Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De ouden hebben volstrekt niet ten onrechte opgemerkt, dat de wereld zich steeds in een bedriegelijk, scho mschijnend kleed vertoont.

Zij draagt — zo lieten zij zich uit - - fluwelen handschoenen, waaronder zij de klauwen van een verscheurend dier verbergt. Inderdaad.

De wereld spreekt meermalen schone, zelfs verheven woorden, maar haar daden zijn verachtelijk, zelfs afgrijselijk. Zij heeft dikwerf de mond vol van vrede, geeft voor er hoge prijs op te stellen, terwijl zij zich tot de oorlog toebereidt.

Zij gedraagt zich daarbij als Herodes, die de wijzen van het Oosten aanspoorde om tot het Kindeke Jezus henen te reizen, voorgevende, dat hij zich ook op wilde maken om tot Hetzelve te gaan en Het te aanbidden, terwijl hij in zijn hart reeds het plan beraamde om Hetzelve te vermoorden.

Ja gewis, de wereld heeft de woorden verzoening en broederschap vaak op de lippen, ofschoon haar binnenste blaakt van haat en nijd. Wat al prachtverklaringen over eendracht in het gezin, eendracht onder één en hetzelfde, eendracht en eensgezindheid onder de volken, geeft zij ons te horen, en hoe vloekt haar praktijk daar gedurig tegen.

Zo zeer zelfs, dat de ouden eeuwen geleden al gezegd hebben, dat in de wereld alles verandert, behalve haar bedriegerijen.

Is het wonder, dat in onze eeuw, waarin de wijsheid der wereld zo hoog op het schild verheven is, woord en daad zo gedurig met elkander in flagrante strijd verkeren, het onderlinge wantrouwen hand over hand toeneemt en de verstandhouding onder de volken gaandeweg verslechteirt?

Dat schone woorden meermalen dienen als het schild, waarachter men lelijke zaken verbergt, is in de afgelopen week openbaar geworden ten aanzien van de Europese Verdedigings Gemeenschap. Europese Verdedigings Gemeenschap is inderdaad een mooi woord. Om haar ts verwezenlijken worden er kapitalen voor opgebracht. Ons kleine land heeft daarvoor alleen reeds de kapitale som van anderhalf milliard gulden op zijn begroting gebracht. Maar zo mooi als het lijkt, is het toch allerminst. Achter de schermen van dit zo welluidende woord worden al zeer lelijke zaken bedisseld.

Een artikel in de „New York Times" een zeer gezaghebbend Amerikaans blad, heeft dit dezer dagen aan het licht gebracht.

Een deel van de Atlantische generale staf, zo onthult genoemd blad, wil zich ten aanzien van de verdediging van Europa slechts bepalen tot een verdediging achter de Rijn, om de rest van

Europa, dus ook Nederland, zonder slag of stoot aan de Russen prijs te geven, indien zij tot een aanval op WestEuropa mochten overgaan.

Dat dit artikel niet zo maar uit de lucht gegrepen is, maar op waarheid berust, wordt door verschillende andere berichten bevestigd.

Vooral Frankrijk wil het die kant uitsturen.

Het wil zich beperken tot wat het noemt: „de continentale strategie'. Onder deze schone term moet men dan verstaan, dat bij een Russische aanval Frankrijk verdedigd zal worden en de verdere rest van het vasteland aan de communisten overgeleverd zal worden. Daarbij streeft het er naar om het opperbevel over de Atlantische strijdkrachten te bemachtigen. De huidige opperbevelhebber Ridgway zou zijn commando hebben over .te dragen aan de Franse generaal Juin. Het is wel heel erg, dat dit jammerlijk, bedriegelijk plan door vele Amerikanen gesteund wordt. Dezen toch bekommeren zich bitter weinig om het lot van Europa, maar beogen niet anders dan hun eigen strategische doeleinden te verwezenlijken.

Deze zijn daarin gelegen, dat zij de heerschappij over de Middellandse Zee eii de daar omheen gelegen gebieden vast in hun handen hebben. Van daaruit toch wensen zij met hun atoombommen eo al hun nieuwe zelfbesturende projectielen de Russische gebieden, welke voor de oorlogsproductie het belangrijkst zijn, namelijk het Zuiden van de Sovjet-Unie, te kunnen bestoken.

Het ligt voor de hand, dat dit Franse plan in West-Duitsland en ook in Groot- Brittannië sterke tegenstand verwekt heeft.

Het laat zich al heel gemakkelijk begrijpen, dat men er in West-Duitsland totaal niets voor gevoelt om zijn leger voor Franse belangen in te zetten, daarvoor de nodige bloedige offers te brengen, terwijl men daarbij bovendien nog het eigen land onverdedigd aan de Russen ten prooi geeft.

