Nadere beschouwing over de Tweede Kamerverkiezingen

De provincie Utrecht

Alvorens tot een nadere bespreking over te gaan, willen wij de uitslag van de verkiezingen in de provincie Utrecht weergeven. Wij geven daarbij het aantal op de S.G.P.-lijst in 1952 uitgebrachte stemmen het eerst weer, terwijl wij tussen twee haakjes het aantal stemmen, dat in 1948 op de lijst is uitgebracht, daarbij voegen.

In de onderscheidene gemeenten van de provincie Utrecht zijn dan uitgebracht: Abcoude 73 (52); Achttienhoven 50 (49); Amérongen 296 (293); Amersfoort 561 (454); Baam 264 (188); Benschop 169 (164); De Bilt 307 (303); Breukelen 238 (185); Bunschoten 98 (42); Bunnik 50 (57); Cothen 22 (21); Doorn 162 (154); Driebergen-Rijssenburg 405 (369); Eemnes 72 (66); Haarzuilen 2 (4); Harmeien 75 (72); Hoenkoop 15 (21); Hoogland 59 (65); Houten 162 (126); Jutfaas 147 (157); Kamerik 218 (192); Kockengen 159 (154); Langbroek 170 (173); Leersum 214 (191); Leusden 149 (143); Linschoten 228 (217); Loenen 127 (80); Loenersloot 58 (37); Loosdrecht 197 (233); Lopik 327 (358); Maarn 159 (139); Maarsssn 161 (82); Maartensdijk 494 (400); Montfoort 79 (70); Mijdrecht 124 (79); Nigtevegt 6 (5); Odijk 22 (21); Oudenrijn 19 (16); Polsbroek 69 (62); Renswoude 187 (187); Rhenen 959 (946); Ruwiel 101 (88); Schalkwijk 8 (6); Snelrewaard 47 (44); Soest 319 (261); Stoutenburg 93 (74); Tienhoven 22 (8); Tuil en 't Waal 11 (8); Utrecht 1334 (1190); Veenendaal 1006 (766); Veldhuizen 13 (9); Vinkeveen en Waverveen 219 (204); Vleuten 43 (31); Vreeland 45 (44); Vreeswijk 85 (69); Werkhoven 33 (40); Westbroek 61 (66); Wilnis 123 (80); Willeskop 24 (27); Woudenberg 321 (305); Wijk bij Duurstede 27 (25); IJsselstein 265 (245); Zegveld 103 (80); Zeist 760 (764); Zuilen 182 (154).

De stad Utrecht staat evenals in 1948 in stemmenaantal voor de S.G.P. in de provincie Utrecht weder aan de spits. Dit is niet altijd zo geweest. Er was een Hjd, waarin er aldaar gemeenten waren, die deze stad in stemmen te boven gingen. Gelukkig is daarin een gunstige verandering gekomen in de laatste jaren. Het is in die jaren in de stad Utrecht steeds in stijgende lijn vooruitgegaan. Van 1190 in 1948 zijn de stemmen voor de S.G.P. er thans tot 1334 geklommen, en vvdj hebben goede hoop, dat het in de toekomst nog een groter getal zal worden. In Veenendaal is de sprong vooruit nog groter geweest. Daar werden 1006 stemmen op de lijst der S.G.P. uitgebracht tegen 766 in 1948. Een verblijdend resultaat, waarmede Veenendaal in de provincie Utrecht de tweede gemeente werd, waarin de S.G.P. meer dan 1000 stemmen verkreeg.

In Rhenen, dat als derde in de rij volgt, verliep de verkiezing bij lange niet zo gunstig als in de beide tevoren genoemde gemeenten. De vsdnst was aldaar maar een tiental stemmen; terwijl Zeist, dat met vier stemmen terugliep, bepaald teleurstelde.

Daartegenover leverden de verkiezingen in de gemeenten Amersfoort, Maartensdijk gn Driebergen-Rijssenburg, die als vijfde, zesde en zevende in de rij volgden heel wat gunstiger resultaat voor de S.G.P. op. In Amersfoort bedroeg de Vooruitgang over de 100 stemmen en in Maartensdijk bijna 100 stemmen, en in Driebergen-Rijssenburg 36 stemmen. Resultaten, die een rechtgeaarde S.G.P.er goed doen.

Na deze laatste gemeenten komen met een stemmenaantal, dat de 300 te boven gaat, de gemeenten Lopik, Woudenberg Soest en De Bilt aan de beurt. Van dezo gemeenten deed Soest het verreweg het best voor de S.G.P. Niet minder dan 58 stemmen ging zij daar vooruit, terwijl Woudenberg het met 16 stemmen deed en De Bilt een mager figuur sloeg, daar er slechts 4 stemmen meer te noteren vielen, en Lopik teleurstelde, waar zij 31 stemmen verloor.

