Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Provinciale Staten van Zuid-Holland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Provinciale Staten van Zuid-Holland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Overgaande tot het bespreken van de begroting, drong de heer Vlasblom aan op verlaging van de opcenten op- de provinciale belastingen, daarbij tevens aandringend op een zuinig beheer. Tot op heden was men van mening, dat wanneer de een of andere corporatie, op welk gebied ook, geld nodig had, men slechts bij de provincie aan te kloppen had. En als men aannemelijk kon maken, en dat lukte veelal, dat het slagwoord „cultureel belang" er voor geplaatst kon worden, werd men geholpen. Ik hoop, dat de moeilijke geldpositie het college zal nopen tot grote zuinigheid en dat het niet tot uitvoering van nieuwe taken zal overgaan of tot uitbreiding van reeds bestaande taken. De bemoeiingen van de overheid zijn de laatste jaren uitgebreid. Ten deze kunnen wij spreken van een koude socialisatie, waarbij het particulier initiatief meer en meer wordt gedood.

Spreker ging hierna over tot de subsidies aan de openbare leeszalen, waaromtrent het vorig jaar door Ds Zandt reeds breedvoerig in de Staten is gesproken. Spreker zeide, dat hij daaraan eigenlijk niets toe te voegen had. Slechts wilde hij enkele citaten naar voren brengen. Zo schrijft Dr Kuyper in „Ons Program" op bladzijde 255, dat de overheid de openbare leesbibliotheken, die zedenbedervende boeken uitlenen, onverwijld van patent diende te beroven, d.i. derhalve te sluiten. Toch wel een onverdacht getuige, die wel enig gezag heeft in die kringen, die thans hun steun verlenen aan de openbare leeszalen, waarin menigwerf Godonterende en zedenverwoestende lectuur ter lezing wordt aangeboden. Als een andere getuige, ook uit dezelfde familie, noemde spreker Ds Janssen, die ia „De Wekker" eens schreef:

, , Onze mannen, die in de verschillende colleges zitting hebben, helpen maar gelden te voteren voor en kennen maar subsidies toe aan instellingen, die tenslotte door de invloed, die er van uitgaat, en de lectuur, die zij beschikbaar stellen, het geestelijk peil van ons volk meer naar beneden halen dan omhoog brengen".

Voorts wees spreker er op, dat zelfs het dagblad „Trouw" de terugkeer van een zeker boek in de openbare leeszaal scherp becritiseerde. Het blad schreef daarvan:

„Sommigen zullen het hoog dichterlijk noemen en inderdaad beschikt de schrijver over een fenomenaal-visionair vermogen en een grenzenloosfantastisch beeldend kunnen. En dit alles in een pathologische onstuimigheid, waarin de grens tot delireren nauwelijks meer te ontdekken valt. De geniale dichterlijke waanzin wordt hier ten top gevoerd. Ware de schrijver een christen en had slechts het minimale van zijn onderwerp begrepen, dan zou hij ons dit zonderHnge conglomeraat van pyramidale heidense nonsens en verdwaasd schijnchristendom bespaard hebben.

Vitalisme en een scheut christelijk aftreksel zijn hier op bezeten wijze door elkaar gebutst. Wij zullen niet proberen de talloze dwaze uitspraken onder het ontleedmes te brengen.

Ik acht dit boek één verschrikkelijke blasphemie, het product van een zielszieke aanleg of van een verwilderde moraal, die zelfs de flauwste notie van het essentieel-christelijke niet meer bezit.

Dat van dit boek een vierde druk verschijnt, bewijst alleen hoe wanhopig de moderne cultuurmens in zijn in­ nerlijke wereld is. De grootste kolder wordt als evangelie geloofd, indien de . een of andere geniale charlatan, die over de nodige gedurfdheid en een verhit temperament beschikt, het maar als de meest stellige waarheid uitbrak.

Een in de grond brutaal, onhebbelijk en door en door oneerbiedig boek, dat een belediging betekent voor alle christelijke cultuur. Een boek, dat een aanfluiting betekent voor het werk van Christus en Zijn apostel". („Trouw" 10-2-1950).

Vervolgens herinnerde spreker er aan, dat het de A.R. minister Heemskerk is geweest, die het eerst met een voorstel is gekomen om de openbare leeszalen te subsidiëren met 'n bedrag van tien duizend gulden, terwijl daarvoor nu in Zuid-Holland al zeventig duizend gulden op de begroting uitgetrokken worden.

Spreker merkte tenslotte op, dat waar zulke boeken een plaats ontvangen hebben in de door ons gesubsidieerde leeszalen en onze belastingpenningen moeten dienen om het Christendom te ondermijnen, de waarheid te verachten en de zeden te ondermijnen, dan moeten wij daartegen ons protest doen horen en onze stem nadrukkelijk tegen zulke subsidies uitbrengen.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1951

De Banier | 8 Pagina's

Provinciale Staten van Zuid-Holland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1951

De Banier | 8 Pagina's