Ter herinnering

Hierbij vestigen wij er nogmaals de aandacht op, dat de mihtairen, die principiële godsdienstige gewetensbezwaren tegen de inenting hebben, nu de Immunisatiewet Militairen van kracht is geworden, niet meer vrijstelling van de inenting kunnen bekomen op een verklaring, welke door een kerkeraad of enig ander persoon is afgegeven.

Om deze vrijstelling te bekomen, is thans van node, dat er door de militair of diens ouders of voogd een verzoekschrift om vrijstelling bij de minister van Oorlog en Marine wordt ingediend.

Op welk een wijze dat verzoekschrift moet ingedien worden, hebben wij in het nummer van 3 September van „De Banier" uitvoerig beschreven. Al degenen, die bij deze aangelegenheid belang hebben, verwijzen wij naar dat artikel, waaraan wij niets hebben toe te voegen. Al is ons op dit ogenblik nog niet bekend, of de bij deze aangelegenheid betrokken commissie en commissies, welke een onderzoek naar de gegrondheid van de verzoekschriften hebben in te stellen, reeds benoemd zijn, en dus ook niet. welke personen daarin benoemd zijn. toch raden wij de gewetensbezwaarden ten sterkste aan, hun verzoekschrift zo spoedig mogelijk bij de minister in te zenden. Indien toch zulks gedaan is, kunnen de mihtairen niet gedwongen worden om zich te laten inenten. Zij zijn dan van de verplichte inenting vrijgesteld tot het tijdstip, waarop de minister na ingewonnen advies van de commissie een beslissing genomen heeft. Erkent de minister het ingediende principiële godsdienstige bezwaar gegrond, dan is de militair voor altijd er van vrijgesteld om zich te laten inenten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen