Ds Wisse en de strafbaarstelling van godslastering

Vol verontwaardiging was ds Wisse ook over het feit, dat destijds een gemeenteraad in Friesland door een Koninklijk Besluit belet werd om openbare godslastering strafbaar te stellen. Dit vond hij zo erg, dat hij mede naar aanleiding hiervan in „De Wekker" van S April 1897 schreef:

, Moest niet ieder christenstaatsman . zich schamen zitting te liebben in zulk een parlement, zonder met kracht en geweld tegen zulke heidense gruwelen te protesteren? "

Ds Wisse stond er dus op, dat de, godslastering als zodanig strafbaar zou worden gesteld. Hij deelde ten deze dus het beginsel, dat door de Staatkundig Gereformeerde Partij wordt voorgestaan. welker Kamerleden dan ook steeds bij de regering op strafbaarstelling der godslastering als zodanig hebben aangedrongen. Van welke zijde werden zij daarbij echter bestreden?

Het was van A.R. zijde. Krachtens hun anti-revolutionnaire beginselen wildea de A.R. van strafbaarstelling der godslastering als zodanig niets weten, gelijk in de Eerste Kamer door 'hen destijds openlijk werd verklaard. Het is dus aa» geen twijfel onderhevig dat ds Wisse krachtens beginsel zich onmogelijk aan de zijde der A.R.P. had kunnen scharen.

Wat hij voorstond ten aanzien van de openbare godslastering, wordt slechts door de S.G.P. vooi'gestaan en uitgedragen.

Christelijk Gereformeerden, indien ge nog mocht hinken op twee gedachten, trekt hieruit de conclusie en stemt op Woensdag 25 Juni a.s. op no 1 van lijst 7, Ds ZANDT, die de strafbaarstelling der godslastering als zodanig in de Tweede Kamer met alle nadruk herhaaldelijk bepleit heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen