Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De nieuwe Zondagswet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De nieuwe Zondagswet

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De door de regering bij de Tweede Kamer ingediende Zondagswet is in vergelijking met de bestaande Zondagswet van 1815 bepaald een verslechtering. Ging de bestaande Zondagswet nog van het beginsel uit, dat de Zondag als de dag des Heeren behoorde geheiligd te worden, het huidige ontwerp van wet heeft daar in beginsel mede gebroken. Dit wetsvoorstel stelt toch in artikel 1 de dag des Heeren gelijk met erkende christelijke feestdagen met de Hemelvaartsdag, de eerste Kerstdag en zelfs met de Nieuv\']aarsdag. Dit is wel een schromelijke verkleining van de hoogheid van Gods dag. Is toch de laatste een Goddelijke instelling, de feestdagen zijn dit beslist niet. Hier dreigt bovendien nog het gevaar, dat wanneer Rome's macht toeneemt, ook de roomse feestdagen als de Allerheiligendag alsdan met de dag des Heeren gelijk gesteld zullen worden.

H!eel het ontwerp van wet draagt het revolutionnaire karakter van elck wat wils. Niet Gods Woord en wet liggen — gelijk ook door minister Beel erkend wordt — aan de wet ten grondslag, maar heel wat anders. De minister komt er openlijk voor uit: de publieke volksconsciëntie. Deze is het, waarnaar heel het ontwerp van wet is ingericht. Echt revolutionnair naar de volkswil. En wat er dan van een heiliging van Gods dag en rust daarop terecht komt, laat zich licht bevroeden door degenen, die de schrikkelijke ontheiliging van des Heeren dag ten onzent kennen. Daarin brengt dit ontwerp van wet dan ook hoegenaamd met zijn artikelen geen enkele verbetering, maar wel, zoals reeds opgemerkt is, in - vergelijking met de bestaande Zondagswet een aanmerkelijke verslechtering. Bepaalde artikel 3 van de thans figerende Zondagswet, dat gedurende de tijd, voor de openbare godsdienstoefeningen bestemd, „geenerhande spelen, hetzij kolven, balslaan en dergelijke mogen plaats hebben", de huidige wetgever verklaart in zijn Memorie van Toelichting dat hij de ontwikkeling van het gemeenschapsleven niet negeren kan, maar daarmede rekening heeft te houden.

Ter rechtvaardiging en verdediging van zijn standpunt schrijft hij in zijn Memorie van Toelichting:

„Te dezen dient enerzijds te worden bedacht, dat de behoefte aan ontspanning in deze Hjd voor velen is samengegroeid met de behoefte aan een wekelijkse rustdag. Wat de beoefening van sport en andere lichaamsbeweging in de open lucht betreft, voor hen, die op werkdagen daartoe geen gelegenheid hebben, mag dit gevoegelijk een levensbehoefte heten.

Bovendien zit in sommige vormen van ontspanning een element van de vorming van de jeugd en van de besteding van vrije tijd, welke bij die ontspanning bewust geleid wordt. Anderzijds behoeft de openbare godsdienstoefening van sportbeoefening in de voor de godsdienstoefening gebruikte tijd niet onvermijdelijk werkelijke hinder te ondervinden.

Anders wordt het, zodra de sportbeoefening voor anderen, dan die daar aan deelnemen, als een openbare vermakelijkheid wordt georganiseerd, of gepaard gaat met gerucht. Hierbij komt de openbare rust in het gedrang. Nochtans gaat het niet aan, in beginsel alle openbare vermakelijkheden op Zondag te verbieden. Daargelaten, dat zulks wellicht een averechtse uitwerking zou hebben, zou het ook niet redelijk zijn de behoefte van een vrij groot deel van het publiek aan deze vorm van ontspanning geheel te nege­ ren. In het wetsontwerp is een oplossing nagestreefd in dier voege, dat Ie. de mogelijkheid worde opengelaten om niet alle soorten van vermakelijkheden over één kam te scheren; 2e. in principe voor de Zondagmorgen een strenger régime zal gelden dan voor de rest van de Zondag; Se. op grond van plaatselijk heersende opvattingen het régime voor de Zondagmorgen zal uitgebreid mogen worden tot de gehele Zondag".

Tot zo ver dit gedeelte uit de Memorie van Toelichting. Daaruit blijkt wel overduidelijk, dat Gods gebod geheel door de minister ten achtergesteld wordt bij sportbeoefening, vennakelijkheden, de behoefte van het publiek, in één woord, dat Gods Woord totaal aan kant geschoven wordt voor de begeerten van de mens en dat de Zondagsheiliging daaraan wordt opgeofferd.

Bovendien komt daaruit vast te staan, dat de regering het met des Heeren dag allerminst nauw neemt, waar zij een strenger régime voor de Zondagmorgen wil laten gelden dan voor het overige van die dag. Dat is wel erg rooms, want er zijn r.k., die uit de kerk des Zondag.s naar de kroeg gaan en tallozen van hen maken zich, zo zij des morgens maar ter kerk geweest zijn, op het overige van die dag aan 'allerlei zondig vermaak als kermisvieren schuldig. Moge het dan al door de minister worden voorgestaan om des Zondagmorgens een strenger régime te laten gelden dan voor de rest van de Zondag, dit druist vierkant tegen Gods Woord in, dat geen heiliging van en rust op Gods dag van ons eist voor een gedeelte van die dag, maar van de gehele dag.

