster bij het uitvoeren van wetten of Koninklijke Besluiten, door het uitvaardigen van verordeningen, door het steunen van particulier initiatie} voor zo ver het maatregelen of inriehtingen betreft van erkend algemeea nut voor de gezondheid of tot bestrijding van ziekten." B b r d t g d g v N

En ten slotte, en hiermede besluiten wij dit artikel, is het geheel naar haar beginselen, dat de S.G.P. de overheid ten phcht stelt, dat zij de bouw en instandhouding van ziekenhuizen en ziekeninrichtingen bevordert en de particuliere bouw en instandhouding van zodanige inrichtingen steunt.

Do oprichting en instandhouding van ziekenhuizen beveelt dr mr Justus Vermeer in zijn bekend werk „LXXXV oefeningen over de Heidelbergse Catechis-^, mus" in de bespreking van één der Zofj dagen aan en zegt daarin tevens, : op dit punt beschamen de papisten de Protestanten. •

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 1951

De Banier | 8 Pagina's

De Beginselen der Staatkundig Gereformeerde Partij

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 1951

De Banier | 8 Pagina's