Brief uit Zeeland

CCXXVIII.

De Staten van de provincie Zeeland hebben weer vergaderd, zij het dan ook zeer kort. Veel is er niet aan de orde gesteld, althans niet veel wat aanleiding gaf tot bespreking.

Er is ook nog gesproken over de bestrijding van de werkloosheid. Eigenlijk heeft dat thans voor Zeeland weinig zin meer, v/ant door de ramp die Zeeland trof is er eigenlijk geen werkloosheid meer. Er wordt nu hard gewerkt aan het dichten en versterken van de dijken, terwijl door de Regering wordt overwogen, en volgens het behandelde in de Tweede Kamer der Staten-Gsneraal is dat niet alleen overwogen maar reeds besloten, om onderscheidene gebieden te gaan herverkavelen. Daardoor zal er, naar menselijke berekening, enige jaren nog veel werk te doen zijn, zodat er geen sprake van werkloosheid is.

Uit het besprokene over dat onderwerp, blijkt wel dat er eigenaardige verhoudingen in deze tegenwoordige tijd zijn.

Er zijn namelijk werken die eigenlijk niet kunnen worden uitgevoerd dan ter bestrijding van de werkloosheid, of, met andere woorden, met een grote bijdrage van het Rijk.

Dat is wel een zeer eigenaardige, maar eveneens een zeer ongezonde toestand. Want, en dat bleek ook wel uit die bespreking, dan gaat het niet in de eerste plaats om de werkloosheid te bestrijden, maar om door werken op die wiJ2K uit te doen voeren de mogelijkheid te bevorderen.

Dat is wel zeer ongezond.

Immers, voor de werkman is het een zeer groot kwaad als hij geen werk kan krijgen. Hij is aangewezen op werken om voor zich en zijn gezin te kutnnen zorgen. Dus is het nodig dat de overheid uitziet naar mogelijkheid om de werkloosheid tegen te gaan.

Moet dat uitzien echter alleen daarin bestaan dat er allerlei onproductieve werken moeten worden verricht?

Is het niet meer een taak om te trachten door een goede politiek de opneming in het vrije bedrijf te bevorderen?

Is het niet dat werken onproductief zijn daarom dat de verhoudingen helemaal zoek zijn geraakt?

Komen wij niet met een uitvoering op die wijze steeds meer in de knel van de Staat?

Kan op die wijze worden voort gegaan, of zal tenslotte toch blijken dat de lasten daarvan boven ons vermogen groeien?

Zie enige vragen, waarop wel een antwoord kan worden gegeven, maar een antwoord dat ons niet anders dan verontrusten kan.

Doordat de regering thans veel regelt, of moet worden geschreven alles vn\ regelen, is er ook een grote afhankehjkheid van haar beslissing.

Er wordt wel gestreefd naar het maken van blijvende werkgelegenheid. Maar, en zie daar nu weer een echt Zeeuwse vraag, zal Zeeland, door de ramp getroffen, en daardoor nu geen dadelijke voorziening nodig hebbend, straks niet achterstaan bij de andere gebieden? Er mag dan nu werk zijn, ook al zal dat naar berekening lang duren, ook daaraan komt een eind, en verkavelen zal de mechanisatie in de landbouw eer bevorderen dan de werkgelegenheid voor de werknemer uitbreiden.

Moet dan Zeeland maar meer nog ontvolkt worden? Moeten dan zij die in Zeeland geen werkgelegenheid meer vinden, maar vertrekken?

Alles werkt een ontvolking in de hand. Er moeten minder bedrijven komen, want de kleine moeten worden vergroot. Dus zullen gezinnen naar elders moeten gaan.

Veel woningen zijn er verwoest. Het blijkt in de praktijk wel dat die nog niet zo maar zijn herbouwd. Dus geen plaats voor jong gehuwden, en een aanleiding om naar elders te gaan.

In de Staten is gesproken over het Drie-Eilanden plan. Inderdaad wel een vraagstuk van groot gewicht. Maar wat wel opvallend was dat de woordvoerders van de andere partijen dan de S.G.P. niet in de eerste plaats bij dit debat wezen op de noodzaak om nu uit te zien naar blijvende werkgelegenheid.

Door de S.G.P. woordvoerder is daar wel op gewezen. Het is toch wel eens nodig dat te vermelden. Want, er wordt zo menigmaal gemeend dat de S.G.P. geen oog heeft voor de belangen van de arbeiders. Is er wel een groter belang dan werk?

Ook is in deze vergadering weer gehandeld over de Zondagsdiensten op de Wester-Schelde. Tegen de woordvoerder van de P.v.d.A. die meende dat de welvaart van de provincie bevorderd wordt door te vervoeren wat zich aanbiedt, is van de zijde der S.G.P. gewezen op de noodzaak te handelen naar Gods gebod. Daarvan is welvaart te verwachten, en niet van een handelen daartegen. Zie hier nog enkele opmerkingen over deze zeer korte vergadering.

Uw Zeeuwse briefschrijver.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen