Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na de val van de mens is er door de Heere gesproken, dat het aardrijk om Adams wille vervloekt was en het distelen en doornen zou voortbrengen. In onze tijd van godsverlating zien wij, dat distelen en doornen op de aarde zijn en groeien schier meer dan ooit tevoren in enige eeuw. Naar welke kant men zijn blik ook wendt allerwege treft men ze thans aan. De wereld is ook thans als in de jaren, welke aan de zondvloed vooraf gingen, vervuld met wrok en wrevel. Wrok en wrevel bezielen menig mens, beheersen zelfs de grote wereldpolitiek. Men behoeft slechts de debatten, welke in de Organisatie van de Verenigde Naties, alsmede die, welke in menig parlement of raad gehouden worden, aandachtig te lezen, om er van overtuigd te worden, dat wrok en wrevel er de boventoon voeren, ja er menigwerf»jalleen aan het woord zijn. Welk een wrok en wrevel ontwaart men in de verhouding tussen de Sovjet-Unie en de geallieerden! Waarlijk, aan distelen en doornen ontbreekt het daarin in het geheel niet. En ook al niet in het kamp der geallieerden. Ook daarin steken wrok en wrevel danig het hoofd omhoog.

In Frankrijk bij voorbeeld is zelfs een verbitterde stemming tegenover de Amerikanen ontstaan. Wat de internationale pohtiek betreft, is de stemming aldaar beslist slecht. Frankrijk voert een zware strijd in Indo- China, die het veel geld, bloed en tranen kost. Die strijd is waarlijk niet van belang ontbloot. Hij gaat in het diepste van het wezen tegen de communisten; gelijk ook die, op Korea tegen hen gaat. Wat de Fransen nu tot grote ergernis strekt, is, dat dit niet erkend wordt, bepaaldelijk niet door de Amerikaanse politiek. Deze toch richt zich geheel op de strijd op Korea. Daarvoor roept zij de hulp van alle geallieerden in, terwijl zij zich om de strijd van de Fransen in Indo-China vrijwel in het geheel niet bekommert. Dit nu grieft de Fransen buiten mate. En bij deze grief blijft het nog niet alleen.

Daarbij komt nog iets anders, dat de Fransen in merg en been ergert. Indo-China is Frans koloniaal gebied. De Fransen zijn er van doordrongen, dat ds handhaving van hun bezit van Indo- China niets meer of minder is dan een zaak van de handhaving van Frankrijk zelf. Dezen wensen dan ook het moederland en de overzese bezittingen verenigd in één grote unie behouden te zien. Tal van Amerikanen echter zien in de Franse unie slechts een dekmantel van kolonisatie. Vandaar, dat de Amerikaanse hulp aan de Fransen in hun zware strijd in Indo-China zo uiterst gering is. De Amerikaanse politiek lijdt in deze wel aan kortzichtigheid. Het verlies van Indo-China door de Fransen immers betekent niet anders dan winst voor de communisten. Gaat Indo-China te eniger tijd voor de Fransen verloren, dan varen de communisten er ongetwijfeld wel bij. Verbittert de Amerikaanse houding inzake Indo-China de Fransen, de gedragswijze, welke de Amerikanen ten aanzien van de Marokkaanse en de Tunesische kwestie innemen, doet dit stellig al niet minder. De Amerikaanse regering heeft er toch aan mede gewerkt, dat deze kwestie als één der eerste punten van behandeling op de agenda van de Algemene Vergadering van de Organisatie der Verenigde Naties is geplaatst. Dit nu heeft in Frankrijk al zeer veel kwaad bloed gezet. De weerslag daarvan doet zich in zeer sterke mate ten opzichte van de Europese eenheid en de Europese Verdedigings Gemeenschap gevoelen. Daar tegen groeit in Frankrijk met de dag het verzet.

Groot-Brittannië gevoelt allerminst warm voor de Europese eenheid op het vasteland. Amerika is er warm voor gelopen. De Amerikaanse politiek heeft het bepaald daarop gezet. Al is daartegen in Duitsland tegenstand, ook de Westduitse regering is er een sterke voorstandster van.

Dit heeft ten gevolge, dat er in de Atlantische gemeenschap twee groepen ontstaan. Een Amerikaans-Westduitse groep en een Engels-Franse. Dit doet de Europese eenheid en de Europese Verdedigings Gemeenschap op hun fundamenten schudden. Zo zelfs, dat er ondanks de grote activiteit, welke de Amerikaanse regering in deze betoont, een zeer grote kans bestaat, dat noch van de Europese eenheid, noch van d!> Europese Verdedigings Gemeenschap ooit iets tot stand komt.

Wat de mislukking van de Europese eenheid en de Europese Verdedigings Gemeenschap voorts tot een vrij grote zekerheid maakt, is de kwestie van het Saarland. Daar is in deze een breuk tussen Frankrijk en West-Duitsland ontstaan. De verkiezingen in het Saarland, welker uitstel West-Duitsland wüde, zullen, zoals het zich thans laat aanzien, niet uitgesteld worden. Het Saarlandse parlement heeft namehjk besloten de kieswet voor een laatste onderzoek naar de juridische commissie te verwijzen. Ook zal binnenkort de datum van de verkiezingen in het Saarland definitief worden vastgesteld. Deze moeten vóór 17 December aanstaande worden gehouden.

Bovendien heeft de Saarlandse ministerpresident Hoffmann ook niet aan de eis van de Westduitse bondskanselier Adenauer, om de Duitsgezinde partijen in het Saarland vrije propaganda toe te staan, willen voldoen, wat de kwestie nog al ingewikkelder maakt, die overigens al zo moeilijk op te lossen blijkt te zijn. Uit Parijs wordt gemeld, dat het woord thans aan de Duitsers zou zijn en dat de Franse regering geen nieuwe voorstellen aan de Duitse regering zal doen. Er bestaat dus op het ogenblik al bitter weinig kans, dat er tussen de Westduitse en Franse regeringen alsnog onderhandelingen op een nieuwe basis zullen plaats vinden.

Zo blijkt het pad naar de Europese eenheid en de Europese Verdedigings Gemeenschap met distelen en doornen bezaaid te zijn.

Het zelfde kan gezegd worden van de toenadering tusens de geallieerden en de Sovjet-Unie. De Russische minister van buitenlandse zaken Wysjinski heeft toch dezer dagen in de politieke commissie van de Algemene Vergadering van de Organisatie der Verenigde Naties het Amerikaanse voorstel verworpen om tot een wapenstilstand op Korea te komen op de grondslag van vrijwillige keuze door de krijgsgevangenen van de plaats, waarheen zij willen gaan. Wysjinski noemde het voorstel van de Amerikaanse minister Acheson een poging om bij de kiezers voor de aanstaande Amerikaanse presidentsverkiezing een goede indruk te maken en stelde de oprichting voor van een commissie, gevormd door landen, die zijn betrokken bij de oorlog en door landen, die aan de oorlog niet deelnemen. Doel van deze commissie zou moeten zijn om Korea te herenigen.

In zijn rede, die drie uur en veertig minuten duurde, betoogde Wysjinski, dat het volstrekt niet bewezen was, dat de Noord-Koreanen de oorlog op Korea ontketend hadden. Hij wees de Amerikanen als de schuldigen aan, verklarende, dat dezen oorlog en herbewapening nodig hadden tot voorkomen van een economische crisis. Hij zeide, dat de Russen Noord-Korea niet hadden verlaten, voordat zij een democratisch gekozen regering hadden tot stand gebracht. Dat de Sovjet-Unie deze regering van wapens had voorzien, ontkende hij. Volgens Wysjinski wilden de Amerikanen op Korea eigenlijk geen wapenstilstand. Zij waren van zins geweest om een deel van het Noordkoreaanse gebied bij Zuid-Korea te voegen en Acheson zou zijn voorstel om tot een wapenstilstand te komen slechts gedaan hebben om zijn gezicht voor de kiezers te redden. Wysjinski steunde het Poolse vredesvoorstel, dat de oude welbekende Russische voorstellen inhoudt, dat echter onderaan op de agenda staat, weshalve hij een voorstel indiende, dat de oprichting van een commissie bevatte.

Wysjinski deed in zijn rede de oude Russische stokpaardjes weer danig rijden, waarin hij Acheson van grove verdraaiing van de feiten beschuldigde. Van Amerikaanse zijde is dan ook niet ten onrechte opgemerkt, dat Wysjinski ia zijn rede een opsomming heeft gegeven van alle oude beschuldigingen, welke reeds aUe herhaaldelijk zijn weerlegd. Van verschillende zijden was men aangaande Wysjinski's rede van oordeel, dat Wysjinski met zijn rede op het oog had om Amerika te isoleren en om de Aziatische landen voor de Sovjet-Unie te winnen. Volgens dat oordeel had hij voorgesteld een wapenstilstand op Korea tot stand te brengen, mits de vredesvoorwaarden door een uitgebreide commissie en niet onder Amerikaanse invloed zouden worden vastgesteld. Het behoeft geen nadere uitleg, dat, overeenkomstig Wysjinski's verlangen, het rode China en ook de Sovjet-Unie in de commissie vertegenwoordigd behoorden te zijn. Dat Wysjinksi's voorstel zal worden aangenomen, lijkt al zeer onwaarschijnlijk. Amerika heeft een voorstel van zodanige strekking steeds afgewezen. Zij houdt vast aan de voorwaarde, dat eerst te velde door de militairen een wapenstilstand gesloten moet worden, voordat de mogelijkheid tot pohtiek overleg kan worden geopend en dat de aanvallers eerst de wapens moeten neerleggen. Het is begrijpelijk, dat men zich in de kringen van de Verenigde Naties teleurgesteld gevoelt over Wysjinski's rede, daar het geen enkel nieuw gezichtspunt bevat. Men is daarin dan ook van mening, dat de deur voor een wapenstilstand op Korea voor goed op het nachtslot geworpen is.

Nochtans zal de rede van Wysjinski een punt van bespreking op de Algemene Vergadering uitmaken en zonder meei' zo maar niet van de baan zijn. De Engelse gedelegeerde Selwyn Lloyd verwierp het voorstel van Wysjinski. Hij zeide, dat de reeds door de onderhandelaars van de Organisatie der Verenigde Naties ingediende voorstellen van kracht bHjven en dat aanvaarding van deze voorstellen omniddelhjk tot een wapenstilstand op Korea zou leiden. Bovendien vroeg hij, dat Wysjinski — hetgeen hij in zijn rede niet gedaan had — zich eens duidelijk zou uitspreken of hij vóór of tegen gedwongen terugkeer van de krijgsgevangenen was. Een oprecht Russisch antwoord zou veel meer tot een oplossing van de kwestie kunnen bijdragen dan het instellen van een commissie, zoals Wysjinski had voorgesteld. Naar een Amerikaanse woordvoerder heeft medegedeeld, zal de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Acheson, Wysjinski trachten te dwingen tot in bijzonderheden aangaande de arbeid van de door hem voorgestelde commissie te treden. Acheson zal Wysjinski tijdens het Koreaanse debat onder meer vragen, wie in de commissie zitting zullen moeten nemen en wanneer de commissie haar arbeid zal moeten aanvangen. Ten slotte zij ten aanzien van de Algemene Vergadering nog opgemerkt, dat de Engelse regering van mening is, dat deze vergadering niet competent is de Zuidafrikaanse rassenkwestie te behandelen. Volgens haar zou de behandeling er van niets meer of minder dan een schending van het Handvest van de Organisatie der Verenigde Naties betekenen.

Men kan uit het voorafgaande op overtuigende wijze zien, welk een doomachtig pad de Algemene Vergadering van de Organisatie der Verenigde Naties betreedt. Daarop groeien zelfs zulke scherpe distelen en doornen, dat het mogelijk is, dat Frankrijk uit de Organisatie treedt, hetgeen verscheidene Fransen willen, indien de Algemene Vergadering de Tunesische en Marokkaanse kwestie in behandeling neemt of niet naar genoegen van Frankrijk behandelt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 november 1952

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 november 1952

De Banier | 8 Pagina's