Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tuberculosebestrijding onder het rundvee

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tuberculosebestrijding onder het rundvee

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wetsvoorstel inzake

TWEEDE K.AMER

Red e van ir van D IS

Het is zonderling verlopen met de behandeling van bovenstaand wetsontv/erp. Lange tijd had het er alles van weg, dat het pas na de verkiezingen door de Tweede Kamer zou behandeld worden. Het kwam op de eerste agenda, waiaiop de nog te behandelen wetsontwerpen, voor dat de Kamer uiteenging, vermeld werden, niet voor.

Dinsdag 22 April deelde de voorzitter der Kamer mede, dat het in zijn voornemen lag het wetsontwerp nog door de Kamer in behandeling te laten nemen en reeds de daarop volgende Woensdag vond de behandeling plaats.

Het stond van te voren wel vast, dat het wetsontwerp met vlag en wimpel zou worden aangenomen. Wie toch kennis had kunnen nemen van de officieel gewisselde stukken, kon daaraan onmogelijk twijfelen. Algemeen, uitgenomen de Kamerleden van de S.G.P., die hun bezwaren daarin naar voren hadden gebracht, vond het wetsvoorstel bij de overige Kamerleden grote bijval. Daarin werd, gelijk ook bij de openbare behandeling het geval is geweest, grote ingenomenheid met het wetsvoorstel uitgesproken.

Bij de openbare behandeling heeft de Kamerfractie der S.G.P., gelet op de stand van zaken, het hoogst raadzaam geoordeeld, zich tot de gewetens'bezwaiarden te bepalen. In de rede, welke Ir van Dis te dezer zake hield, kwam hij er krachtig voor op om met de gewetensbezwaarden rekening te houden. Hij sprak daarbij zijn voldoening er over uit, dat de minister zich in de Memorie van Antwoord daartegenover niet afwijzend had gesteld. Op zichzelf geen gering succes, want de S.G.P. Kamerleden hadden daar, zowel in het Voorlopig Verslag als in herhaalde particuliere bezoeken, bij de minister ten sterkste op aangedrongen. Bezoeken, welke meermalen door hen persoonlijk, alsook in gezelschap van gewetensbezwaarde boeren en veehouders waren afgelegd. Er bestaat dan ook enige gegronde hoop, dat vervolgingen van gewetensbezwaarden in het vervolg niet meer zullen plaats hebben, hetgeen wel allerge-

weiist is, daar in een land, waarin 80 jaren mede voor de vrijheid van het geweten gestreden is, zulks allerminst had moeten plaats grijpen. Het is wel allerbedroevendst, dat mensen, die nimmer met de justitie in aanraking gekomen zijn, boete is opgelegd en gevangenisstraf hebben moeten ondergaan, waar deze lieden uit vreze, dat ze Gods geboden overtraden, om der consciëntie wil de overheid niet hebben kunnen gehoorzamen, hoe gaarne zij dit ook gedaan zouden hebben, want het betreft hier personen, die het gezag der overheid als dienaresse Gods gaarne erkennen.

De heer van Dis heeft dan ook niet een lans gebroken voor personen, die gewetensbezwaren geveinsdelijk voorwenden en die slechts om geldelijke of andere niet-principiële oorzaak zich aan de bestaande verplichtingen niet hebben willen onderwerpen, maar voor werkelijke gewetensbezwaarden.

Het is dan ook verblijdend, dat alle arbeid, die de Kamerleden der S.G.P. zich in deze getroost hebben, niet tevergeefs is geweest en dat de minister hun gehoor gegeven heeft, waar hij in de Memorie van Antwoord en ook in zijn rede verklaard heeft, dat wanneer na een incidentele behandeling (dat is een persoonlijk onderzoek) door de gezondheidsdienst werkelijke gemoedsbezwaren moeten worden aangenomen, de ondergetekende het verantwoord zal achten gebruik te maken van de hem bij het desbetreffende artikel toegekende bevoegdheid om ontheffing van de aansluitingsplicht te verlenen.

Over de voorwaarden, waaronder ontheffing verleend wordt, valt op dit ogenblik met volstrekte zekerheid nog niets te zeggen. Dat zal volgens de officiële stukken en de rede van de minister sterk van de omstandigheden afhangen. Wel staat vast, dat de gewetensbezwaarden op een persoonlijk onderzoek te rekenen hebben.