Als wij vei-volgsns de gemeenten, waarin de S.G.P. meer dan 200 en minder dan 300 stemmen verwierf, gaan beschouwen, dan staat daarvan Amérongen no. 1, terwijl er 296 stemmen op de lijst van de S.G.P. werden uitgebracht, ofschoon het in 1948 reeds 293 waren. Dan leverde Baam een veel beter resultaat op, waarin de S.G.P. tegen 188 stemmen in 1948 met een winst van 76 stemmen, alsook Breukelen tegen 185 in 1948 met een winst van 53, en ook Kamerik, tegen 192 in 1948 met een winst van 26 stemmen uit de stembus kwam, terwijl in deze categorie Leersum, Linschoten, Vinkeveen en Waverveen en IJ.sselstein, de één meer, de ander minder, toch alle in stemmenaantal klommen. Geven wij daarna de gemeenten, waarin do S.G.P.-lijst meer dan 100 maar minder dan 200 stemmen op zich verenigd zag, dan behoren daartoe Benschop, Doom, Houten, Jutfaas, Kockengen, Langbroek, Leusden, Loenen, Loosdrecht, Maam, Maarssen, Mijdrecht, Renswoude, Ruwiel, Wilnis, Zegveld en Zuilen.

Geven de gemeenten Benschop, Doorn, Jutfaas, Kockengen, Leusden, Langbroek en Renswoude ons geen aanleiding tot nadere bespreking, omdat het stemmenaantal der S.G.P. daarin een kleinigheid vooruit of achteruit liep, de gemeente Houten doet dit wel. Van 126 kwam de S.G.P. daar op 162 stemmen, evenzeer Loenen, waarin de S.G.P. van 80 op 127, alsook de gemeenten Maam, Mijdrecht, Ruwiel, Wilnis, Zegveld en Zuilen, waarin de S.G.P. respectievelijk van 139 op 159, van 79 op 124, van 88 op 101, van 80 op 123, van 80 op 103, van 154 op 161 kwam. Inderdaad mooie resultaten, terwijl de sterke vooruitgang in Maarssen van 82 op 181 mede daarin te verklaren valt, dat Maarsseveen, dat in 1948 nog een afzonderlijke gemeente vormde, inmiddels bij Maarssen is getrokken. In deze categorie leverde slechts Loosdrecht een beduidend veriies op

Zo rest ons dan nog — wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd — alvorens met een kort woord van algemene beschouwing te besluiten, enig? bespreking over de gemeenten, die benedsn de 100 stemmen bleven. Daaronder zijn er, die een flinke schrede voorwaarts deden. Bij voorbeeld Abcoude, dat nu 73 tegen 52, Bunschoten, dat nu 98 tegen 42, Stoutenburg, dat nu 93 tegen 74, Tienhoven, dat nu 22 tegen 8, Vleuten, dat nu 44 tegsn 31, en Vreeswijk, dat nu 85 tegen 69 stemmen in 1948 op de S.G.P. uitbracht, terwijl de overige gemeenten van deze categorie ons geen aanleiding geven tot nadere beschouwing, daar daarin hier wat vooruitgang en ook in 'n enkele gemeente enige achteruitgang — zoals de lezers uit de opgave zelf kunnen zien — op te merken is, zonder dat het van grote betekenis is.

Bezien wij de uitslag van de Tweede Kamerverkiezing in de provincie Utrecht in haar geheel, dan strekt het grotelijks tot vreugde, dat in dit gewest er gesn enkele gemeente is, in tegenstelling met Limburg en Noord-Brabant, waarin er zo vele waren, waarin de S.G.P. geen enkele stem verkreeg en dat er bij elke Tweede Kamerverkiezing een beduidende vooruitgang voor de S.G.P. valt te constateren.

Was het stemmenaantal der S.G.P. er jaren lang beneden de 10.000, in 1948 bedroeg het reeds 11, 266 en nu bedraagt het 12, 637, hetgeen 1371 meer is dan in 1948.

Hierbij is het bepaald verheugend, dat in deze provincie steeds meer voorstanders van de oude, beproefde waarheid hun stem op de S.G.P. gaan uitbrengen, alsook dat vele jeugdige kiezeis uit gezinnen, waarin de belijdenis der vaderen nog in ere is, zich niet hebben laten vangen door voorstellingen in reclame-lectuur, waarin allerlei stoffelijks van begeerlijke aard in het vooruitzicht gesteld werd, alsook niet door de inhoud van strooibiljetten, waarin de S.G.P. in een vals daglicht getekend werd, van de wijs hebben laten brengen, daar zij hun stem blijken uitgebracht te hebben op de lijst van de S.G.P., die overheid en onderdaan begeert terug te roepen tot de zo zeer verschuldigde gehoorzaamheid aan Gods wet, waarvan toch slechts alleen het welzijn voor Nederland te verwachten is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen