Brief uit Zeeland

CCXXIX.

Volgens de berichten zijn de dijken in Zeeland gedicht en is het grote werk daaraan volbracht. Dankbaar mogen we zijn en moeten we zijn omdat het zo ver gevorderd is. Er is weleens minder strelend gesproken over de voorbereidingen welke getroffen zijn, en over de berekeningen die gemaakt werden, maar, wie dat werk van nabij heeft kunnen zien, zal moeten erkennen dat het geen gemakkelijke opdracht is, en dat veel beleid nodig is om het zover te brengen. Zeker, het kan wel zijn dat de mens daarin teveel naar voren is getreden, en dat te weinig gezien is op Hem Die tot alles de kracht en wijsheid geven moet. De schuld daarvan zal komen te rusten op hem die er zo tegenover stond, maar voor iemand die er op kijkt zal het toch moeten vaststaan dat de van God ontvangen kracht is benut geworden.

Mocht het nu zo zijn dat wij ook God de eer geven en dat wij er niet mee in de mens eindigen.

Er zal nog wel enige tijd nodig zijn alvorens de toestand terugkeer gedoogt De vele evacué's zullen wel verlangend uitzien naar dat tijdstip, maar het zal nog wel even duren.

Ook daarin zullen we toch niet de eigen mening als de enige juiste mogen stellen, maar af moeten gaan op de mening van hen die tot oordelen bevoegd zijn. 't Zal hard zijn nog te moeten wachten, maar het zal niet anders kunnen. Er zullen ook wel personen gevonden worden die, al is er hunkering naar terug keer, toch ook met smart daaraan zullen denksn. Immers, hoevelen zullen niet meer terugvinden wat zij hebben verloren.

Hoevele mannen zullen zonder vrouwen, en hoeveel vrouwen zullen zonder manaen en hoeveel ouders zonder kinderen en hoeveel kinderen zonder ouders, moeten terugkeren!

Het leed is niet te beschrijven, niet aan te voelen of het moet doormaakt zijn, het moet doorleefd worden.

Nog velen vermist, waarvan men niet weet waar het stoffelijk overschot is gebleven. De plaats blijft leeg.

Bij de terugkeer zal de verschrikking van die nacht als het ware weer opnieuw voor ogen komen. O, wat zal er nog worden geleden!

Er zijn gevallen waarin menselijker wijze het leed niet te doordragen is. God mocht steunen en geven eenswülensheid met Zijn wegen en kracht uit Hem te mogen ontvangen.

Maar, ook als er geen dierbaren zijn ontvallen, dan zal de terugkeer nog moeilijk zijn. Wie een gebied heeft zien droogvallen, eens door de zee overspoeld, weet hoe het er uitziet.

Er is veel moed voor nodig om er aan te beginnen.

Dan, hoeveel gebouwen zijn er verwoest? Zal alles vlot verlopen met de wederopbouw? Zullen de personen die menen alles te kunnen en te moeten regelen ook daar weer geen moeiten geven?

Het is te begrijpen dat er wel anders opgebouwd zal worden dan het voorheen was, maar het is zo nodig om rekening te houden met de eisen van de practijk. 't Is op andei-e plaatsen gebeurd dat een te strakke houding werd aangenomen tegenover lien die wilden opbouwen.

Indien alles moet lopen met aanvragen en vergunningen zoals het in het gewone geval gaat, dan gaat het te stroef.

De regelen moeten worden nageleefd, maar laten de autoriteiten toch vooral rekenen met de omstandigheden. Er is een noodtoestand, en daarin is soepelheid nodig, daarin moet worden gezien naar het doel en moet de wijze waarop, van minder belang worden geacht.

Er zullen gebouwen, welke gedeeltehjk verwoest zijn, op enigszins andere wijze hersteld kunnen worden, en ook wel moeten worden dan ze voorheen waren.

Laat toch getracht worden door de bestuurder om daarin zeer soepel te zijn. Als het eindresultaat maar goed is.

Nodig is opzichters met een goed inzicht en ruime «blik, met de wil om de mensen te helpen.

Er mag toch wel rekening mee worden gehouden dat, als het goed is, de wet alleen maar gesteld moet zijn voor de kwaden, maar niet voor de goeden.

Er is tact nodig, vooral in dergelijke gevallen.

Veel zal er nog te doen zijn, aleer er een dragelijke toestand is ontstaan. Veel zal tegenvallen. Mocht het maar zo zijn dat we een blik in onszelf verkrijgen en daarin zien mogen dat de oorzaak in onszelf ligt. Als er oog mag zijn voor de aüesverbeurdheid, dan zal er ook oog wezen voor de goedertierenheden Gods.

Dan zal Hem de lof en eer worden toe'gebracbt. Job getuigde „Hij slaat en Zijne handen helen".

Uw Zeeuwse briefschrijver.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen