Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het thans samengestelde ministerie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het thans samengestelde ministerie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Degene, die in de dagen van de zogenaamde Christelijke coalitie van de R.K. met de A.R. en C.H. gezegd zou hebben, dat er een dag zou aanbreken, dat de R.K., C.H. en A.R. in een kabinet, verenigd onder leiding van een socialistische minister-president zouden zitten, zou voor een fantast en ook al stellig voor een lasteraar zijn uitgemaakt. De voornoemde Christelijke coalitie toch gold toen ter tijde als het ware voor een Christelijke staatkunde, als het neusje van de zalm voor een wezenlijk Christelijk beleid. Zij werd niet het minst door de A.R. beschouwd als een, die zelfs de eeuwen zou kunnen verduren. Daarin toch waren naar haar zienswijze partijen verenigd, die op één en dezelfde wortel des geloofs stoelden. Daarom, levende uit Christelijke beginselen als zij deed, werd zij, wederom niet het minst door de A.R., aangeprezen als een hecht bolwerk tegen het anti-Christelijke socialisme, als wenselijk, ja noodzakelijk, omdat zij een machtig middel was om de opkomst van het zo verderfelijke socialisme te keren, dat de Christelijke grondslag van ons volksleven, welke de coalitie voorgaf standvastig te verdedigen, niet slechts ondermijnde, maar radicaal onderste boven wierp. Dat vermeende bolwerk ligt reeds sedert jaar en dag in puin gestort ter neer. Het is gebleken een fata morgana, een luchtverschijnsel, dat scheen en verdween, te zijn.

De R.K. hebben het bolwerk tot de grond toe afgebroken. Zo zelfs, dat daarbij de fundamenten ontbloot werden. Met gevolg, dat het helder en klaar aan het licht kwam, wehc een logen en bedrog de zo hoog als Christelijk verheerlijkte coalitie, lange tijd voor velen verborgen, in zich hield.

Toen toch deze coalitie Rome aan de macht gebracht had, en zij er alles uitgehaald had wat er voor haar uit te halen was, liet zij de A.R., en de C.H. er bij, met het puin zitten. Dezen waren geen kleine desillusie rijker geworden, welke zij zich hadden kunnen besparen, indien zij hun eigen geloofsbelijdenis hadden geloofd. Zij hebben nog maar slechts hun eigen Avondmaalsformulier te lezen, om de onwaarachtigheid van de dusgenaamde Christelijke coalitie met Rome te onderkennen.

Rustte derhalve de coalitie op geen wezenlijk Christelijk fundament — gelijk de uitkomst onloochenbaar heeft bewezen — deze heeft evenzeer bewezen, dat zij geen hecht bolwerk tegen de opkomst van het socialisme was.

Dit is tijdens de coalitie gegroeid. Zo gegroeid, dat de r.k. politiek een coalitie verkoos met de sterk geworden sociahsten, boven die met de A.R. en C.H., die zij smadelijk, geheel aan hun eigen lot overgelaten, de vlakte opgezonden heeft en stank voor dank heeft gegeven. En zelfs op dit ogenblik wil de r.k. politiek — gelijk nog kort geleden door één harer voormannen verklaard is, de coalitie met de A.R. en C.H. niet.

Behoeft het dan ook niet de minste verwondering te baren, dat men in het nieuwe ministerie rooms en rood gezamenlijk aantreft, dit moet het toch wel ten aanzien van de A.R. en C.H. doen. Hoe hebben dezen in het verleden de socialistische politiek als onchristelijk afgekeurd! Hoe hebben zij dat nog heden vóór de verkiezingen gedaan! Hoe hebben zij het lidmaatschap van de Partij van de Arbeid uit die overweging als ongeoorloofd om principiële redenen veroordeeld! Trouwens, de Partij van de Arbeid is als een zuiver humanistische, die in haar statuten niet de minste rekening met God en Zijn geboden houdt, onmogelijk te aanvaarden voor hen, die ook nog maar enige de minste rekening houden met Gods Woord. Oordeelde men onder de C.H., en niet minder onder de A.R. terecht er zo over vóór de vei^kiezingen, na de verkiezing bij de formatie van het ministerie bleek dit voor hen oude plunje te zijn, die afgedaan had.

Vergeten werd daarbij zowel door de leiders der A.R. als door die der C.H. het machtwoord van mr Groen van Prinsterer: In ons isolement ligt onze kracht; vergeten ook, dat elke partij ten duurste verplicht is haar beginselen ongerept te bewaren en daarnaar te leven; vergeten evenzeer — wat bij het erge nog het allerergste is — dat slechts naar zo vele duidelijke uitspraken van Gods Woord die regering door de Heere geëerd wordt, die Hem eert. Geen beginselen, Gods Woord en Wet nog al zo veel te minder, toch, maar belangen kwamen bij de formatie van het kabinet in aanmerking. Een zuivere belangenpolitiek werd daarbij ingezet. De politiek werd daarbij vervolgd, welke in het nu afgetreden ministerie met medewerking van de C.H. reeds gevoerd was; een politiek, welke ons land door het verlies van Indië een niet te overziene, enorme, blijvende schade berokkend heeft. Deze politiek staat als een waarschuwend baken in zee, dat ons zegt, waar het op uit loopt als men Gods Woord miskent. Stond toch ons volk, toen het overeenkomstig -artikel 36 der Nederlandse Geloofsbelijdenis naar Gods Wet bestuurd werd, aan de spits der volken, thans is het bij het dienen van de belangenpolitiek gezonken tot de rang van één der onbeduidendste volken.

Bij de formatie stond de K.V.P. er nadrukkelijk op, dat het te vormen ministerie op een brede basis geformeerd zou worden. Zij heeft daarin haar wil doorgedreven. Het thans opgetreden ministerie is, zoals dr Drees het noemde, een vier-partijen-kabinet geworden. Doch met welk een gekwansel is dat ten uitvoer gebracht! Het is daarbij een loven en bieden, een passen en meten geweest, waarbij het landsbelang geheel op de achtergrond geraakt is.

Twee volle maanden is daarbij een ware koehandel gedreven, waarbij de partijbelangen en zelfs allerlei persoonlijke de boventoon gevoerd hebben. Niet minder dan drie formateurs plus nog ir Staf zijn er aan te pas gekomen, voor het zo ver was, dat een kabinet, bestaande uit 16 ministers, aan de Koningin ter benoeming kon worden voorgelegd.

Dit kabinet, dat nu beëdigd is en als zodanig reeds zijn eerste vergadering gehouden heeft, bestaat uit 6 r.k., (op het ogenblik, dat wij dit schrijven, is de minister van binnenlandse zaken, die een r.k. zal zijn, nog steeds niet benoemd; prof. Beel neemt tijdelijk diens portefeuille waar), 5 socialisten, 2 C.H., 2 A.R. en een partijloze. Het zeer merkwaardige hierbij is wel, dat daarin de oude christelijke coalitie, onder. . . . een socialistische ministerpresident verenigd zit en dat daarbij en daarmede de oude leuzen van „christelijk en nog eens christelijk", waarmede destijds zovele kiezers argeloos gevangen werden, ten grave zijn gedaald en dat de doorbraak door de A.R. en C.H. vóór de verkiezing als onchristelijk van de hand gewezen en bestreden, in het nu opgetreden kabinet een zekere bezegeling vindt.

Of dit kabinet, dat innerlijk ongetwijfeld zwak is, het lang zal maken, daarover wensen wij, in tegenstelling met zovele persorganen, die het een kort bestaan voorspellen, geen uitspraak te dosn. Het ligt voor de hand, dat het nieuwe ministerie ons nog al verder op de weg van het Internationalisme, ook wel Federahsme genoemd, zal voeren. Alle ministers willen die kant wel uit. Zelfs de Anti-revolutionnaire en Christelijk-historische, daarbij mr Groen van Prinsterer verloochenende, die zo nadrukkelijk in zijn geschriften daartegen gewaarschuwd heeft. Dit belet de C.H. en de A.R. niet om ook op dit punt mr Groen van Prinsterer te verloochenen, gelijk zij dit ook al op zo menig ander punt gedaan hebben. De socialisten zullen hen in de bevordering van het Internationalisme gaarne de hand reiken en de R.K. al niet minder. Zij zien daarin een voordeel. De ministers van Frankrijk, België en West- Duitsland zijn toch allen van R.K. huize. En zo dreigt er het grote gevaar, dat er onder en door toedoen van het huidige ministerie nog al zoveel meer verloren zal gaan van hetgeen onze gereformeerde voorouders eenmaal met offers van goed en bloed hebben opgebouwd. Voorts staat te wachten, dat dit ministerie ons, nog al meer de kant van de staatsalmacht uit zal drijven. De socialisten hebban het daar bepaald op gezet. Zij zullen daarbij als wij afgaan op de rede, welke in het vorige jaar door de nu fungerende A.R. minister van Economische Zaken, prof. dr Zijlstra, gehouden werd, in deze geen sterke tegenstander vinden.

In diens rede valt toch klaar op te merken, dat prof. dr Zijlstra principieel geen natuurlijke grenzen voor de staatsbemoeiing met het economische leven erkent. Hij beschouwt dit een kwestie van utiliteit en opportuniteit te zijn, ook al verkoos hij minder staatsbemoeienis boven meer, als dat, volgens hem, ten minste mogelijk is. Zie, hieruit blijkt dat de kwestie van staatsbemoeienis voor hem slechts een kwestie van de practijk des levens is en dat er, volgens hem, geen strijd dient te zijn óver het principe zelf, slechts over de wijze, de mate en het tijdstip, en het mogelijke nut van het ingrijpen van de staat in het particuliere bedrijfsleven, hetgeen weer een punt is, waarop deze Anti-revolutionnair van mr Groen van Prinsterer afwijkt, gelijk hij ook al evenzeer van dr Kuyper afwijkt, wanneer hij diens zo met kracht verdedigde souvereiniteit in eigen kring als een overwonnen standpimt beschouwde. Wat wonder, dat dr Drees en met hem heel de Tweede Kamerfractie van de Partij van de Arbeid tegen het fungeren van professor dr Zijlstra als minister van Economische Zaken geen bezwaar hadden.

In onze bespreking over het nieuwe ministerie zullen wij het thans hierbij laten, al is het onze vaste overtuiging, dat een regering, welke zich niet naar Gods Woord en Wet gedraagt, het heil van een volk niet kan brengen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 september 1952

De Banier | 8 Pagina's

Het thans samengestelde ministerie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 september 1952

De Banier | 8 Pagina's