Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE VEILIGE WEG

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE VEILIGE WEG

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar de verlosten zuUen daarop wandelen. Jesaja 35 : 9b

Hoe donker ooit Gods weg moog' wezen. Hij ziet in gimst op die Hem vrezen.

Druk is onze tijd en snel. In de laatste 30 jaar heeft dp techniek zich snel ontwikkeld. De aanleg van wegen is toegenomen en veel verbeterd. Het reizen is veraangenaamd en gaal veel vlug- "er. De wereld heeft haar weg verbeterd ^ ji haar reis versneld, maar het gaat naar de eeuwigheid. Denkt de wereldling hier ook over? Als men let op zijn toekomstplannen en op zijn taal. . . . wie duift dan i«> g een bevestigend antwoord te geven? Immers niemand. Ja, de wereld is op reis. Waarheen? Naai- de rampzaligheid.

Zij stippelt haar eigen weg uit? Neen, ondanks het zich in vijiandschap tegen God uitleven, bestuurt God Zelf liaar gangen.

Weten wil zij dat niet, nochtans is dit zo voor en bij God. De wereld is op reis. Maar ook de kerk. De kerk met haar inwoners, bekeerd en onbekeerd. De onbekeerden leven eigenwühg tegen God in, al komen zij in de kerk; en de bekeerden. . ja, dat is genade, loutere genade, als zij de weg Sin God mogen bewandelen; de weg öer zaligheid.

Ontzaggelijk veel mensen wandelen op de brede weg; de wereld en de onbekeerde kerkgangers. Weinigen wandelen op de smalle weg; Gods volk. De kerk en de wereld reizen beide naar de eeuwigheid. Waar is de reis naar toe? De verlosften zullen op de weg van Jesaja 35 vers 9 wandelen. Geen leeuwen en geen verscheurend gedierte, maar de verlosten. De verlosten zijn de vrijgemaakten, de gelosten. Dit woord is afgeleid van het overbekende Goël, dat is Losser. We zouden te kort doen aan Gods Woord als we slechts letten op de gewone betekenis daarom dalen we dieper af en speuren hier de betekenis: iemand verlossen, maar dan zo, dat de verlos, ser beslag op de verloste legt, hem als eigendom in bezit neemt. Dezulken zijn geen baas meer over zichzelf, doch van hem, die hen vrijmaakte. De losser was in Israël een bekend persoon. Eenmaal in de vijftig jaar moest Israël op Gods bevel het jubeljaar vieren. In dat jaar werden de verloren gegane bezittingen weer teruggegeven in het bezit van de oorspronkelijke eigenaar Dit geschiedde, indien nodig, door de losser. Genoemd persoon moest de naaste bloedverwant zijn van hem, die bezittingen, om wat redenen dan ook, verloren had. Soms gebeurde het wel, dat een Israëliet slaaf geworden was bij een andere Israëliet, hetzij door een slecht levensgedrag, of vele tegenspoeden. Maar de Heere wilde niet dat het door Hem verdeelde Kanaan voor altijd zou verkocht worden, Lev. 25 : 25: „Wanneer uw broeder zal verarmd zijn en iets van zijn bezittingen verkocht zal hebben, zo zal zijn Goël, die zijn nabestaande is, komen en zal het verkochte zijns broeders lossen". Dit gold voor zijn goederen en voor zijn persoon, want verderop vermeldt Gods Woord: „Wanneer uw broeder zal verarmd zijn, dat hij zich verkocht zal hebben, zal er lossing voor hem zijn; één van zijn broederen, die uit de naaste zijns vleses van zijn geslacht is, zal hem lossen". Lev. 25 : 47, 49.

De losser bracht dus het verlorene (eigendom en (of) vrijheid) weer terug bij de oorspronkelijke bezitter. Deze wetten gaf de Heere aan Israël. Doch daai" Gods Woord geesteUjk is, moeten wij in deze waarheid een diepere betekenis zien.

Onze tekst spreekt eveneens over verlosten. Dat zijn de gelovigen, die in de Nieuw-Testamentische bedeling op de weg der zaligheid zouden komen. In het bijzonder ziet het op de verlosten, die uit de heidenen, door het geschonken geloof, de geopenbaarde verbondsweg zouden lief krijgen en zo het eigendom zouden worden van Hem, Die Zichzelf noemde: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.

Alle mensen hebben van natme een verlossing nodig. Door de zonde zijn zij hun eigendom kwijtgeraakt; zij hebben zich vrij- en moedwillig in de dienst van satan gesteld. Aan de duivel hebben zij zich met have en persoon verkocht; zij zijn zijn slaaf. De eeuwig getrouwe Verbondsgod had het schepsel in het Paradijs in volkomen vrijheid geplaatst. Door de val is het schepsel uit God gevallen en de duivel toegevallen. Het schepsel viel in de ddod en werd een prooi van de hel. Door die val zijn de mensen totaal verloren schepselen geworden.

Nog erger was het voor de heidenen, want zij misten de bijzondere verbondsbedeling, die in het Oude Testament alleen Israël gewerd. De heidenen werden overgegeven aan de duivel, die hen voerde naar de dienst der afgloden en grove zonde'diènst.

Alle mensen, zowel Israëlieten als heidenen, zijn in hun verbondshoofd Adam gevallen en derven de heerlijkheid Gods. Om hen van de dienstbaarheid en alle geweld des duivels te bevrijden, was het nodig, dat er een losser kwam, een naaste bloedverwant, die hen in de oude rechten herstelde, hen weer aan­ nam en tot hen zeide: „Gij zijt mijne". Die Losser heeft God gesclionken. Zijn Naam luidt: Heere Jezus Christus. De mens heeft na zijn val geen kwadrantpenning meer om zijn schuld te betalen. Hij, is machteloos geworden om het goede te doen en gewillig om het kwade uit te \'oeren. Hoe noodzakelijk was het dan, dat God een Losser gaf tot bevrijding van zulke mensen. Doch dan moest die Losser ook bloedverwant worden van de mens om het recht van lossen te hebben. En dat is gebeurd. Hebr. 2 : 14, 15: Want overmits de kinderen des vleses en des bloeds deelachtig zijn, zo is Hij ook desgelijks derzelve deelachtig geworden; opdat Hij door de dood te niet doen zou degene, die het geweld des doods had, dat is de duivel en verlossen zou al degenen, die met vreze des doods, door al hun leven der dienstbaarheid onderworpen waren.

Deze Goël is gekomen om verlorenen het verlorene terug te geven. Door de zonde heeft de mens het recht op de hemelse erfenis verloren, door Christus krijgt hij de rechten terug. De verloren vrijheid, kind van God te zijn, verwerft Hij opnieuw voor de Zijnen. Hel, eèawige straffen, alle kwaad, neemt Hij weg. De mens vertrapte Gods wet, maar deze Goël zingt reeds in de eeuwigheid:

Ik draag Uw heil'ge wet. Die Gij de sterv'ling zet, In 't binnenst ingewand. Hij betaalde de gevraagde prijs voor rechtsherstel. Hij betaalde niet met zilver of goud, met bok of var, maar met Zichzelf. Hij is het Offer en Altaar tegelijk.

Door genade wordt deze Goël toegepast aan het hart van een verlorene. En nu worden alleen verlorenen verlosten. Iemand, die nooit in de gevangenis heeft gezeten, hoeft evenmin bevrijd te worden uit de gevangenis. Daar zijn er anders heel wat, die maar raak zingen:

Ik ben verlost. God heeft mij welgedaan.

Zij zingen het, terwijl zij vastzitten in de boeien van satan. Zij hebben niet de minste notie van die schriftuurhjke verlossing door een drieënig God, waarbij Christus in het bijzonder op de voorgrond treedt. Zij nemen Jezus maar aan doch nooit werd hun duidelijk — och ze weten er eigenlijk niets van — waaruit zij hun ellende moesten leren kennen. Men spreekt over een Verlosser en men kent niets van zijn schuld. Daarom dient men een Losser, Die voor mensen gekomen is, welke beter waren dan de rest. Geen woudf^r, chi men zulk een losser wil zetten en kan zetten naar zijn eigen hand en kan dwingen de weg te gaan, die de mens zelf heeft uitgedacht. Maar dat is de Losser niet, dat is de vroom gemaakte duivel.

Sch.

J. C. v. R.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 februari 1952

De Banier | 8 Pagina's

DE VEILIGE WEG

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 februari 1952

De Banier | 8 Pagina's