Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de Jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de Jeugd

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOM KOOS

Beste neven en nichten.

Wij beginnen met een hartelijk welkom toe te roepen aan Hendrika Sinumse te Aagtekerke, die schreef, dat ze al een hele poos bezig is de raadsels op te lossen en ze nu ook maar eens wilde gaan opsturen. Dat is goed gedaan van je, Hendrika of Riek zoals je blijkbaar genoemd wordt, zo moesten er nog veel meer doen, want er zijn er nog heel wat, die de raadsels geregeld oplossen, maar die het hierbij laten. Wij hopen, dat je voorbeeld velen tot navolging moge aansporen en dat er binnenkort vele brieven bij ons binnenkomen waarop aan de voorzijde het woord Nieuw vermeld staat. Dan weten wij direct, dat deze van nieuwe neven en nichten zijn en kunnen hunne namen dan direct in deze rubriek vermelden.

Thans volgen de nieuwe raadsels:

OPGAVE 314

Jongeren:1. Door verplaatsing der letters van REJITUP kan men de naam verkrijgen van een afgod der Romeinen, welke naam de heidenen toekenden aan een reisgezel van Paulus.

2. Noem de naam van: a. de man, die Rebekka tot Izak bracht. b. de stamvader der priesters bij Israël. c. de man, die zeide: De Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen, de naam des Heeren zij geloofd. d. een koningin, dochter van Achab. e. de vader van koning Saul. f. een zoon van Abraham, die de .^amvader der Arabieren is. g. de zuster van Mozes. Welke naam vormen de beginletters van bovenbedoelde namen?

3. Zoek uit elk der volgende zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte geven uit de Openbaring van Johannes hoofdstuk 21. a. Want-gij zult vurige kolen op zijn hoofd hopen. b. De mensen aldaar waren gelijk reuzen. c.Hij wil en kan en zal in nood. d. Zij zullen geen verontschuldiging kunnen aanvoeren. e. Bij nacht onderwijzen mij mijne nieren. f. Zij zijn uit de grote verdrukking gekomen.

Ouderen:

1. Maak uit ADA + BASAN + H + D de naam van een persoon, welke voorkomt in het 'boek van de profeet Nehemia.

2. Zoek uit elk der onderstaande zinnen een woord, zo, dat de woorden te^ zamen een gedeelte geven van een tekst uit de brief aan de Efgziërs. a. Want God de Heer', zo goed, zo mild.

b. Wij höbben God op 't hoogst misdaan. e. Zij hebben zich verhard en weigerden voor de Heere te buigen. d. De koning van Babel voerde de Joden gevarikelijk weg. e. In zware strijd zijnde, bad Hij. f. Hebben wij het u niet van te voren gezegd?

g. De afstand viel erg tegen, hij was veel groter dan wdj gedacht hadden, h. Wie zal ons vlees te eten geven? i. En daar zal zeer veel vis zijn. 3. Een tekstgedeelte bestaat uit vijf en en dertig letters. Welk gedeelte wordt bedoeld als het volgende gegeven is? 3, 20, 16, 34, 12 was de naam van een afgod der Filistijnen. 17, 32, 21, 5, 34, 28 is de naam van een persoon uit het Oude Testament, die door Gods Geest bezield grote kracht ontwikkelen kon. 18, 6, 13, 9, 31 is de naam van een woestijn voorkomend in een der psalmen. 15, 10, 4, 23, 14 is een strijdperk. 24, 25, 35 is een drank. 29, 19, 11, 1 is een getal. 7, 26, 8, 22, 10, 30, 2 betekent dichterbij komen. 33, 27 zijn de eerste letters van de naam van een koning over Israël.

De oplossingen dezer raadsels mogen nog NIET ingezonden worden.

We gaan thans verder met het verhaal over

DE WALDENZEN

XLIV

Wij zeiden, dat de dominicaan Jacomel en de raadsheer de Corbis hun uiterste best deden om zoveel mogelijk protestanten in handen te krijgen en aan het gerecht over te leveren.

Zij werden daarin zeer ijverig door sommige Landheren bijgestaan. Zo was er een zekere graaf Willem, die steeds in de vallei van Lucerna op wacht stond om met behulp van enkele vrienden de Waldenzen op te vangen, die onder de prediking hunner leraars geweest waren. Hij maakte er een soort winsthandel van, daar hij zich de helft toeëigende van de premie van honderd gouden kronen, die aan ieder werd opgelegd, die voor de eerste maal de edicten overtreden had. In de vallei van San Martino waren het vooral de gebroeders Truchet, die er genoegen in schepten in hunne heerlijkheid Rioclaret de Waldenzen te kwellen. Zij namen de boekverkoper Hector gevangen en leverden hem aan de inquisitie over, waarna hij te Turijn werd verbrand. Tot tweemalen toe trachtten zij zich van de leraar der plaats meester te maken, maar beide keren werd htm opzet verhinderd door de dapperheid der gemeenteleden, die hun leraar met hun eigen lichaam dekten.

