Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hervormd-Gereformeerd dùs Staatkundig Gereformeerd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hervormd-Gereformeerd dùs Staatkundig Gereformeerd

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat hebben velen over dit artikeltje, dat in het verkiezingsnummer der S.G.P. is opgenomen, zich al niet druk gemaakt! Zowel bij monde als bij geschrifte! Het is voorgesteld alsof er door de schrijver van dat artikel iets onzinnigs, iets onredelijks, iets dat allerminst steekhoudend is, is geschreven.

In een ingezonden stuk, getiteld: „Wonderlijke Voorlichting" geplaatst in de „Nieuwe Haagse Courant", in het nummer van Maandag 23 Juni j, l„ dat van Hervormde zijde de redactie toegezonden is, is tegen het onderhavige artikel in het verkiezingsnummer van de S.G.P. ook al niet zuinig op 'n minderwaardige wijze positie gekozen. Daarin werd onder meer geprotesteerd tegen de passage, welke in het verkiezingsnummer van de S.G.P. voorkomt, welke luidt:

„Wie toch zijn het geweest, die jaren aaneen opgekomen zijn voor het herstel van het onrecht, dat door de overheid in 1816 de Hervormde Kerk is aangedaan? Het waren de Staatkundig Gereformeerde Kamerleden. Daarentegen zijn het de Christelijk- Historische Kamerleden geweest, die zich daar scherp tegen verzet hebben, terwijl het ministers van Christelijk- Historischen en Anti-Revolutioimairen huize geweest zijn, die het verzoek om rechtsherstel keer op keer afgewezen hebben".

Tegen dit gedeelte van het artikel van het verkiezingsnummer van de S.G.P. heeft de scribent van het ingezonden stuk in de „Nieuwe Haagse Courant" niets weten in te brengen. Hij heeft er ook niets tegen in kunnen brengen, want in dat gedeelte zijn feiten weergegeven, die eenvoudigweg niet te loochenen zijn.

Jaren achter elkander toch hebben de Kamerleden der S.G.P. tot de achtereenvolgende ministeries het verzoek gericht om herstel van het onrecht, dat de overheid de Hervormde kerk in 1816 had aangedaan, en jaren achteresn hebben Christelijk-Historische Kamerleden zich fel daar tegen verzet en ministers van Christelijk-Historischen en Anti-Revolutionnairen huize het afgewezen.

Neen, de scribent in de „Nieuwe Haagse Courant" heeft in deze een andere weg ingeslagen, waar hij het artikel van het verkiezingsnummer van de S.G.P. is gaan bestrijden. Hij is de weg ingeslagen, die zo vele liberalen en ethischen voor hem ook al hebben betreden. Het kerkelijke vraagstuk zal langs kerkelijke weg moeten worden opgelost — zo heeft hij geschreven, geheel in aansluiting met de liberalen en ethischen, die precies hetzelfde al jaren voor hem hebben gezegd eu veelal nog zeggen; een bewering, waartegen mr Groen van Prinsterer heel zijn leven lang opgekomen is, zeer naar waarheid stellende, dat, waar de overheid aan de Hervormde Kerk onrecht bedreven had, van haar geëist mocht en moest worden, dat zij dit onrecht herstelde.

Mr Groen van Prinsterer is dit standpunt ook na 1852, het jaar van de zogenaamde terugti'ekking der overheid, volstandig blijven innemen.

En daarom heeft het ook geen zin, als de scribent van het ingezonden stuk in de „Nieuwe Haagse Courant" schreef:

„Weet deze predikant dan niet, dat de overheid zich in het midden van de vorige eeuw teruggetrokken heeft van de kerk? "

Dit weet de predikant, die het artikel schreef, zeer wel. Maar hoe heeft de overheid zich teruggetrokken? Zonder het onrecht, dat zij in 1816 bedreven heeft, te herstellen — en dat was nu juist de grote grief, het ernstige, geheel wettige bezwaar, dat mr Groen van Prinsterer tegen die terugtrekking had. Telkens en telkens heeft hij ook na 1852 op het herstel van onrecht aangedrongen bij de regering, en het in zijn geschriften bepleit, stellende, dat het de Hervormde kerk aangedane onrecht nooit verjaart.

Daaraan heeft ook de nieuwe kerkorde van 1951 niets veranderd. Gelijk in 1852 het onrecht niet opgeheven is, maar bestendigd, zo is dit ook in 1951 het geval. De situatie ziende, zoals zij ook werkelijk is, doet het slot van het ingezonden stuk in de „Nieuwe Haagse Courant", om maar geen ander woord te gebruiken, dan ook al heel vreemd aan. Dit slot luidt

„Wij vragen ons af: wat is dit nu? Bewijs van gebrek aan inzicht in de werkelijke situatie, of. . . . (we schromen het neer te schrijven) demagogie? In ieder geval mogen we deze broeders wel toeroepen: niet alzo, mannen broeders! Wanneer ge meent te moeten strijden, doe het dan met eerlijke wapens! Hetgeen toch eis is van Gods Woord."

