Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brief uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brief uit Zeeland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

CCXXVII.

Nog v/ordt dagelijks moeizaam gearbeid aan het dichten van de dijken en mogen wij zo nu en dan vernemen, dat dan hier en dan daar de gaten zijn gedicht. Toch is er nog veel, dat gedaan moet worden, en rijzen vs^el eens vragen of vóór de winter de werken zullen volvoerd zijn en in die staat gebracht, dat de alsdan meer dan anders voorkomende hoge tijen 2aillen kunnen worden gekeerd.

De mens moet zo menigmaal zijn afhankelijkheid gevoelen, al zijn we dan ook daarin wel ziende blind en horende doof. Indien de dijken gedicht zijn, dan is nog niet alle leed geleden.

De ervaringen in de voorheen ge'inundeerd zijnde gebieden hebben dat wel geleerd. Niet alleen zal het dan voor de landbouwer niet gemakkelijk zijn. Zal hij en minder inkomen hebben dan in de andere gebieden, er rijzen ook wel vragen, welke invloed zal er nog uitgaan van de gevolgen van de ramp vooi het gehele leven.

De werkloosheid zal er tijdelijk wel door verminderen, zo niet geheel worden weggenomen, maar zal Zeeland, doordat er een geruime tijd ander werk gedaan moet worden, een kans minder hebben dan elders om te komen tot industrialisatie? Zal de ramp niet zodanig op het leven inwerken, dat de ontwikkeling er door geremd of wel belemmerd wordt? Zal het aantal verwoeste woningen niet leiden tot een verlaging van het bevolkingsaantal? En zal dat lagere bevolkingsaantal weer niet leiden tot een toewijzen van minder bouwvolume?

Zo zouden we in de bekende bedenkelijke cirkel komen en het peil zeker niet worden verbeterd.

Zeeland is nog niet genezen van de wonden, in 1944 geslagen. En nu weer dat! Zeker, het is niet buiten Gods voorzienig bestel. Het is niet naar onze verdiensten nog, dat wij geslagen zijn. Van die zijde tezien, dan behoren we de hand op de mond te leggen en past ons niets dan de erkentenis, dat we nog mogen zijn die wij zijn.

Wij leven echter in een tijd, dat van bovenaf alles geregeld wordt. En het is daarom, dat ook wel eens de stem moet worden gehoord, hoe in Zeeland gedacht wordt over de gevolgen.

De regering regelt alles. De vrije ontwikkeling wordt danig aan banden gelegd. Bij een dirigisme, zoals we nu be-; ^ven, moeten wij wel vragen om aan-Tïaeht voor de vele problemen, die er liggen.

De gemeenten hebben geld nodig voor het herstel. De polderbesturen staan ook voor grote uitgaven. De gemeentebesturen missen een belastinggebied, waaruit zij kunnen putten, en zijn aangewezen op een uitdeling uit het gemeentefonds. De polderbesturen hebben wel hun oorspronkelijk belastinggebied behouden, maar stuiten weer op de onmogelijkheid om de eigenaren te belasten, terwijl die zelf zeer weinig of bijna geen opbrengst meer uit hun bezit verkrijgen.

In de liiet geïnundeerde gebieden kunnen de landerijen meer opbrengen. In de geïnundeerde gebieden is te verwachten dat de opbrengst de eerste jaren minder zal zijn.

Te verwachten is, dat grote gebieden : |5-< ? rzilt zullen zijn, en dat daar, al groeit ^1-weer gras, geen drinkwater voor het vee zal gevonden worden.

De N.V.'s welke de z.g. publieke voorzieningen verzorgen, zijn ook zélf getroffen en hebben reeds extra uitgaven. Het is toch al veel moeilijker om een gebied te verzorgen, dat door zijn ligging minder bevolkt is en daarom minder afnemers heeft, dan een gebied, waar velen samenwonen.

Nu kan het standpunt worden gehuldigd dat een ieder dat zelf maar moet regelen en dat niemand gedwongen wordt daar te wonen; maar die bewoners'wordt ook niet de keuze gelaten om mee te betalen in de lasten van het geheel of niet. Daarom zal dat geheel ook zorg moeten dragen voor hen, die daar minder gunstig" wonen.

Ons land heeft zo zeer de opbrengst van de landerijen nodig. De economische waarde van grond ligt veel hoger dan de verkoopwaarde, en is ook wel hoger dan de gebruikswaarde voor hen, die deze bewerken moeten.

Daarom zal het zo nodig zijn, dat ons volk hier als geheel achter staat. Dat niet een deel daarvan aan de verarming tot prijs wordt gegeven. Dat is niet alleen niet goed voor dat deel, maar ook niet voor ons volk in zijn geheel.

Men spreekt graag over sociale rechtvaardigheid. Welnu, breng dan ook die in beoefening tegenover hen, die getroffen zijn.

Uw Zeeuwse Briefschrijver

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juli 1953

De Banier | 8 Pagina's

Brief uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juli 1953

De Banier | 8 Pagina's