En wat betreft dat de minister in het wetsontwerp bepaald heeft, dat op grond van een plaatselijk heersende opvatting het régime voor de Zondagmorgen zal mogen worden uitgebreid tot de gehele Zondag, daaromtrent moet worden opgemerkt, dat de gemeente-wetgever in deze de bevoegdheid sterk aan banden gelegd is. Artikel 7 van het wetsontwerp luidt toch:

„Plaatselijke verordeningen tot regeling van punten, waaromtrent bij deze wet niet voorzien is, mogen geen verbodsbepalingen inhouden omtrent sportbeoefening of andere vormen van ontspanning, die niet als openbare vermakelijkheid in de zin van deze wet zijn te beschouwen".

Wij kunnen uit alles opmaken, dat Gods geboden schromelijk ten achter gesteld worden, wel in het bijzonder bij sportbeoefening en zogenaamde ontspanning, hetgeen wel allervreselijkst is en de overheid en ons land duur zullen hebben te bezuren, want de Heere laat niet met Zich spotten.

In deze verontschuldigt zich de regering door in de Memorie van Toelichting te verklaren:

„Indien liet al ooit tot de taak van de overheid heeft behoord, de plichtmatige viering van de dag "des Heeren te verzekeren, dat wil zeggen door middel van wettelijke voorschriften de heiliging van de Zondag af te dwingen, thans kon daarvan, naar het oordeel der Regering, in geen geval sprake zijn. De bemoeiingen van de overheid kunnen er slechts toe strekken uitwendige beletselen voor de heiliging van de Zondag door haar onderdanen weg te nemen, en door haar personeel tot die heiliging gelegenheid te geven door haar eigen werkzaamheden op die dag zo veel mogelijk te laten rusten".

ïln veivolgens vei-klaart de minister in zijn Memorie van Toelichting:

, , De regering heeft derhalve gemeend in het wetsvoorstel uitsluitend voorschriften te moeten opnemen ter wegneming van beletselen voor de viering van de Zondag als de dag des Heeren; voor zodanige regeling is in de natie als de onze, waarvan een grote meerderheid de christelijke godsdienst belijdt, stellig plaats. Immers, hoe zeer ook sinds het begin van de vorige eeuw de onkerkelijkheid is toegenomen, nog steeds drukt — de regering constateert dit met dankbaarheid — het Christendom zijn stempel op ons volksleven en dragen ook de Zondag en enige Christelijke feestdagen daarvan het merk. De bescherming van de openbare godsdienstoefening en van de openbare rust op de Zondag vormt dus het hoofddoel van het ontwerp.

Intussen kan zulks in het huidige tijdsgewricht niet leiden tot het geheel stilstaan van het openbare leven, terwijl mede in aanmerking moet worden genomen, dat velen — boven werd daarop, reeds met een enkel woord gezinspeeld — de Zondag thans een andere bestemming geven dan die van een Code gewijde en geheiligde dag. Bij het treffen van zijn maatregelen ter bescherming va nhet Christelijk karakter van de Zondag, kan de wetgever deze ontwikkeling van het gemeenschapsleven niet negeren, doch zal hij daarmede rekening moeten houden".

De maatregelen ter bescherming van het Christelijke karakter van de Zondag, welke de regering in haar wetsvoorstel voorstelt te nemen, bestaan daarin, dat in artikel 2 voorgesteld wordt:

„Het is verboden op Zondag in de nabijheid van kerken of andere gebouwen voor de openbare eredienst in gebruik, gedurende de godsdienstoefening zonder strikte noodzaak gerucht te verwekken, waardoor de godsdienstoefening wordt gehinderd".

In artikel 3 wordt voorgesteld:

„Het is \'erboden op Zondag zonder strikte noodzaak gerucht te verwekken, dat op een afstand van meer dan 200 meter van het punt van verwekking hoorbaar is".

In artikel 4 wordt voorgesteld: , , Het is verboden op Zondag voor 13 uur openbare vermakelijkheden te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen".

IR artikel 5 wordt voorgesteld:

„Het is verboden op Zondag vóór 13 uur politieke optochten of politieke bijeenkomsten in de open lucht te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen".

En in artikel 6 wordt voorgesteld: „Het is verboden op Zondag zonder genoegzame reden de openbare rust door arbeid in beroep of bedrijf te verstoren".

Het zal de opmerkzame lezer van dit artikel niet hebben kunnen ontgaan, dat het vierde gebod van de Wet des Heeren bij de samenstelling van het wetsontwerp totaal genegeerd is, en dat daarvoor verontschuldigingen, die geen steek houden, door de regering zijn aangevoerd, als de tijd, de volksconsciëntie, de sportbeoefening, de ontspanning en de vermakelijkheid.

Wij zullen het bij onze bespreking hier-

bi) laten en kunnen dit te gereder doen, dewijl het in het voornemen der Kamerfractie ligt om bij de behandeling van dit wetsvoorstel, dat D.V. spoedig in behandeling zal komen, te spreken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 februari 1953

De Banier | 8 Pagina's

De nieuwe Zondagswet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 februari 1953

De Banier | 8 Pagina's