Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

CVIII.

Chrysostomus verbannen. Grote ontevredenheid onder het volk. Aardbeving. Terugroeping uit ballingschap.

Het laat zich denken, dat het Chrysostomus geen moeite gekost had om een opstand te doen uitbreken. Slechts één woord had hij behoeven te spreken en de vlam des oproers zou hoog boven Constantinopel uitgeslagen hebben, met het gevolg, dat Chrysostomus' vijanden het onderspit hadden moeten delven en hij in zijn bisschopswaardigheid ten volle gehandhaafd zou zijn.

Chrysostomus wüde daartoe echter niet overgaan. Integendeel, hij beproefde al het mogelijke om het bloedvergieten, dat zich allicht zou hebben voorgedaan, indien de volksmenigte tegen de wereldlijke macht in verzet gekomen zou zijn, , te voorkomen. Zelfs toen hij vernam, dat er geweld tegen hem gebruikt zou worden, om hem uit de stad te verwijderen, wachtte hij zich er voor om door middel van het volk zich daartegen te vrijwaren. In plaats daarvan nam hij het besluit zich over te geven Daartoe onttrok hij zich aan het oog van het volk, hij verliet de kerk en gaf zich vervolgens vrijwillig over aan de gewapende macht.

Het duurde echter maar kort of het bericht van de gevangenneming had zich als een lopend vuur onder de schare verspreid, zodat toen men de bisschop des avonds aan boord van een schip bracht, hij door een grote volksmenigte naar de haven werd begeleid. Men liet hen voorlopig aan land gaan aan de zuidelijke oever van de Propontis, om nadere bevelen van het hof af te wachten in zake de plaats der bestemming. Chrysostomus bleef onder dit alles rustig en kalm. Zijn innerlijke toestand heeft hij zelf aldus beschreven: Toen ik uit de stad werd weggevoerd, maakte dit mij niet angstig of moedeloos. Integendeel. Ik zeide bij mijzelf: wil de keizerin mij verbannen, laat zij het doen; want het aardrijk is des Heeren en al zijn volheid; wil ze mij doormidden laten zagen, laat zij het doen, Jesaja is mij voorgegaan; wil ze mij in de diepte der zee laten neerstorten, ze doe het vrij en het voorbeeld van Jona zal mij moed geven; wil ze mij aan de vlammen opofferen, de drie jongelingen in de vurige oven hebben vóór mij die pijn verduurd; wil ze mij voor de wilde dieren werpen, ik zie op het voorbeeld van Daniël in de leeuwenkuil; wil ze mij laten stenigen, ze doe het vrij, Stefanus, de eerste der martelaren, is mij daarin voorgegaan; eist ze mijn hoofd, zij neme het vrij, Johannes de Doper heeft die dood ondergaan vóór mij; wil ze mij ontnemen al wat ik bezit, ze doe het; want naakt ben ik uit mijner moeders schoot gekomen, en naakt zal ik daarheen wederkeren. Mij roept de apostel Paulus toe: God neemt de persoon des mensen niet aan, en: indien ik nog mensen behaagde, zo ware ik geen dienstknecht van Christus. En David sterkt mijn gemoed door de woorden: Ook zal ik voor koningen spreken van Uw getuigenissen en mij niet schamen. Uit het vorenstaande zien we, dat Gods Woord het richtsnoer was van Chrysostomus' gedragingen. Onder alle omstan­ digheden des levens bleef dat Woord voor hem een lamp voor zijn voet en een licht om het duister op te klaren, In het geloof mocht hij zich toebetrouwen aan de Heere, in Wiens hand al zijn paden waren en Die hem ditmaal ook uit de hand zijner vijanden verlossen zou.

Terwijl toch Chrysostomus werd weggevoerd en zijn vijanden over de behaalde overwinning juichten, laaide de ontevredenheid onder het voDc al hoger op, waartoe de gedragswijze der vijanden in geen geringe mate bijdroeg. Zo was er bij voorbeeld een bisschop, Severianus geheten, die aan zijn blijdschap over de verbanning van Chrysostomus openlijk lucht gaf door in een preek, die hij voor de gemeente te Constantinopel hield, hevig tegen Chrysostomus uit te varen en te zeggen, dat, al was er ook geen andere beschuldiging tegen hem ingebracht, reeds zijn hoogmoedige karakter het over hem uitgesproken vonnis genoegzaam rechtvaardigde, want God — zo zeide hij — vergeeft alle andere zonden, maar wederstaal de hoogmoedigen.

Door dergelijke smaadredenen bereikten de vijanden echter het tegendeel van wat ze beoogden. In plaats toch van het volk aan hun zijde te krijgen, kregen ze dit hoe langer hoe sterker tegen zich. Al luider en luider gaf dit zijn ontevredenheid lucht en door de hele stad hoorde men schimpen op de synode, de bisschoppen en het keizerhjke hof. Liet dit reeds niet na om indruk te maken op de keizer en de keizerin, daar zij een opstand vreesden, daar kwam nog een ander voorval bij, dat hen met schrik vervulde. In de nacht toch, die op de eerste dag na Chrysostomus' verbanning volgde, had er plotseling een hevige aardbeving plaats, welke ook het keizerlijke paleis

op zijn grondvesten deed schudden. De keizerin, die zich in haar slaapkamer bevond, werd er door wakker geschrikt. Onmiddellijk rees bij haar de gedachte, dat er verband was tussen de aardbeving en hetgeen er met Chrysostomus geschied was. Haar geweten begon te ontwaken en haar te beschuldigen. De zwakke keizer was al even zo geweldig geschrokken. Toen dan ook de keizerin Eudoxia bij hem op terugroeping van Chrysostomus begon aan te dringen, bood hij daartegen niet de minste weerstand.

Verscheidene boden werden in allerijl gezonden naar de plaats, waar Chrysostomus zich bevond. Zelfs smeekte de keizerin hem in een eigenhandig geschreven brief in de dringendste bewoordingen, om toch met de grootste ' spoed naar Constantinopel terug te komen, daarbij opmerkende, dat zij van de zaak niets geweten had, dat ze onschuldig was aan zijn bloed en dat slechte, verdorven mensen al die aanslagen tegen hem gesmeed hadden. Zelfs riep zij God daarbij tot getuige aan en voegde er aan toe, dat ze het nimmer vergeten kon, dat haar kinderen door zijn handen gedoopt waren! Chrysostomus' ballingschap duurde dus slechts heel kort. Weldra deed hij zijn intocht in Constantinopel, waarbij hij door het volk met jubelkreten begroet en met open armen ontvangen werd. Zelfs de Joodse inwoners der stad deelden in de vreugde. De Bosporus was vol met schepen, waarin de leden der gemeente hun geliefde herder en leraar tegemoet snelden. Zodra Chrysostomus zich aan land begeven had, vormde zich een grote optocht bij fakkellicht om Chrysostomus stadwaarts te begeleiden.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 oktober 1952

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 oktober 1952

De Banier | 8 Pagina's