Gezien de algemene ingenomenheid van de Kamer met dit wetsvoorstel, was het volstrekt niet te verwonderen, dat alleen de S.G.P. Kamerleden hun stem tegen

dit wetsontwerp hebben uitgebracht. Na deze uitvoerige inleiding kunnen wij thans de rede van Irvan Dis in haar geheel afdrukken.

Mijnheer de Voorzitter!

.\a hetgeen onzerzijds in de gewisselde stukken is opgemerkt, kunnen we thans met het maken van enkele korte opmerkingen volstuan, waarbij wij ons wensen te bepalen tot de gewetensbezwaarden, hoewel wij onze bezwaren tegen het wetsontwerp onverzwakt handhaven. Wat de gewetensbezwaarden betreft, waarover vnj willen spreken, daartoe behoren ettelijke boeren en veehouders. Dat de bezwaren van deze mensen

ernstig gemeend

zijn, kan onder meer blijken uit het feit, dat verscheidenen huimer niet alleen zich een betaling van boete getroost hebben, maar oök zelfs gevangenisstraf daarvoor hebben willen ondergaan. Het betreft hier voorts mensen, die gezagsgetrouw zijn en nog nimmer met de justitie in aanraking zijn geweest, kortom, in alle opzichten respectabele personen, die hard werken voor hun gezin om met eigen handen daarvoor de kost te verdienen. Ze wonen vaak op kleine erven, die van vader op kind geërfd zijn en waaraan ze zeer gehecht zijn. Het zou dan ook wel zeer hard zijn, wanneer deze mensen dor het in behandeling zijnde wetsontwerp, zodra dit tot wet verheven zal zijn, om des gewetens wil hun voorvaderlijk bedrijf niet langer zouden kunnen voortzetten. De

vrijheid van geweten

is toch in ons land steeds van hoge waarde geweest. Mede voor die vrijheid van het geweten hebben onze voorouders tachtig jaren lang gestreden. Met het geweten wordt dan ook in onze wetgeving terdege rekening gehouden. Wij wijzen slechts op de sociale verzekeringswetten en op de wet, waarin de gewetensbezwaren in zake de militaire dienst worden geregeld.

De gewetensbezwaren van de bij deze wetten betrokken personen worden door de regering erkend en van de opgelegde verplichtingen is het mogelijk vrijgesteld te worden. De boeren echter, die

gewetensbezwaren

hadden tegen de verplichtingen, voortvloeiend uit een in de Duitse tijd door de secretaris-generaal ingevoerd besluit, dat na de bevrijding werd gehandhaafd en in uitvoering werd gebracht, werden zwaar gestraft, hetzij met boete of met hechtenis.

Herhaaldelijk is er onzerzijds reeds bij de minister op aangedrongen om ook voor de gewetensbezwaarde boeren een uitzon deringjsbeipaling in het leven te roepen, waardoor zij van de hun opgelegde verplichtingen worden vrijgesteld. Ook thans he'bben wij dit wederom gedaan. In het

Voorlopig Verslag

treffen wij dienaangaande de volgende zinsnede aan:

, , Afgezien hiervan achtten de hierbedoelde leden het evenwel in ieder geval noodzakelijk, in het ontwerp een uitzonderingsbepaling op te nemen voor de boeren, die op grond van gewetensbezwaren niet aan de ontworpen regeling kunnen medewerken. Gescheidt dit niet, dan zal dit wetsontwerp bij aanvaarding daarvan vrij zeker slachtoffers maken door een aantal veehouders van hun bestaan teberoven".

Mijnheer de Voorzitter! De minister heeft op deze opmerking uit het Voorlopig Verslag, welke van ons afkomstig is, geantwoord, en wel .zeer uitvoerig geantwoord, waarvoor wij hem zeer erkentelijk zijn. En dat te meer nog, daar ons uit 's ministers antwoord gebleken is, dat de minister zich

bereid verklaard

heeft om, zij het onder bepaalde voorwaarden, gebruik te maken van de hem bij artikel 4 toegekende bevoegdheid om ontheffing van de aansluitingsplicht te verlenen.

Dat de minister waarborgen verlangt, dat er in voorkomende gevallen van werkele gewetensbezwaren sprake is, heeft onze volle instemming, maar wij bepleiten toch nogmaals met grote aandrang, dat werkelijke gewetensbezwaarden vrijgesteld zxiUen worden en dat in het vervolg voorkomen worde, dat andermaal gewetensbezwaarde boeren worden beboet of met gevangenisstraf worden gestraft.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1952

De Banier | 8 Pagina's

Tuberculosebestrijding onder het rundvee

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1952

De Banier | 8 Pagina's