Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De heiliging van en de rust op des Heeren dag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De heiliging van en de rust op des Heeren dag

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Het moet tot de Anti-Revolutionnairen toch wel heel wat te zeggen hebben, dat in 1853 in een adres van de Synode der Christelijk Afgescheiden Kerk precies hetzelfde van de overheid gevraagd is als wat de Staatkundig Gereformeerden van haar vragen.

De heer Deinse, de toenmalige voorzitter van de Commissie voor de Verzoekschriften, die omtrent het adres in de Kamer advies heeft uitgebracht, deelt daaromtrent mede: dat de Synode der Afgescheidenen in dat adres haar bezwaren heeft te kennen gegeven, dat op Zondag koophandel, scheepvaart en spoortreinen' niet stilstaan, en dat zij evenzeer opkomen tegen het gebruik van publieke vermakelijkheden op des Heeren dag.

In dat artikel wordt toch wel een gans andere toon beluisterd dan in de redevoering en het artikel van Zaterdag 21 Maart van de heer Bruins Slot. Daarin wordt er met geen woord van gerept, dat er van de overheid iets onmogelijks gevorderd wordt, zoals de heer Bruins Slot en zovele andere Anti-Revolutionnairen dat heden ten dage met hem, doen, wanneer van de overheid in haar persoonlijk leven en haar wetgeving gevraagd wordt, dat zij de dag des Heeren zelf zal eerbiedigen en door haar onderdanen zal doen eerbiedigen.

Geen spoor of zweem van beroep op onmacht treft men in dat adres aan. Integendeel, daarin wordt Gods wet de overheid voorgehouden en op naleving daarvan aangedrongen.

Welk een enorm verschil openbaart zich hier in leer en praktijk tussen de genoemde Synode en de huidige Anti-R»volutionnairen.

Dit is op sprekende wijze nog weer eens klaar aan de dag gekomen bij de behandeling van de Zondagswet.

Krachtens het oude beginsel der Reformatie, dat ook door de oude Christelijke kerk beleden is geworden, hebben de Staatkundig Gereformeerde Kamerleden bij de behandeling van de Zondagswet, en ook bij vroegere gelegenheden, de eerbiediging van des Heeren dag bepleit Dit deden zij niet overeenkomstig een bijzonder particulier gevoelen. Neen, zij deden zulks op grond van Gods Woord en wet, bepaaldelijk op grond van het vierde gebod der Tien Geboden.

Dit gebod eist onvoorwaardelijk volkomen gehoorzaamheid van een iegelijk mens, esn onvoorwaardelijke naleving van zowel magistraatspersoneii als onderdanen. En dit gebod geldt nog. En dit niet volgens een aparte opvatting van deze of gene christen of Gereformeerde. Neen, de oud-Christelijke kerk heeft reeds betrekkelijk kort na haar ontstaan het vierde gebod der Tien Geboden tot grondslag van de rechte viering van de dag des Heeren gelegd; en ook de kerken der Reformatie hebben dit al evenzeer gedaan, hetgeen de Anti-Revolutionnairen niet kunnen tegenspreken, daar dit als een onbetwistbaar historisch feit vaststaat

Hebben de Anti-Revolutionnairen dit niet kunnen ontkennen, en zullen zij dit niet kunnen ontkennen, het heeft hun nochtans niet belet om in flagrante strijd met de leringen der oude Christelijke kerk en die der Reformatie, er een eigen Kuyperiaanse, neo-gereformeerde theoiie op na te houden, waarmede zij Gods wet krachteloos maken.

Het uitermate ontstellende is hierbij, dat de Anti-Revolutionnairen het aangedurö hebben het vierde gebod der Tirifljff den aan te randerk door het ^^^^eën te snijden. "'

Het ene deel van het gebod, waarin de Heere nadrukkelijk de heiliging van Zijn dag van een iegelijk mens vordert, heeft ten aanzien van de overheid voor licn afgedaan. Zo is door hen dit gedeelte van Gods wet krachteloos gemaakt Gelijk dit ook al met het andere deel van deze wet het geva! is. Het andere deel van dat gebod, waarin de Heere rust op Zijn dag eist, heeft ten opzichte van de overheid bij de Anti-Revolutionnairen slechts waarde voor zo ver zij stellen, dat de overheid tot plicht heeft er voor te zorgen, dat een behoorlijke Zondagsviering door andere burgers door rustverstoring niet onmogelijk wordt gemaakt.

Met deze laatste stelling zijn de Anti-Revolutionnairen, zoals in het dagblad „Het Vaderland" terecht werd vasigesteld, de liberalen gelijk geworden; zijn een standpunt gaan innemen, dat eeuwen lang door de libertijnen is ingenomen.

Van Anti-Revolutionnaire zijde wordt hierbij nu wel aangevoerd, dat de Staatkundig Gereformeerden in hun beschouwing van Gods dag op Oud-Testamentisch standpunt zich gesteld hebben, doch dit wordt geheel ten omechte beweerd-Ook zij nemen met de oud-Christelijke kerk en die der Reformatie aan, dat door Christus plaatsverzoenend en plaatsbekledend werk de ceremoniële wet, alsook de burgerlijke wet is afgeschaft. Doch met genoemde kerken belijden zij, dat de wet der Tien Geboden nog ook voor onze tijd en alle komende tijden een eeuwig durende wet is, hetgeen ook Christus Zelf betuigd heeft, •waar Hij sprak, dat Hij niet gekomen was om de wet te ontbinden, maar die te vervullen.

En deze wet heeft niet alleen elk particulier persoon, maar niet minder de overheid te betrachten. Zij immers wordt in Gods Woord met name de dienaresse Gods genoemd.

Alzo is het immers opgevat en beleden door de~oude Christelijke kerk, die der Reformatie, en ook door de in de aanhef van dit artikel genoemde kerk.

Lijnrecht daar tegenin gaan de praktijk en de theorie der Anti-Revolutionnairen. Getuige het feit, dat de Anti-Revolutionnaire Kamerleden destijds bij de behandeling van de Winkelsluitingswet hun stem uitbrachten tegen het amendement van de Staatkundig Gereformeerd de afgevaardigden, waarbij het verbod van de handel in kleine etenswaren werd voorgesteld; getuige ook het feit, dat alle Anti-Revolutionnaire Kamerleden — één dan uitgezonderd — gestemd hebben tegen het amendement van de Staatkundig Gereformeerden, waarbij sport en sportwedstrijden op de dag des Heeren verboden werden; getuige heel de Kuyperiaanse, neo-gereformeerde beschouwing en theorie, welke de Anti-Revolutionnairen omtrent de heihging van en de rust op des Heeren dag hebben.

Een beroep op Zondag 38 van de Heidelberger Catechismus — zoals de heer Bruins Slot in zijn Kamerrede van 19 Maart jongstleden deed, verandert daar niets aan, evenmin als de vragen, welke hij aan Ds Zandt bij die gelegenheid stelde.

Doch daarop willen wij thans niet nader ingaan, doch zijn voornemens dit alsnog te doen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 1953

De Banier | 8 Pagina's

De heiliging van en de rust op des Heeren dag

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 1953

De Banier | 8 Pagina's