Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de Jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de Jeugd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOM KOOS

Beste neven en nichten!

OOM KOOS

Beste neven en nichten!

Allereerst een woordje tot Suzan Koole te K., die bijna 900 postzegels, allemaal gesorteerd, zond. Ze zijn in goede orde ontvangen en er wordt voor gezorgd, dat ze aan het goede adres komen. Voorts beterschap toegewenst, Suze, en dank voor de toezending. Vervolgens roepen we een hartelijk welkom toe aan enkele nieuwe neven en nichten Het zijn de volgende: Jaapje Koppejan te Z., Pieter van Dalen te A., Maarten Hooijmeyer te R., Pieter Rokus Tromp te B.H., Jan Vrijhof te R., Cornells Vrijhof te R., Dieuwke Klompstra te H. (Fr.), Jaap Veenendaal te L., Willy Romijn te K., Gerrigje Scherpenzeel te N.

Dat zijn er dus tien. Een mooi getal, dat voor vele jongens en meisjes, die de raadsels wel geregeld oplossen, maar de oplossingen niet inzenden, een aansporing kan zijn om zich ook op te geven en voortaan de oplossingen geregeld in te zenden.

Hier volgen thans de nieuwe raadsels van

OPGAVE 291

Jongeren:

1. Noem de naam van: a. de stamvader der Edomieten; b. Rachels vader; c. een jongeling, die door zijn vader ten offer moest worden gebracht; d. een man, die van zichzelf zeide, dat hij zwaar van mond en zwaar van tong was. e. de vloeistof, welke men de Heere Jezus gaf toen Hij aan het kruis hing; f. de man, die uit Sodom gered werd, voordat deze stad door vuur verwoest werd; g. de man, die een vrouw voor Izak meebracht; h. de plaats, waar de persoon vandaan kwam, die het kruis van de Heere Jezus droeg; i. Samuels moeder. Welke naam vormen de beginletters van bovenbedoelde namen?

2. Door verplaatsing der letters van HAMANO kan men de naam krijgen van de vader van één der richteren over Israël. Hoe luidt deze naam?

3. Zoek uit elk der hier volgende zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte geven uit het vierde hoofdstuk van het boek Ruth. a. De Heere zag al wat Hij gemaakt had en het was zeer goed. b. Hoe lang heb ik u al niet verdragen? c. Zij hebben het in onwetendheid gedaan. d. Maar Mijn volk wou niet naar Mijn stem horen. e. Wist ge niet, dat dit strafbaar is? f. Noach ging in de ark. g. De ark werd gesloten en tosn begon het hard te regenen. h. Ga in door de enge poort. i. Judas was de verrader van de Heere Jezus.

Ouderen:

1. Een tekstgedeelte uit Deuteronomium bestaat uit 33 letters. Welk tekstgedeelte wordt bedoeld als het volgende gegeven is:14 26 12 9 18 8 20 was een Filistijn, die de slagorden Israels hoonde; 1 26 17 23 11 was in de hand Gods Israels bevrijder; 29 5 24 is de stamvader der Joden; 22 31 10 13 7 2 28 15 33 is een volk, dat genoemd wordt in Psalm 83; 16 21 19 25 32 29 is een laag gedeelte van het land, waardoor een rivier in Afrika stroomt; 4 27 3 komt voor in het lichaam van mens en dier; 6 is de tweede letter van de naam van de stamvader van de priesters bij Israël.

2. Zoek uit elk der hieronder volgende zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een gedeelte geven van een tekst uit het boek Numeri: a. Hoe lieflijk, hoe vol heilgenot, zijn mij Uw huis-en tempelzangen. b. Ik moet werken zo lang het dag is. c. %Iaar de Heer' zal uitkomst geven. d. Uw vaderen hebben Mij verzocht, beproefd en Mijn werk gezien. e. Het land, dat Israël kreeg, was een zeer vruchtbaar land. f. Ik zal u overleveren in de handen van een volk, welks sprake gij niet kent en dat u naar zijn land zal wegvoeren. g. Of tergen wij de Heere? Zijn wij sterker dan Hij?

3. Een tekstgedeelte uit het Nieuwe Testament bestaat uit 25 letters. Zoek dit gedeelte uit de volgende gegevens: a. 18 13 21 4 14 19 13 12 7 14 3 20 16 13 is de naam ener vrouw, die van zeven duivelen verlost was; b. 10 23 22 is de naam van een riviertje in Utrecht; c. 6 17 24 25 betekent karaktervol, trots; d. 1 8 9 5 16 15 2 11 is een stad in Overijssel.

