DE WALDENZEN

XXXIX.

Na het ontvangen van de boodschap des konings ging het parlement van Turijn tot strenge maatregelen tegen de Waldenzen over. Zo werd de predikanten, de schoolmeesters en de aanzienlijksten der gemeenten in de vallei van Lucerna, samen drie en veertig personen, aangezegd, dat zij op 29 Maart 1557 te Turijn verschijnen moesten om zich voor de rechter te verantwoorden. De Waldenzen wisten echter maar al te goed wat dit betekende, daar zo velen reeds de marteldood gevonden hadden nadat zij voor de rechters te Turijn waren geweest. Zij gaven daarom aan de oproep geen gehoor, maar volstonden met het zenden van een schriftelijke verantwoording. Het is te verstaan, dat het Turijnse parlement hiermede niet tevreden was. Het was hun niet te doen om een verantwoording, maar om de personen, en daarom vaardigde het een bevel uit om niet alleen de vooraanstaande personen uit de vallei van Lucerna, maar die van drie valleien onmiddellijk gevangen te nemen.

De uitvoering van dit bevel ging echter niet zo gemakkelijk. Vooreerst ontbrak het aan de nodige soldaten, en ten tweede kwam er uit de Protestantse kantons in Zwitserland, waar men van het bevel kennis genomen had, een krachtig protest.

OOM KOOS

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen