Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het vervoer-verbod

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het vervoer-verbod

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat is er al niet gedaan om het vervoer van niet-ingéënt vee en de maatregelen betreffende de inenting van het vee te voorkomen. Wij hebben daarover reeds in het artikel „Petitionnement in zake het vervoerverbod van niet-ingeënt vee geschreven en zullen daarop thans niet terugkomen. Meer bepaaldelijk wensen wij thans over het vervoerverbod en wat daarmede nauw samenhangt te handelen. Allereerst gaan wij dan het onze over de inenting zelf zeggen.

Krachtens de Inentingswet van 1939 is niemand verplicht om zichzelf of zijn kinderen te laten inenten. Ook ten aanzien van het vee bestaat er geen enkele wettige veiplichting. Derhalve kan geen veehouder gedwongen worden om zijn vee te laten inenten.

Rechtstreeks kan de regering dan ook niemand verplichten om zijn vee te laten inenten.

Doch de Regering is met een dusdanige ijver voor de inenting onder het vee en in dit geval tegen mond-en klauwzeer bezet, dat zij alles — getuige het vervoerverbod, waarover later gesproken zal worden — in het werk stelt om het vee maar ingeënt te krijgen. Bij deze rage doen zich alreeds dezelfde verschijnselen voor als bij de inenting onder mensen. Ook hierbij worden slachtoffers gemaakt.

Zo is ons van geheel betrouwbare zijde bericht, dat er in de gemeente Ermelo bij een veehouder ten gevolge van de inspuiting van het serum tegen monden klauwzeer dieren gestorven zijn. Deze inspuiting vond plaats op een Donderdag. De daarop volgende Maandag werden vijf stuks vee van de negen ingeente dieren ziek. Deze ziekte nam bij twee aldra ernstige vormen aan. Zij hebben ontzettend geleden — het was voor de eigenaars bijna niet om aan te zien — en zijn na dertien dagen, na hevige pijnen geleden te hebben, gestorven. De andere drie stuks kregen dikke borsten en twee er van zijn doorgesneden geworden. Ook bij een buurman van de veehouder was een koe door de inspuiting aangetast.

Het merkwaardige hierbij is, dat, terwijl men zich overal tegenwoordig voor verzekert en de Regering zo diep in liet bedrijfsleven ingrijpt en met staatsmacht daarin dwingend regelend optreedt, er in deze geen regeling tot vergoeding van de geleden schade getroffen is, zodat de veehouders klaarblijkelijk de schade zelf maar moeten dragen. Afgezien daarvan heeft het toch zeer veel te zeggen, dat ook deze inenting niet alleen een vreselijk lijden, maar zelfs de dood van de dieren veroorzaken kan.

Doch daarom betreuren de verheerlijkers van de inenting zich niet al te zeer, evenmin als zij dit doen ten opzichte van de volwassenen en kinderen, die uit oorzaak van de inenting niet alleen ernstige ziekten en kwalen belopen, maar haar zelfs menigmaal met de dood bekopen. Wij zien hieruit, dat zowel betreffende de inenting van mensen als dieren behalve principiële — waarop wij in dit artikel niet nader zullen ingaan, dewdjl wij ze reeds onderscheidene malen uiteengezet hebben — ook practische bezwaren oplevert. Hierbij willen wij alleen opmerken, dat wij het Gode-tergsnd achten te zijn, dat, wanneer zich in een stal vee bij een niet-ingeënt dier monden klauwzeer voordoet, al het gezonde vee maar wordt afgeslacht, gelijk onlangs nog in een dorp in de provincie Utrecht geschiedde, waar 40 stuks vee, waaronder 30' drachtige, werden afgemaakt. Dit is nog zoveel te gruwelijker, waar mond-en klauwzeer geen ongeneeslijke ziekte is.

Wat het vervoer-verbod betreft, heeft het zeer veel te zeggen, dat juist op de dag waarop dit werd uitgevaardigd, duizenden stuks gezond vee omkwamen en dat ingeënt en oningeënt, tuberculeuse en niet tuberculeuse dieren dooreen liepen en meermalen in een en dezelfde bewaarplaats te recht kwamen. Aanschouwt daarin de vinger Gods, gelijk deze daarin ook te zien is, dat het oordeel Gods juist op des Heeren dag, welke dag' van lieverlede in ons land tot een zondendag is gemaakt, ons volk getroffen heeft.

Was er maar enige opmerking, hoe gans anders zou ons volk zich op Gods dag gedragen, alsook was dan te verwachten, dat de regering haar zo verfoeilijk dwangmiddel van veevervoer inti-ok.

Doch helaas daar is geen opmerking aangaande Gods daden. In onbekeerlijkheid en verharding maakt het zich rijp voor de dag der slachting; wel gelukkig degene, die zich onder de oordelen Gods als de schuldige heeft mogen leren kennen.

Neen daar is geen opmerking, helaas ook niet bij de regering. Duizenden stuks vee zijn door de watervloed om het leven gekomen. Haar verbod werd op de dag van de uitvoering door des Heeren hand krachteloos geinaakt.

Nochtans zweert de regering bij haar verbod. Ze is tot dusverre trots al de veelvuldig aangewende pogingen daarvan niet af te brengen; niet af te brengen, al brengt zij met handhaving van hare bepaling nog zo vele gewetensbezwaarde onderdanen in de grootste moeilijkheid.

Haar houding gelijkt in deze als twee droppels water op die van Hider. Deze bekommerde zich ook niet om God en Zijn gebod en om de bezwaarde gewetens zijner onderdanen. Hij toch was met de zijnen van plan om de met krankzinnigheid geslagen mensen maar om te brengen en heeft millioenen Joden laten vergassen. Naar zijn oordeel en dat der zijnen waren zij ongedierte, wier verdwijning van de aardbodem zij als een weldaad, ja, als iets noodzakelijks voor het welzijn voor de mensheid beschouwden. Wordt in overeenkomstige zin de afslachting van gezond, zelfs drachtig vee niet door onze regering als een weldaad, ja als iets noodzakelijks beschouwd als zich onder de veestapel bij on-ingeënt vee zich een geval van monden klauwzeer voordoet? Wordt dit niet als een soort van ongedierte, wat het geenszins is, afgemaakt? Druist dit niet tegen Gods ordinantiën in? Wij oordelen van wel.

Hierbij komt nog uit practisch gezichtspunt bezien, dat de inenting bij de dieren, evenmin als bij de mensen, feilloos is. Hoevele ingeente mensen zijn aan de pokken gestorven? Tijdens de epidemie in 1872 stierven zelfs in onderscheidene provincies van ons land meer ingeente dan on-ingeënte personen aan de pokken. Hoe is het niet herhaaldelijk voorgekomen, dat ingeente dieren toch, monden klauwzeer kregen?

Ook hierbij is het weer gebleken, dat het middel soms erger dan de kwaal is. Alles bijeen genomen besluiten wij ons artikel met een krachtig protest tegen het vervoerverbod en wat daarmede in nauw verband staat en bevelen wij ten sterkste aan om het tot de regering te richten petitionnement te steunen en daarvoor zelf te tekenen en zo veel mogelijk handtekeningen te verzamelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 maart 1953

De Banier | 8 Pagina's

Het vervoer-verbod

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 maart 1953

De Banier | 8 Pagina's