De lezer lette er op: Wat de S.G.P., bepaaldelijk haar woordvoerders, hier in de schoenen wordt geschoven, op welk een allerliefste en allerzoetste wijze met een scheve schijn van vromigheid zelfs dit wordt gedaan. Eerst worden zij broeders, mannen broeders nog wel, door de hierbij betrokken scribent genoemd.

Maar dan wordt de grove, geheel onware beschuldiging tegen hen uitgebracht, dat zij „als zij menen te moeten strijden, het dan met eerlijke wapens hebben te doen". Hier is de dolk, na eerst in slangenvenijn gedompeld te zijn, wel in een vergulde schede gepresenteerd. Eerst wat vromigheid, met beroep op Gods Woord nog wel. ... en dan wordt het negende gebod door de scribent schromelijk overtreden!

Waarin toch hebben de woordvoerders der S.G.P. zich van oneerlijke wapens bediend, als zij in de Tweede Kamer en ook daar buiten het herstel van het onrecht, dat de Hervormde kerk in 1816 is aangedaan, bepleit hebben? Mr Groen van rrinsrerêrnêël^zu^^oS^u^nê^ openbaar in onderscheidene geschriften heel zijn leven lang gedaan, eisende van de overheid herstel van onrecht. Heeft hij daarbij zich schuldig gemaakt aan het gebruik van oneerlijke wapens? Zelfs geen enkele liberaal heeft dat ooit beweerd. Maar daarvan zijn de woordvoerders van de S.G.P. nu valselijk beschuldigd. Dat is nu het infame, hoogst, hoogst afkeurenswaardige wapen van bestrijding, waarvan de scribent van het ingezonden stuk in de „Nieuwe Haagse Courant" zich bediend heeft.

Ook staat er in het artikel van het verkiezingsnummer van de S.G.P. niets dan de voll»^waarheid, als daarin geschreven is, dat van de Christelijk-Historischen en Anti-Revolutionnaüen geen steun te verwachten is, als daar een beroep op herstel van het onrecht in zake de Hervormde Kerk gedaan wordt. Dit heeft de jarenlange praktijk van de Christelijk- Historische Kamerleden en die van de Christelijk-Historische en Anti-Revolutionnaire ministers duidelijk uitgewezen. Mr Groen van Prinsterer sprak in zulk een geval van de kennelijke onwil der regering, een juiste en treffende typering van deze aangelegenheid, die ook thans nog op de achtereenvolgende regeringen van volle toepassing is.

Werden dan ook de Koninklijke Besluiten, waaraan de Hervormde kerk nog steeds gebonden is, opgeheven, hetgeen de achtereenvolgende regeringen, nu al jaren achtereen, als de Kamerleden der S.G.P. zulks aan haar verzochten, geweigerd hebben, dan gebeurde er ten opzichte van de Hervormde kerk wel iets, neen, dan gebeurde er zelfs zeer veel. Daarover zijn de bekwaamste juristen, die wij over deze aangelegenheid gesproken hebben, het allen eenparig roerend eens. Dan trad naar onze vaste over^ "ïüTging de Gereformêêrae gezindheid, wier rechten op de Hervormde kerk, zowel van hen, die binnen, als die buiten die kerk zijn, mr Groen van Prinsterer bij voortduring bepleit heeft als rechthebbende op. Vandaar dan ook, 'dat de Staatkundig Gereformeerde Kamerleden van het begin af, dat zij zitting in de •Tweede Kamer hadden, vrijwel jaar op jaar hun verzoek om rechtsherstel bij de achtereenvolgende ministeries hebben ingediend.

Dat de scribent van het ingezonden stuk van 23 Juni in de „Nieuwe Haagse Courant" de schrijver van het artikel in het verkiezingsnummer van de S.G.P. en de woordvoerders der S.G.P. onkunde en demagogie tsn laste heeft gelegd, daarover maken wij ons allerminst druk. Daarvoor riekt zijn ingezonden stuk veel en veel te veel naar die oude, afgezaagde liberale en ethische argumentatie, welke mr Groen van Prinsterer zo grondig heeft weerlegd, dat niet hij, maar zijn liberale en ethische bestrijders daarbij als te dezer zake onkundigen aan de dag kwamen.

Zijn zij dan onkundigen, ja demagogen, welnu, dan was mr Groen van Prinsterer dat ook, maar er is in heel het Koninkrijk geen mens, die zulks gelooft. Dat wij het betreffende ingezonden stuk uit de „Nieuwe Haagse Courant" vóór de verkiezingen niet besproken hebben, behoorde bij al de verkiezingsdrukte tot de onmogelijkheden, het verscheen aan de avond van 23 Juni, en 25 Juni was de dag der verkiezingen; dat wij het na de verkiezingen niet eerder besproken hebben, daarvoor zijn verschillende redenen aanwezig. Nu is dan gedaan, hetgeen ons van verschillende zijden gevraagd is, waarbij dan meteen gebleken is, dat wat in het vat zat, niet verzuurd

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juli 1952

De Banier | 8 Pagina's

Hervormd-Gereformeerd dùs Staatkundig Gereformeerd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juli 1952

De Banier | 8 Pagina's