Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Christenen uit het grijze verleden hebben geschreven, gelijk zij dit in hun taal uitdrukten, dat nederigheid „radicem pacis" is, hetgeen, in onze taal weergegeven, betekent, dat nederigheid de wortel des vredes is.

Alhoewel er eeuwen verlopen zijn sedert dit getuigenis gegeven werd, nochtans heeft het nog niets van zijn waarde en waarheid verloren. Hoe zal daar vrede gevonden worden, waar de nederigheid voor God, waaruil alle ware nederigheid lalleen maar voortspnrit, gemist wordt? Dit gemis, dat onze dagen zo kenmerkt, is dan ook wel de oorzaak, dat de oorlog nog steeds woedt en de geruchten over nieuwe oorlogen niet van de lucht af zijn. En dit is te meer opmerkelijk, dewijl alle overheden en machtigen der aarde eenparig getuigen, dat zij de vrede wülen en er geen reden is om aan te nemen, dat aller getuigenis te dezer zake onoprecht is afgelegd, dewijl bij velen hunner dit getuigenis geheel strookt met de belangen van hun landen en de begeerten hunner onderdanen.

En toch is er geen vrede; geen vi'ede, hoewel instituten als de Volkenbond en de Organisatie der Verenigde Naties ter verkrijging en ter handhaving van de vrede zijn opgericht. Hoe laat zich dit verklaren?

Wel, de verklaring er van is gemakkelijk te geven; hebben wij reeds gegeven, als wij schreven, dat het een kenmerk van onze dagen is, dat nederigheid voor God ontbreekt. Ach, hoe weinig wordt het woord van de apostel Petrus: „Vernedert u dan onder de krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te Zijner tijd", geloofd en hoe veel minder nog beoefend! En dewijl de oefening daai> van ontbreekt, treedt de hovaardij des mensen op, die met miskenning van Gods getuigenis in'eigen kracht en met eigen middelen, waarbij dan gemeenlijk niet dan het louter eigenbelang gediend wordt, zegt de weg naar de wereldvrede te willen en te kunnen banen. Doch gelijk de Heere altijd de hovaardigen weerstaat, zo ook in deze. Hij zal daar immer in blazen, gelijk dit thans zo zichtbaar aan de dag treedt.

Niet alleen toch is de wede op de aarde nog verre zoek, maiar oök zijn er nog tal van proï)lemen van zeer ernstige aard, die op een oplossing wachten. Daar is bijvoorbeeld het Duitse probleem, waarover wij in de laatste tijd, ook al mede gelet op de bepenkte plaats­ ruimte in De Banier, niet geschreven hebben; te meer, daar er over de oplossing nog niets met enige zekerheid te zeggen valt.

Het verluidt nu, dat er een algemene overeenkomst tussen de drie hoge commissarissen, die van Amerika, Groot- Brittannië en Frankrijk, met de West- Duitse regering gesloten is, en dat deze binnenkort gepubliceerd zal worden Doch zelfs deze overeenkomst en de publicatie er van, hebben nog bitter weinig te betekenen, omdat deze overeenkomst nog door de Amerikaanse, Britse, Franse en Duitse volksvertegenwoordigingen moet goedgekeurd worden. En dit kan nog heel wat voeten in de aarde hebben, wijl deze overeenkomst de regeling van tal van gewichtige zaken, ais legering van de geallieerde troepen, economische controle, arbitrage bij geschillen, het standpunt betreffende de vonning van de Duitse eenheid, de staat van zaiken aangaande Berlijn, de vorming van het Eiu-opese leger en het plan Schuman inhoudt. Afgaande op de berichten dienaangaande, rijst het vermoeden, dat men met deze aangelegenheid nog geen grote haast wü maken, maar wil afwachten, of tijdens de zittingen van de organen van de Organisatie dei- Verenigde Naties, welke straks in deze maand in Parijs gehouden worden, nog iets meer bekend wordt ten opzichte van de bedoelingen der Russen te dezer zake. Dit in verband met 't feit, dat men de mogelijkheid om op Korea tot een wapenstilstand te komen en de kansen om tot een algemene ontspanning te geraken thans gunstiger dan tevoren beschouwt. Daarbij legt het steDig gewicht in de schaal, dat de lasten van een heiljewapening zeer zwaar op de Britse en Franse economie drukken.

