Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GOD IS GETROUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GOD IS GETROUW

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie is een God gelijk Gij, Die de ongerechtigheid vergeep en de overtreding van het overblijfsel Zijner erfenis voorbij gaat? Hij houdt Zijn toorn niet in eeuwigheid; want Hij heeft lust aan goedertierenheid.

Micha 7 : 18

Het was ver met Israël gekomen, en toch laat God in het duister Zijn licht schijnen, als Hij Micha vergeving van s.igerechtigheden laat profeteren. Profeteren? Ja, in de toekomst zal God onderwerpehjk waar maken wat Micha hier voorwerpelijk profeteert.

Door de Uefde maakt de Heere Zijn kinderen klein. O, hoe hefdevol is Hij, als Hij belooft (profetie, toekomst), ondanks de zonde, het toch wel te maken met een wederhorig kroost. Is het geen Uefde Gods, dat Hij Zich laat slaan door de Zijnen, dat Hij de uitgestoken, gebalde vuisten grijpt en maakt tot gevouwen iianden. JLs er nog zon God, Die zulke dingen doet?

Proberen wij in ons persoonlijk leven niet eigen ik te handhaven? Toe, zeg het mi eens, volk, hoe staat ge nu tegenover deze enige God? God heeft Zijn gekenden lief. Daarom vraagt Hij u: Zijn er weer zonden, die Ik u moet vergeven? Maar.. . . wanneer zijn onze zonden /•.oude?

Als God de zonde ontdekt. Als Hij ons voor de zonde in de schuld doet buigen. Anders durven we nog wel iets goeds te denken en Hegen desnoods! Zo veel houden wij van onszelf en zo haten we van nature de enige God. Het moge hard klinken — ik wilde wel, dat het u hard viel — doch Gods Woord verkondigt, profeteert dfeze hefdesverklaring aan een schuldig volk. Vergeet dit niet, waarde lezers. Het is één van de hoofdzaken in het leven des geloofs, waardoor wij deze God lïiet meer kunnen missen en moeten bezitten. Daar zijn er wat, die van zon verklaring van Gods zijde aan de ziel niets afweten en zich toch scharen onder het volk. Daar zijn wat van die gepleisterde graven, die van tinnen vol zijn met dorre doodsheenderen. Daar zijn wat lawaaimakers, die van het leven niets kennen, ja er vijand van zijn!

Maar genoeg hierover. Ik haast mij u nog meer te laten horen Over deze liefdesverklaring. De tekst spitst zich toe. Deze waarheid uit Micha 7 geldt niet allen, doch alleen het overhlijfsel.

Zefanja 3 : 12 zegt: Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op de Naam des Heeren betrouwen.

Gods volk is in het oog der wereld gelijk aan aller afschrapsel. Maar van dat afschrapsel Iaat God zingen: Als hen geweld en list bestrijden. Al gaat het nog zo hoog: Hun bloed, hun tranen en hun lijden Zijn dierbaar in Zijn oog.

U zult al begrijpen, dat het overblijfsel Zijner erfenis Gods volk is, de uitverkorenen van eeuwigheid. Zijn levende kerk. Dit is naar den Woorde Gods. Daar komen of horen we niet bij om eigen verdiensten, doch het is Gods werk, Zijn zaak. Overblijfsel, dat is de rest van de grote hoop. Gods volk is in het oog der wereld een restant, een rest en zo wordt het dikwijls behandeld, als minderwaardigen. Ja, de kerk is eer rest, is de rest van de grote hoop. Zij is door souvereine genade uitverkoren ten eeuwigen leven.

Is zij dan beter dan de rest? Wie beweert dat? Paulus roept he\ ait: Mij, de grootste der zondaren, is barmhartigheid geschied. Petrus schreit: Ga uit van mij, want ik ben een zondig mens. De verbaasde Pinksterschare wordt verslagen in het hart en roept uit: Marmen, broeders, wat moeten wij doen opdat •«•ij zalig worden? David belijdt: 'Wat is mijn huis en wie ben ik? En ga zo maar door. Beter zijn zij niet. Zij kunnen het niet begrijpen, dat zij behouden worden, terwijl velen verloren gaan, die God geen ontferming gunt. Zij zijn door ontdekkende genade er achter .gekomen, dat zij , de slechtsten uit de slechtsten zijn. Ja, hoe is het mogelijk, dat zij er bij horen, bij dat overblijfsel Zijner erfenis. Als zij dit nog eens mogen geloven, worden zij o zo klein onder deze weldaad. Als ze het niet beleven, wat zijn zij dan dikwijls hard en zonder barmhartigheid of ook akelig menselijk vroom. Maar als het waarheid voor hen is, dan zeggen zij: Komt, maakt God met mij groot:

Dan worden zij schriftuurlijk ruim, dan is het waar, dat alleen vijanden met God worden verzoend en goddelozen gerechtvaardigd om niet. Niemand kan zeggen: Ik ben wat, ik heb wat, ik bezit iets, wat mij doet uitsteken boven de medemens. Ezechiël zegt tegen hen, die van uitwendige deugden de grond maken voor hun zaligheid: Uw vader was een Amoriet en uw moeder een Hethietische. De kerk heeft er niets aan, dat Abraham haar vleselijke vader en Mozes haar vleselijke wetgever is. Zij leert uitzien naar die Vader, Die zij de rug toekeerde. Zij krijgt behoefte aan de kexmismaking met de overste Leidsman en Voleinder des geloofs. De Heilige Geest moet ons leiden en leren in deze hsilgeheimen.

Öe eigengerechtigde christen bevestigt iiichzelf in zijn geloof en bekering. Maar de van God gekenden krijgen te maken met een andere bevestiging. Gods volk wordt door God bevestigd. God bevesligt Zijn eigen werk. Daarom luidt het: Hij houdt Zijn toom niet in eeuwigheid; %vant Hij heeft lust aan goedertierenheid.

De toorn Gods is tegen het ongoddelij- •ke gericht. We kunnen dat ongoddelijke samenvatten in het woord „zonde". Onze waarheid zegt, dat er aan de toom Gods een einde zal komen. De zonden zullen vergeven worden, de toom ingehouden. Ja, het is voor Gods volk ingehouden toom. En ook daaraan zal een einde komen. Eenmaal is ook de ingehouden toom weg, voor eeuwig weg! Hoe kan dat? God is toch rechtvaardig? Hij duldt geen enkele zonde! O, Hij kan Zijn toom niet in eeuwigheid houden, omdat de eeuwige Zoon van God niet alleen de hitte van Gods gramschap beloofde te blussen, doch óók kwam in de tijd om de ioorn Zijns Vaders te onderö< ian aan het lichaam en in de ziel. In Micha's dagen moest Christus nog komen. Doch Micha mag in profetisch vergezicht de Messias zien.

Hij ziet Hem als de schuldovememende Borg van Sion. Daarom alleen kan er gesproken worden van vergeving der ongerechtigheden en van een voorbijgaan aan de overtreding. In Micha 7 : 18 is Christus het centrum van deze overweldigende waarheid.

Inderdaad, God stapt niet over de zon'de heen, doch straft de zonde eeuwig. O volk, wat is het dan toch nodig, dat we die schuldovememende Borg leren kennen. Hij worde ons geschonken. Hij sta in onze plaats. Om het werk van deze Borg mag aan het overbhjfsel verkondigd worden: En Gij houdt Uw toom niet in eeuwigheid! Hoe rijk! Waar heeft de Heere dan lust aan? Onze tekst zegt het: Hij heeft lust aan goedertierenheid. Dit woord betekent naar de diepste zin: Verbondstrouw. Juist om de verbondstrouw vergeeft de Heere de zonden en heeft Hij lust aan goedertierenheid.

God heeft Zich dit volk verworven in Christus, daarom gaat de Vader aan de overtreding voorbij. Christus is het Hoofd van dit volk en in dit Hoofd en door dit Hoofd is het volk rein. Mag het nu doen wat het wil? O neen. Door de gave van het reine gemoed gaan zij tegen zichzelf in en leven in heiligmaking naar het nieuwe beginsel.

Het nieuwe deel kan niet zondigen. Gods volk kan naar dat nieuwe deel ook niet meer leven in de zonde. Het leert eigen en anderer zonden haten en vlieden.

Christus is niet voor de kerk gestorven opdat de kerk zich in haar doodstaat zou uitleven naar het vlees. Integendeel, zij gaan door genade eigen vlees kruisigen! En hiermede bezig, verzoek ik u nog eenmaal Micha 7 : 18 te lezen. Neen, dan wordt ge niet om het kruisigen des vleses zalig, doch omdat God aan de overtreding voorbij gaat om Christus' wil.

Sch.

v. R.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 1951

De Banier | 8 Pagina's

GOD IS GETROUW

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 1951

De Banier | 8 Pagina's