Ook in Groot-Brittannië stuit het plan op grote tegenstand. Het gevoelt zich terecht van nabij zeer bedreigd, indien de havens van Nederland, België en de Scandinavische landen in handen van de Russen zouden komen.

Bovendien is het ook voor ons land gelukkig, dat het Franse plan in Amerika ver van algemene bijval vindt. Nochtans blijft hier de grootste waakzaamheid wel geboden. Ook voor onze regering. Er is ten onzent al zo veel opgeofferd — men denke alleen maar aan Indië — voor het zogenaamde internationalisme, dat er wel terdege gezorgd mag worden, dat daaraan nog niet meer opgeofferd wordt. Het zou toch wel verschrikkelijk en hoogst onverantwoordelijk zijn, indien daaraan ook nog het bloed en het leven van vele jonge Nederlanders zou opgeofferd worden.

Stellig, de Europese Verdedigings Gemeenschap is een naam, die op het eerste aanhoren wel heel mooi klinkt, maar het is verre van denkbeeldig, dat indien zij ooit werkelijkheid wordt, onder haar vlag het grootste onrecht en de gruwelijkste schandalen bedreven zullen worden.

Ongetwijfeld zal Nederland onder die gemeenschap, waarvoor het nu reeds zulke ontzaggelijk grote geldelijke offers brengt, er goed genoeg voor zijn om het leven van zijn manschappen in de waagschaal te stellen, maar als de overwinning ooit behaald mocht worden, dan gaan de grote mogendheden met de buir strijken. En dat niet alleen, dan kunnen zij ons land voor de tweede maal het grootste onrecht aandoen, gelijk zij dat reeds eenmaal gedaan hebben, toen Nederland in Indië zijn vloot heeft opgeofferd en de grote mogendheden na het bel-jalen van de overwinnnig het Indiihielpen ontfutselen.

Wat de Europese Verdedigings Gemeenschap zelf aangaat, dienaangaande heeft de permanente raad van de Atlantische Verdragsorganisatie op zijn bijeenkomst te Parijs verklaard, dat de verwerkelijking van het plan voor 1952 aangaande die gemeenschap „behoudens kleine aanpassingen" verzekerd was en dat er aan het einde van 1952 vijftig parate divisies zouden zijn.

Wat er onder „behoudens kleine aanpassingen" verstaan moet worden, daarover heeft de raad — en daar zal hij wel zijn reden voor hebben — zich niet uitgelaten. Evenmin heeft hij er met een woord over gesproken hoe paraat en hoe bewapend deze 50 divisies zijn. Daar zal stellig nog wel het een en ander, vrij zeker veel, aan ontbreken. Wel heeft hij vastgesteld, dat het nodig zal zijn dat er een nieuw program voor de jaren 1953 en 1954 opgesteld wordt, daar zowel Engeland als Frankrijk hun bewapening aanmerkelijk trager dan in Lissabon in Februari van dit jaar vastgesteld was, ten uitvoer gaan brengen.

Klinkt dit al heel weinig bemoedigend voor de totstandkoming van de Europese Verdedigings Gemeenschap, ev3nz(i doet de stand van zaken aangaande de Saarkwestie dit.

Ook in deze kwestie worden verheven woorden over de Europese Gemeenscha]) gesproken, welke niet door daden beantwoord worden.

De Franse minister van buitenlandse zaken Schuman heeft aan de Duitse regering voorgesteld, ook al zogenaamd ter wille van de Europese gemeenschap, de Saar te éuropiseren Dit is hem in Frankrijk van verschillende zijden kwalijk genomen. Van die kanten voerde men tegen hem aan, dat hij daarmede op weg was om de Saar los van Frankrijk te maken, hetgeen echter zulk een vaart niet zal nemen. Schuman toch heeft aan zijn voorstel de voorwaarde verbonden, dat de zelfstandigheid van het Saargebied eerst dan verwezenlijkt zou worden, indien Europa in een federalistische gemeenschap verenigd zou zijn, en dat bovendien nog de bevolking van de Saar haar goedkeuring over zijn voorstel had te geven. En bij die voorwaarde heeft Schuman het zelfs nog niet eens gelaten. Voor Frankrijk — zo zeide Schuman — is de unie met het Saarland juist in de eerste plaats een economisch belang, gezien de rijkdommen aan steenkool en de staalproductie van het Saargebied.

Frankrijk — aldus Schuman — wil politiek aan Saarland zelfstandigheid zien toegekend, een zelfstandigheid, gegarandeerd door de zes leden van de Europese gemeenschap voor steenkool en staal en van de Europese Verdedigingsgemeenschap.

