Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brief uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brief uit Zeeland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

CCXXII.

Er wordt hard aan het dichten van de dijken in Zeeland gewerkt en zo hier en daar is dat ook reeds bereikt. Toch blijkt telkens welke bezwaren er aan dat werk verbonden zijn en hoe nietig de mens is in zijn kunnen.

God regeert, en dat weet een mens wel, maar hij wil dat niet erkennen en er niet naar leven. Zelf willen we koning zijn. Zelf willen we alles regelen en van zichzelf vraagt niemand naar God, zijn Maker, Die de Psalmen geeft in de nacht. Het is zo gemakkelijk om te volgen, maar we willen dat gemakkelijke niet, omdat onze hoogmoed er zich tegen verzet, en daarom lopen we maar vooruit, al lopen we dan ook helemaal verkeerd.

De verwachtingen worden dan ook niet verwezenlijkt, en het duurt langer dan velen hoopten .

Verschillende personen zijn nog van huis en erve verwijderd en kunnen nog niet terugkeren. Het water is er nog of keert dagelijks tweemaal weer. En hoevelen zijn er, die geen woning meer hebben. Zij zullen wel evenals de anderen verlangen naar de terugkeer, maar de vraag zal rijzen: waar dan heen?

Niet alleen zijn er veel woningen weg, maar ook het bestaan is er niet meer. Als het land droog komt, zal de landbouwer wel kunnen weerkeren, maar dan zal hij moeten gaan weiken zonder de verwachting te kunnen hebben, dat zijn werk met vrachten zal bekroond worden.

Er zal veel, zeer veel te doen zijn in het ge'inundeerde land, maar de eerste werkzaamheden zullen nog niet zijn het inzaaien, maar het weer op orde brengen. Het grasland is er niet meer. Dat moet opnieuw worden ingezaaid, en als het zeewater er af is, groeit er geen gras maar de wilde melde. Het bouwland zal óf zijn afgeslibt, óf zijn opgeslibt. De structuur is bedorven en zal blijken in het eerst achteruit te gaan in plaats van te verbeteren.

Het is dus niet alleen de eerste nood. waarin hulp zal nodig zijn, maar er blijft nog een grote nood bestaan, en het is nodig om de getroffenen niet te vergeten. Van de oorlogsslachtoffers is menigmaal gezegd: „Eens getroffen, blijft getroffen", en het is in vele gevallen ook zo.

De betaling van de agrarische schade is niet slecht geweest, maar wel is er een minder smakelijke pil achteraan gekomen. De betaling heeft enige jaren nadien plaats gehad; in jaren, dat de productie gelukkig weer goed was geworden, maar wat ook medebracht, dat de inkomens weer beter waren. Nu heeft de fiscus de uitbetalingen als inkomen in dat jaar beschouwd, en daardoor is weer een groot deel der schadevergoedingen in de rijkskas terecht gekomen. Dat was de minder smakelijke pil.

Er rijzen echter nog wel andere vragen. of beter, er zijn nog wel andere dingen, waarvoor te vrezen is.

Er zijn nu eenmaal werken, die door de kleinere gemeenschappen niet uitgevoerd kunnen worden. Het rijk neemt nu die taak op zich. Dat is juist, maar zal dat niet leiden tot het voortdurend staan onder rijkstoezicht? Zal inderdaad het rijk zich terugtrekken als dat kan? Zullen de bemoeienissen van „bovenaf" niet steeds groot blijven? Zal niet getracht worden door hen, die graag centraliseren, om hier de kans waar te nemen?

De zwaar getroffen gebieden zullen niet zo kunnen worden opgebouwd als zij in het water zijn gekomen. Veranderingen zullen nodig zijn. Daarvoor moet wel oog zijn. Maar dat zegt niet, dat nu ook de personen, die ter plaatse zijn „gewonnen en geboren", maar moeten worden achter gesteld. Bij de opbouw van waf verwoest is is het zeer noodzakelijk, dat van de kennis van hen, die als het ware elk hoekje kennen, gebruik wordt gemaakt. Zij kunnen regelen, beter dan zij, die van buiten komen, ook al hebben die wat meer theoretische kennis.

Ook is het noodzakelijk om de kleine plaatselijke gemeenschappen te behouden. Er is, en terecht, melding gemaakt van de vele arbeid van de bestuurders van die kleine gemeenschappen, zo wel van gemeenten als van polders. Zij hebben getoond wat een voorrecht het is personen te hebben, die alles kennen en daarom in staat zijn maatregelen te treffen.

Waarom zouden zij in nood wel kunnen werken en in gewone gevallen daartoe niet in staat zijn? Juist in de gevallen van nood schiet theorie te kort en kan practisch inzicht te baat komen.

Is het nu nodig daarop al te wijzen? Ach ja, want er wordt nu voorbereid, en juist dan worden de plannen gevormd, en het blijkt wel, dat eenmaal gevormde plannen moeilijk te veranderen zijn. Een gewaarschuwd man geldt voor twee. Laat daarom ieder, die geroepen wordt tot leiding geven, trachten gebruik te maken van de krachten, d'e er in de getroffen gebieden zeker zijn. Mocht het herstel plaats hebben onder biddend opzien tot God, of Hij het met Zijn zegen wil bekronen.

Uw Zeeuwse Briefschrijver

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 1953

De Banier | 8 Pagina's

Brief uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 1953

De Banier | 8 Pagina's