Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE VOETWASSING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE VOETWASSING

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet; maar gij zult het na dezen verstaan. Johannes 13 : 7

Hoe werd voor de discipelen de heilsweg in Christus ontsloten door dit Goddelijk ondei-wijs. Behalve voor Judas, die Hem verraden had en deswege voor eeuwig van Christus en Zijn genade afstand gedaan had. Judas had wel het teken, doch niet de betekenende zaak. J? .elfs onder de discipelen van Jezus be- % md zich een onreine, hetgeen voor de reine, heilige Jezus een grote mate van lijden moet hebben betekend en getuigenis geeft van Christus' gehoorzaamheid aan de Vader, volgens Wiens wil de verrader dagelijks met Jezus verkeren zou.

En begrepen de discipelen aanvankelijk weinig of niets van de voetwassing, zij zouden het later leren verstaan, dat zij door een dienende Jezus zalig werden en dat zij als apostelen een dienende Jezus hadden te prediken. De godsdienst des mensen kon geen behoudenis aanbrengen, omdat het, niet gezuiverd van eigenliefde en zelfbehoud. God de eer niet gaf, die Hem toekwam. Israël was zo ijverig in de godsdienst en toch zo vijandig en afkerig ten opzichte van een dienende Jezus. De apostelen zouden bij ^•'in prediking van een dienende Zalig- -.'.iaker zeer veel tegenstand ondervinden zodat ook in dat opzicht 'n sterk sprekend bewijs van Christus' dienende liefde nodig was, geleverd te worden. Alles zou zich verzetten. Joden en heidenen zouden zich kanten tegen zidk een leer, dat Christus gekomen was, niet om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. Elk mens van nature zou tot eigen schade vasthouden aan de gedachte van iets voor God en voor de zaligheid te moeten doen, indien God hem door ontdekking van eigen totale onmacht en verdorvenheid niet kwam te leren, dat alleen een dienende Jezus voor hem een onmisbare en algenoegzame Zahgmaker kon wezen.

En dat was toen, en zo is het nog. O, voordat de ingebeelde gerechtigheid van de mens een wegwerpelijk kleed begint te worden in het hart des mensen, heeft God al wat afbreking in de mens moeten verrichten en al wat slagen door de prediking der wet moeten uitdelen. Hoe hardnekkig houdt de mens aan zijn godsdienst vast als grond voor de eeuwigheid, omdat men geen andere grond heeft.

Hoe nodig is het daarom, dat de mens ontdekt wordt, zowel aan zijn gerechtigheden als aan zijn ongerechtigheden, opdat hij een Zaligmaker nodig krijge. Die in dienende hefde Zich voor de Zijnen heeft opgeofferd. En dat niet bij aanvang alleen, maar ook bij voortdurendheid, het hele leven door tot aan het einde toe, en dat zelfs in toenemende mate. Hoe meer wij uitgediend raken en voor alle diensten worden afgekem-d in eigen waarneming, hoe meer waarde Christus in Zijn dienende liefde krijgen zal. Hoe vernederend dat ook zij Voor de hoogmoedige natuur des mensen, het is uitermate voordelig voor het leven des geloofs.

En tenslotte valt uit de voetwassing zeer veel te leren voor de praktijk van het leven op schier elk terrein. De discipelen hadden vaak getwist wie van hen toch wel de meeste zou zijn, waarover zij menige bestraffing van de Meester hadden gehad. Ja, zo diep zat de hoogmoed in hun hart, dat alleen een aangrijpend, aanschouwelijk, onderwijzend voorbeeld er hen van kon overtuigen, dat God de hovaardigen wederstaat, maar de nederigen genade geeft. De gevolgen, die overbhjvende hoogmoed bij de discipelen zou kurmen hebben voor de opbouw van het Godsrijk, waren zo overweldigend, dat Christus vóór Hij ging lijden dat kwaad wilde aantonen en de ongebreidelde kracht van die verzoeking wilde breken. Zij moesten leren, dat het grote genade was, in zichzelf de minste van allen te zijn en dat het tot verwoesting leidde de meeste te willen zijn. De apostel Paulus, groot in genade, zou later zeggen van zichzelf: Hoewel ik niets ben. Anderen te mogen dienen in de liefde met een nederig gerni '-.naakt de mens aangenaam in de ogen Gods en der mensen, terwijl het zoeken van eigen eer, het zoeken van zichzelf, de mens onhandelbaar en onbuigzaam maakt, ja zelfs vaak onbruikbaar. Dat leert niet alleen de Schrift, doch dat bewijst ook de praktijk en wat verwoestingen zijn in de loop der eeuwen op aarde al aangericht door woorden en daden van hoogmoedige m en senkinderen.

En al poogt men die hoogmoed te bemantelen met schoonsohijnende en nederig lijkende woorden, waar de mens zichzelf op het oog heeft, zal men tegenstand ontmoeten. Als men in de wereld van heden een blik slaat op de tegenstellingen op elk gebied, en de heftige wijze waarop gestreden wordt voor eigen eer en belang, moet men dan niet beven voor de vreselijke gevolgen. God wederstaat de hovaardige. Dat is zo klaar als de zon op middaghoogte. In plaats van elkaar de voeten te wassen in dienende mensenliefde, gelijk Jezus deed, wordt gescholden, vei-weten, bespot en gehoond elk, die een mening durft te hebben in tegenstelling van de door de ander bedoelde. En wat heeft het tot gevolg? Een ondragelijke spanning over heel de wereld, op militair, economisch, financieel, kerkelijk en geestelijk terrein. Jammerlijke verdeeldheid en versplintering van krachten, ondragelijke lasten en bange wereldweeën, dat alles is het gevolg van de hoogmoed des mensen. Het niet willen prijsgeven van eigen ideaal, het hoogmoedig opdringen van eigen mening, het met geweld de meeste willen zijn, voert de mensheid naar haar verderf en ondergang. En was dit alleen bij de Gode vijandige wereldmacht zo, men zou kunnen zeggen, men weet de daad der voetwassing van Christus niet als voorbeeld te waarderen, omdat men van Christus niets weten wil, maar dat in een zich Christelijk noemend Nederland die les eveneens geheel wordt genegeerd door alle standen van hoog tot laag, dat zal ons volk zeer duur te staan komen. De Heere is geen ledig aanschouwer. De hoogmoedige verwerping van Gods Woord en de voortdurende vertriapping van Zijn geboden moet noodwendig leiden tot de ondergang van kerk en staat. De-, verdeeldheden zullen toenemen .tot groot Vouideel van de gemeenschappelijke vijand, die slechts wacht op het gunstig tijdstip om zijn slag te slaan en Neerlands volk te slaan in slavenboeien. Dat zal het eindresultaat zijn van het Onbuigzaam en hardnekkig zoeken om de meeste te zijn, dat straks niemand meer iets anders zal zijn dan een knecht der knechten.

Lang heeft God met ons geduld gehad. Lang heeft Hij tot Nederland gesproken door Zijn Woord, maar eens is de maat vol. De dienende Jezus is thans de Koning, Die gezeten is op de troon van het heelal en de Vader heeft de teugels van het wereldgebeuren gelegd in Zijn doorboorde Middelaarshanden. Gaan wij door in het verachten en versmaden van Zijn lessen, ook in de voetwassing gegeven, dan zal Hij Zich wreken als de Leeuw uit Juda aan een volk als dit is. Hij zal komen om de inwoners der aarde geweldiglijk te verschrikken. Het ene wee zal het andere opvolgen en wat niet heeft willen buigen, zal breken ten dage Zijns hittigen tooms. O, land, land, land, hoor des Heeren Woord.

Maar in die dag der wrake des Heeren zal Hij de toevlucht Zijns volks wezen, omdat het leerde buigen voor God en mensen en de behoudenis leerde zoeken en vinden bij een dienende Jezus, en omdat het naar Zijn voorbeeld en door de leiding Zijns Geestes leerde afzien van het zelfzoekende, heerszuchtige staan boven allen. Vernedering des harten is genade bij God en geen vrucht van des mensen lakker; maar anderzijds is de grenzenloze hoogmoed onzer dagen een terging van Hem, Die, hoewel Hij de Zoon van God was, zo diep wilde buigen, ons ten voorbeeld. Gelukkig mens, die het mag leren verstaan, dat de weg naar de eeuwige heerlijkheid loopt door de diepte der zelfvernedering^ want het pad van de Borg is ook de weg van Zijn volk. Die Cliristus volgen mag in Zijn vernedering, aal Hem een-s volgen in Zijn heerlijkheid, waimeer deze bedeling, zo vol ellende en verwarring, zal hebben plaats gemaakt voor die nieuwe hemel en die nieuwe aarde, waarin gerechtigheid wonen zal en daar zal niemand zijn, die hen verschrikt, en waar men geen oorlog meer kent. Want Mijn volk, zegt God, zal in een woonplaats des vredes wonen, in stille geruste plaatsen. En wat zal dan de hoogmoed en eerzucht de goddeloze gebaat hébben? Immers, de verwachting der goddelozen zal vergaan en het vernederde volk van God zal triomferen.

A.

v. D.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 februari 1952

De Banier | 8 Pagina's

DE VOETWASSING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 februari 1952

De Banier | 8 Pagina's