De oplossingen dezer raadsels nog NIET ingezonden worden. mogen

CORRESPONDENTIE

Henk van G. vraagt wat patriarchen zijn. Het woord patriarch betekent eigeplijk hoofd van een familie. In het Nieuwe Testament wordt dit woord uitsluitend gebezigd ter aanduiding van Abraham, zoals in Hebr. 7 : 4, waarin gesproken wordt van Abraham de patriarch, of van de twaalf zonen van Jacob, die in Handelingen 7 : 8 de twaalf patriarchen genoemd worden. Petrus noemde David in zijn toespraak op de Pinksterdag eveneens patriarch. In de oude Christelijke kerk sprak men ook van patriarchen, waaronder aanvankelijk alle bisschoppen verstaan werden. Later werden slechts enkele bisschoppen met patriarch aangeduid, zoals die van Jeruzalem, Antiochië en nog enkele meer. In de Grieks-Katholieke kerk heeft men nog patriarchen. Wanneer tegenwoordig van de patriarchen gesproken wordt, dan worden hiermede gewoonlijk de avtsvaders Abraham, Izak en Jacob bedoeld. We gaan thans verder met het verhaal over

DE WALDENZEN

XXIII.

Wij zullen de geloofsbelijdenis, die de Waldenzer synode in 1532 opstelde, en die uit zeventien artikelen bestaat, hier niet vermelden, doch slechts er van meedelen, dat ze in de hoofdzaken der leer met die der Hervorming overeenstemt. De synode nam bovendien het besluit, dat er voor goed een einde moest zijn aan alle misleiding, aan elke poging om het geloof te verbergen, waardoor men te vaak getracht had aan de nasporingen van de vijanden des geloofs te ontkomen; dat men daarom aan geen enkele der roomse bijgelovigheden mochi '1ee!ne men, dat men de roomse priesters niei. meer als leraars erkennen zou en dus in geen geval en onder gesn omstandigheid hun geestelijke bijstand mocht inroepen. Eveneens werd besloten de godsdienstige samenkomsten in het geheel niet meer verborgen te houden, maar zo openbaar mogelijk, opdat zij te meer zouden strekken tot verheerlijking van de Naam des Heeren.

Al deze besluiten werden met vrijwel algemene stemmen genomen. Slechts een tweetal predikers, die niet uit de valleien geboortig waren, kon zich er niet mede verenigen en verliet de synode om zich naar Moravië en Hohemen te begeven, waar ze een zeer ongunstig rapport uitbrachten over de besluiten der Waldsnzer synode. Dit is gebleken uit een brief, die door de kerken aldaar naar de valleien werd gezonden, doch deze brief werd zo beantwoord, dat de ongunstige gedachte geheel werd weggenomen. Gelukkig bleef het bij de Waldenzen niet bij besluiten alleen, doch men ging ook tot handelen over. Het berouw, dat men gevoelde over het vroegere gedrag van vermomming, wat de belijdenis des geloofs betrof, vuurde nu de gemoederen te meer aan om openlijke bewijzen te geven van de oprechtheid der gehechtheid aan de waarheid van Gods Woord. Predikers en gemeenteleden boden elkaar de hand en ondersteunden elkaar zo veel mogelijk in het najagen van hetzelfde doel, namelijk het uitzuiveren van de roomse zuurdesem. Het was echter te verwachten, dat deze verandering van koers de roomse geestelijkheid niet ontgaan zou en dat daardoor de oude haat wederom zou worden opgewekt. Nog geen twee jaren nadat de synode had plaats gevonden, begon de vijand van Gods Woord dan ook al weer met zijn vervolgingen.

Zulks geschiedde in Provence op aanstoken van de bisschoppen van Sisteron, Apt en Cavaillon; in Piëmont door het drijven van de aartsbisschop van Turijn. Karel III, hertog van Savoye, gaf aan de aanmaning van deze kerkelijke prelaten gehoor en droeg de wrede taak der vervolging op aan Pantaleon Bersour, heer van Rocheplatte.

Deze bezocht de streken, zowel in Provence als Piëmont, waar de vervolging reeds uitgebroken was. Ook kreeg hij afschriften van de vonnissen, die reeds geveld waren en voorts schreef hij al de namen van de verdachte Waldenzen op een lijst. Zo toegerust vervoegde hij zich bij de inquisiteurs.

In Augustus 1535 gaf de hertog bevel om met de tuchtiging der van ketterij beschuldigde Waldenzen een aanvang te maken. De heer van Rocheplatte verzamelde een uitgelezen bende gewapenden, omstreeks 500 man sterk, en tastte eerst de vallei van Angrogna aan. Zijn onderneming slaagde echter slechts gedeeltelijk. De bevolking, die zich bedreigd zag en in onrust was geraakt, had wachten uitgezet, zodat men in tijds van de nadering der vijandsn onderricht werd en op tegenstand bedacht kon 'zijn. Die tegenstand was zo krachtig, dat de vijand niet slechts het verder voortgaan belet werd, maar zich zelf ook nog van een deel van de buit ontroofd zag, waarvan hij zich reeds had meester gemaakt. Daarbij kwam, dat gravin Blanche, weduwe van de heer van Angrogna, zich ernstig bij Bersour er over beklaagde, dat hij de nagedachtenis van haar overleden echtgenoot beledigde door zijn land te verwoesten en zijn onderdanen te doden. Het gevolg was dan ook, dat Bersour zich uit de gebergten terugtrok om zich meer tot het vlakke land te bepalen.

OOM KOOS

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1953

De Banier | 8 Pagina's

Voor de Jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1953

De Banier | 8 Pagina's