De Westduitse regering heeft Schuman s voorstel niet botweg verworpen. Zij heeft verklaard voor dit voorstel wel veel te gevoelen, onder voorwaarde, dat Frankrijk een deel van Lotharingen zou afstaan en het alzo ge-europiseerde Saarland even los van Frankrijk als Duitsland zou staan.

De Fransen willen daar echter niets van weten.

Deze gang van zaken betreffende het Saarland geeft ons er wel een kijk op, hoe ver wij nog van de Europese eenheid en de verwezenlijking van de Europese Verdedigings Gemeenschap afstaan. Wat ook al niet geschikt is om de eenheid en eendracht onder de gealliëevden te bevorderen, dat zijn de Tunesische en Marokkaanse kwestiss.

Tunesië en Marokko zijn in naam souvereine staten, maar in werkelijkheid protectoraten van Frankrijk. In beide staten dringen de nationalisten op zelfstandigheid aan, daarin gesteund door dertien Aziatisch-Arabische landen. Eenen andermaal hebben deze landen, die leden zijn van de Organisatie der Verenigde Naties, geprobeerd in één der organen van die organisatie de Tunesische eii Marokkaanse kwesties ter sprake te brengen. Telkenmale tevergeefs. Ameri- '< A verhinderde dit keer op keer. Nu staat de Organisatie der Verenigde Naties op 14 October a.s. te New-York in algemene vergadering bijeen te komen. De regeringen van de 13 Aziatisch-Arabische landen hebben nu alreeds verzocht de Tunesische kwestie als punt van behandeling op de agenda van die vergadering te plaatsen. Wat zal Amerika nu in deze doen? Er is veel, dat er op wijst, dat Amerika ditmaal een andere houding dan te voren aan zal nemen en zich niet meer tegen de behandeling van deze kwestie zal verzetten. Het heeft er al sedert enige tijd bij Frankrijk sterk op aangedrongen, dat het in vreedzame weg de kwesties met Tunesië en Marokko zal regelen. Frankrijk heeft nu een hervormingsvoorstel aan de Bey van Tunesië gedaan, doch deze heeft dit niet aanvaard. Men houdt opzettelijk in Tunesië de zaak slepende tot de vergadering van 14 October. Wordt er een besluit genomen, dat Frankrijk niet welgevallig is, en geschiedt dit met medewerking van Amerika, waarop grote kans is, want Amerika ^dingt naar de gunst van de Aziatisch-Arabische staten, dan kan dit ernstige gevolgen hebben. Want er gaan nu reeds in Frankrijk stemmen op om alsdan uit het Atlantische verbond alsook uit de Organisatie der Verenigde Naties te treden. En ook zelfs indien Frankrijk daartoe niet overgaat, dan zal dit toch tengevolge hebben, dat de verstandhouding tussen Amerika en Frankrijk verslechtert en dat Amerika zich allicht losser maakt van Europa en zijn belangstelling en verdediging meer op Azië richt, hetgeen niet weinig Amerikanen begeren.

Inmiddels heeft de regering van de Sovjet-Unie de wereld niet weinig verrast. Zij heeft aangekondigd, dat het Politburo, het uit twaalf leden bestaande bureau, dat in Rusland het bewind geheel in handen had, zal worden opgeheven en door een presidium zal worden vervangen. Ook het eveneens zeer belangrijke O.R.G. (organisatie-bureau) zal daarbij ophouden te bestaan.

Men neemt aan, dat door het vaststellen van dit presidium in de kwestie van de opvolging van Stalin zal worden voorzien en dat Malenkof de man zal zijn, die Stalin zal opvolgen. Deze toch zal op het congres der communistische partij, dat sedert 1939 niet gehouden is, maar nu op 5 October a.s. bijeengeroepen is, als rapporteur optreden; hetgeen algemeen beschouwd wordt als het teken, dat Malenkof Stalins opvolger zal worden.

Hierbij is tevens een nieuw vijfjarenplan aangekondigd, dat een algemene productieverhoging met 75 procent beoogt.

Tevens zal de discipline binnen de partij op het aangekondigde congres een punt van bespreking uitmaken. Voorgesteld wordt, dat er een comité voor de partijcontrole zal worden ingesteld, dat zal kunnen optreden tegen leden, die tegen de voorschriften en de geest van de partij handelen, zodat aan het zuiveren, dat steeds in de Sovjet-Unie aan de orde van de dag is, voorshands wel geen einde zal komen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 augustus 1952

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 augustus 1952

De Banier | 8 Pagina's