De eigenlijke Marshall-hulp houdt op. De functies van E.C.A. (het Amerikaanse bureau voor de Marshall-hulp) en van de M.D.A.P. (het orgaan voor de militaire steun) zijn overgenomen door de M.S.A. (Mutual Security Administra^ tion), een nieuw Amerikaans orgaan, dat zich geheel op de defensie concentreert. Zo is er voor deze regeringen een probleem geschapen, waarbij zij met de handen in het haar zdtten. De regering van Pleven niet het minst. Hoe zal zij de uitgaven voor de defensie bekostigen? Naar de huidige berekeningen zullen de Franse staatsuitgaven voor dit jaar 3000 miUiard francs bedragen, voor het volgend jaar 3275, mits de defensiekosten niet meer dan 800 milliard francs zullen zijn, maar de militaire deskundigen vragen er 1150 milliard francs. De inkomsten voor volgend jaar worden op 2900 milliard francs geschat. Zo ziet de Franse regering zich voor een moeilijk op te lossen probleem geplaatst, en niet alleen zij, maar met haar vrijwel al de West-Europese regeringen.

Benevens deze door ons genoemde Duitse. Franse en Engelse problemen zijn er nog zo vele andere, die nog steeds om een oplossing vragen. Daar is bijvoorbeeld liet Engels-Perzische olie-geschil. De Perzische minister-president Mossadeq verblijft tot op heden nog steeds in Amerika. Men kan aannemen, dat er achter de schermen gewerkt wordt om dit geschil op te lossen. Of het zal gelukken, is op dit ogenblik nog niet uit te maken, dewijl daarover tot dusverre vrijwel niets bekend is, dan dat Mossadeq in Amerika verblijft en bij zijn terugkeer in Perzië een glorieuze ontv.ingst heeft afgewezen.

Daar is ook de Engels-Egyptische kwestie, welke zich nog immer toespitst. Van Egyptische zijde wendt men al het mogelijke aan om de Engelse bezetting uit Egypte te verdrijven. Men heeft dit geprobeerd door de toevoer van levensmiddelen naar de Engelse bezettingstroepen in de Suezkanaalzone te belemmeren. Doch men is daarin niet geslaagd, want de Engelsen hebben van overzee uit Cypms levensmiddelen weten aan te voeren. De Egyptenaren hebben zulks ook al pogen te doen door de Engelsen de nodige arbeidskrachten te onttrekken. Doch het laat zich aanzien, dat zij daarmede ook de Engelse bezetting niet uit Egypte zullen kunnen verdrijven, want de Engelsen laten ar-, beidskrachten van elders aanrukken, indien de noodzaak hen daartoe dwingt. In een communiqué van het hoofdikwartier van de Britse marine in het Suezkanaal wordt de toestand dan ook nog al rooskleurig weergegeven, waar daarin gezegd wordt, dat de Britse eenheden zodanig zijn gestationneerd, dat het hoofd geboden kan worden aan arbeidsnioeilijkheden. De marine heeft tot dusver 220 schepen door het kanaal geholpen, waarvan 100 niet Engelse, daarbij de verzekering gevende, dat het konvooistelsel bevredigend werkt. De dooivaart in het Suezkanaal is voor

de Egyptische regering een gevaarHjke zaak. Allicht, indien daarin een opstopping komt, zullen de regeringen van andere landen zich daar ook mede gaan Ijemoeien. Dit beseft men ook wel in de Egyptische regeringskringen, want de Egyptische minister van binnenlandse zaken heeft op beperking van de boycot aangedrongen.

Al met al is nochtans de kwestie zelf een ernstige aangelegenheid — van Egyptische zijde is de spanning zelfs zeer gevaarlijk genoemd — daar de gemoederen der Egyptenaren zeer verhit zijn, hetgeen wel blijkt uit de oprichting van Egyptische 'bevrijdingsbataljons, welke onder oppertoezicht anihtair afgericht worden. Te ernstiger, omdat er in een ander deel van Afrika, namelijk in Marokko, ook al een sterice spanning bestaat.

Deze spanning kwam al zeer duidelijk tot openbaring in de onlusten, welke er dezer dagen te Casablanca, de grootste havenstad van Marokko, hebben plaats gevonden, waarbij niet minder dan vijf doden zijn gevallen, en velen, ook onder de politie, gewond zijn.

Het geschil tussen Frankrijk en Marokko is daardoor ontstaan, dat de Marokkanen van het Franse protectoraat af willen en dit vervangen willen zien door een bondgenootschap met Frankrijk, hetgeen op 25 Februari van dit jaar door Frankrijk nadrukkelijk van de hand is gewezen. De sultan van Marok­ ko had reeds een inheems ministerie ia. gesteld, hetwelk hij echter op genoemde datum heeft moeten afdanken. De toestand neemt in Marokko steeds ernstiger vormen aan, daar Amerikaanse zakenlieden zich in steeds groter ge. tale in Marokko gaan vestigen. Deze» geven wel voor, dat zij zich in het Frans-Marokkaans geschil neutraal ge. dragen, maar de werkelijkheid leert wel iets anders. Zo is een consul-generaal die vrijwel openlijk de zijde der Marokkanen gekozen had, daarbij sterk naar hun gunst dingende, door de Ameri kaanse regering teruggeroepen moete» worden. En niet alleen door het ziek in Marokko sterk uitbreidende Amerikaanse zakenleven heeft Amerika een groot belang bij Mai-okko gekregen, maar ook door zijn vliegvelden, die het daar aangelegd heeft en nog bezig js aan te leggen.

Daar is dan ook laille reden voor, dat men zich in Frankrijk geërgerd gevoelt over de houding, welke Amerika in Marokko aanneemt. Wis en zeker zal deze aangelegenheid wel ter sprake komen in het onderhoud, dat de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken met zijn Franse collega zal hebben, nadat hij met zijn staf te Parijs is aangekomen. Het Amerikaanse optreden in Marokko toch zit de Fransen hoog. Het maakt voor hen een teer punt uit, zo zelfs, dat het Atlantisch pact wel eens een geduchte knauw kon krijgen, als de Amerikaanse minister zich aan de zijde van de Marokkaanse nationalisten schaait hetgeen hij met het oog op het Atlan-' ti.sch pact al heel moeilijk kan doen; maar wat er verder van Amerikaanse zijde achter de schennen geschiedt, dat moet men afwachten.

Evenzeer moet men afwachten, wat de Arabische Liga, wier vertegenwoordigers ter gelegenheid van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties ook op weg naai- Parijs zijn of aldaai' reeds aangekomen zijn, in de Egyptische en Marokkaanse geschillen zal doen. Ten opzichte van het Egyptische geschil bestaat er alle i'eden voor, dat de Arabische Liga, bestaande uit de rijken van de Libanon, Irak, Jordanië en Syrië, de door Amei'ika, Engeland, Frankrijk en Turkije gedane voorstellen voor een gezamenlijke verdediging van het Nabije Oosten zal goedkeuren, alsook, dat zij ten aanzien van het Marokkaan-' se geschil de zijde \'an de Marokkaanse nationalisten zal kiezen. En alsof al deze problemen nog niet ge­

noeg zijn om de wereld in onrust en spanning te houden, is er ook nog het zo belangrijke Koreaanse geschil. De onderhandelingen over de wapenstilstand zijn weder begonnen. De eerste berichten daarover luidden zeer bemoedigend. De communisten, alzo werd gemeld, zouden veel water in hun wijn gedaan hebben en een voorstel ingediend hebben, dat het voorstel der gealHëerden zeer nabij kwam zodat een algehele oplossing van het geschil tegemoet kon worden gezien. De latere berichten luidden echter geheel anders. Bij nadere bestudering van het communistisch voorstel was namelijk gebleken, dat de communisten zo goed als geheel onveranderd op hun standpimt wiaren blijven staan. Het laatste bericht, dat over de onderbandehngen is binnengekomen, i? er één van bepaald ontstellende en onheilspellende aard. De communisten toch hebben een soort van ultimatum ingediend. Zij verklaarden daarbij, dat hun recente compromisvoorstel voor een bufferzone op Korea him laatste aanbod was. Doch ondanks dit dreigement maakten de besprekingen geen vorderingen. Toen van gealHëerde zijde gevraagd werd, of zij met hun mededeling een ultimatum wilden stellen, antwooixlden Je communisten in dier voege: wanneer 11 ons voorstel niet aanvaardt, is het duidelijk, dat u geen vrede op Korea wenst. In een officiële boodschap aan het Chinese volk werd vrijwel tegelijk verklaard, dat 't rode China er iilles op zet om de vredesonderhandelingen te doen slagen, maar dat 't Chinese volk zich op een langdurige strijd moet voorbereiden v(X)r het geval de Amerikanen de wapenstilstandsbesprekingen ziouden laten mislukken.

Uit dit alles blijkt, dat de vervimchtiing der geallieerden, waarvan wij in het begin van ons overzicht melding maakten, namelijk dat er een wapenstilstand op Korea tot stand zou komen, wel wat heel voorbarig was en wel eens als rook uit de schoorsteen zau kunnen verdwijnen.

Benevens de door ons in dit overzicht besclireven problemen zijn er nog problemen te over, hetgeen Churchill, die met de verlaging der ministertractementen en de versobering op de departementen een ook voor ons land zeer navolgenswaardig voorbeeld heeft gegeven, ook al ondervindt, waar hij verklaard heeft, dat de positie van Groot- Brittannie bij ingesteld onderzoek in alle opzichten veel hachelijker is gebleken te zijn, dan hij'daarvan in de dagen der verkiezingen had opgegeven; een positie, die er financieel beschouwd nog al hachelijker op zal worden, waar in overeenstemming met Eisenhower, Trumaris speciale afgezant Harriman in een onderhoud met Churchill en enige van zijn ministers, dat niet minder^ dan zes uren heeft geduurd, op versnelling van de bewapening heeft aangedrongen. Zo zijn er dus problemen genoeg, maar waar is de vernedering, die terecht eenmaal de wortel van de vrede genoemd is?

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 november 1951

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 november 1951

De Banier | 8 Pagina's