Met honderd gewapende mannen trachtten zij daarna in April 1560 de gehuchten en dorpen van Rioclaret te verwoesten, alleen om de ketters te treffen. De dag was nauwehjks aangebroken toen zij onverwachts een aanval deden. De verschrikte bewoners verlieten in allerijl hun woningen, de meesten slechts half gekleed, ze deden scherpe angstkreten horen, om zo mogelijk hun broeders in de naaste omtrek nog te waarschuwen en vluchtten boven op de hoogten, die met een dikke laag sneeuw bedekt waren. De predikant der gemeente ontkwam slechts met de grootste moeite. En terwijl nu de amie mensen, die zich onophoudelijk met musketschoten achtervolgd zagen, in de schuilhoeken, die ze in het gebergte gevonden hadden, bijna vergingen van honger en koude, roofden en plunderden, de onverlaten alles wat in de verlaten hutten van hun gading was.

Een predikant van de vallei, die pas van een tocht naar Calabrië was terug­ gekeerd en die de droeve tijding van zijn geloofsgenoten te Rioclaret hoorde, besloot tot hen te gaan, doch hij bereikte zijn doel niet. Onderweg werd hij gegrepen en herkend, zodat hij spoedig in de gevangenis zuchtte, waar Jacomel en Corbis hem ten vure doemden. t s o D i h s

Toch zou er hulp voor de vluchtelingen opdagen. De bewoners van de vallei Clusone namelijk, die nog onder Frankrijk's regering stonden, verenigden zich ten getale van vierhonderd en verdreven de plunderaars. De gebroeders Truchet begaven zich echter naar Nice om de hertog omtrent de toestand in te lichten. Daar kregen ze toestemming om het kasteel Perrier, dat door de Fransen vernield was, te herbouwen en er bezetting in te leggen. Zo scheen hun alles naar wens te gaan. Op de terugreis echter, waai-van zij een deel over zee aflegden, werden zij door de Turken gevangen genomen en voor geruime tijd ingerekend. A l b k v p

Tegen het einde van Juni kwam Filips van Savoye, graaf de Raconis, voor de tweede maal in de vallei van Lucerna, vergezeld van de graaf de la Trinité. Zij lieten de predikanten voor zich komen en zeiden hun. dat hun adres door de hertog was opgezonden naar Rome en dat het pausehjk antwoord werd afgewacht. Hierbij werd tevens te kennen gegeven, dat dadelijk de vervolgingen zouden worden gestaakt en alle gevangenen in vrijheid gesteld, indien de Waldenzen wilden beloven te kerken bij de predikanten, die de Hertog zou zenden en ze hun eigen leraars het recht van prediken ontzegden. De pleitbezorgers, die voor de Waldenzen het woord voerden, antwoordden hierop, dat zij de leraars van de hertog gaarne zouden horen, indien deze waarlijk het Woord Gods zuiver verkondigden, maar op het andere voorstel vroegen zij even bedenktijd. Na enige ogenblikken was hun antwoord, dat zij er geen ogenblik aan dachten om de eigen predikanten het recht van prediken te ontzeggen.

De heren waren over dit antwoord zo zeer verbolgen dat zij de edicten tegen de Waldenzen opnieuw lieten afkondigen en de vervolging strenger dan ooit voortzetten.

Daarbij hadden laatstgenoemden het vooral hard te verduren van de monniken der abdij van Pinerolo, die geen middel onbeproefd lieten om ketters op té sporen. Zij kochten daartoe een man om, die met de leraar van Saint Germain enigszins bekend was en trachtten door deze de leraar in de val te lokken.

De leraar was op zekere morgen in zijn woning, toen bovenbedoeld persoon zich bij hem aanmeldde, en hem vroe; ' mede te gaan naar een der gemeenteleden, die zijn tegenwoordigheid begeerde. De leraar was hiertoe direct bereid en dacht aan geen gevaar voordat hij zich voelde aangegrepen door de handlangers der monniken. Hoewel hij luid om hulp riep en enige vrouwen hem trachtten te ontzetten, mocht dit niet baten. Hij zowel als verscheidenen der vrouwen werden naar de abdij gesleurd.

OOM KOOS

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 augustus 1953

De Banier | 8 Pagina's

Voor de Jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 augustus 1953

De Banier | 8 Pagina's