Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De publiekrechterlijke bedrijfsorganisatie (De P.B.O.)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De publiekrechterlijke bedrijfsorganisatie (De P.B.O.)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met welk een geweldig enthousiasme werd de wet op de Publiekrechterlijke Bedrijfsorganisatie van 27 Januari 1950 destijds in de kringen van haar voorstanders begroet! Wat al grootse verwachtingen koesterde men daarin van haar! Zij zou niets minder doen dan kapitaal en arbeid in een vreedzame verhouding tezamen brengen, de sociale gerechtigheid uitermate bevorderen, een gezegende ommekeer in het sociale leven tot stand brengen.

Het deerde de voorstanders der wet niet het minst, dat Nederland op heel de wereld het enige land was, waar zulk een wet was ingevoerd. Zij verwachtten, dat Nederland met de invoering van deze wet een illuster voorbeeld zou geven, dat over kortere of langere tijd in andere landen wel navolging zou vinden.

Deze wet kwam er hoofdzakelijk door de gemeenschappelijke samenwerking van de Kamerleden van de K.V.P. en de P.v.d.A. Doch het doel, dat de socialisten met de invoering van deze wet najoegen, verschilde al zeer veel van dat, hetwelk de rooms-katholieken daarbij voor ogen stond.

De r.k. zagen als het eerste en voornaamste doel van de invoering van deze wet, dat de sociale gerechtigheid daarmede gediend zou zijn en dat er een gewenste samenwerking tussen kapitaal en arbeid tot stand zou komen. De socialisten begeerden deze wet als een geschikt middel om heel het bedrijfsleven onder de controle van de staat te brengen en om zodoende tot de socialisatie te komen.

Het was te voorzien, dat het bij zulk een verschillend uitgangspunt vroeger of later tussen de voorstanders der wet tot een botsing zou komen.

Deze botsing heeft nu onlangs plaats gevonden. En dit wel ten aanzien van artikel 93 dezer wet.

Dit artikel bepaalt, dat aan de Jcrachtens de wet in te stellen product-, hoofdbedrijfs-of bedrijfsschappen allerlei bevoegdheden kunnen worden opgedragen, waartoe ook behoort (volgens artikel 93, lid 2, sub j) de vaststelling van lonen en andere arbeidsvoorwaarden.

Hierover is nu bij de voorbereiding van de eerste lichamen op de voet van de wet, na V-h jaar de onenigheid tussen de mannen van de K.V.P. en de P.v.d.A. ontstaan.

De sociaUsten wilden ten aanzien van de lonen en arbeidsvoorwaarden van een publiekrechterlijke regeling, door wetskracht hebbende verordeningen, niets weten. Zij wensten de regeling daarvan privaatrechteHjk, dat is door overeenkomst blijvend door middel van collectieve arbeidsovereenkomsten, zien geregeld.

Waar de socialisten nog wel in willen toestemmen, is, dat door één der in te stellen „schappen" wordt vastgesteld, wat te voren reeds bij collectieve arbeidsovereenkomst in de bedrijfstak of onderneming is overeengekomen. In dit geschil doet zich nu het hoogst merkwaardige voor, dat staatsbemoeienis zich in de P.B.O. tegenover staatsbemoeienis stelt.

Door dit conflict komt heel de P.B.O. al in een zeer kritieke fase te staan. Het is wel bij uitstek geschikt om de domper te zetten op het enthousiasme en de hooggespannen verwachtingen, die zovelen van de P.B.O. bij haar oprichting hadden.

In de beginperiode heeft de regering bij herhaling verzekerd, dat de P.B.O. uitsluitend op vrijvwlligheid zou berusten. Doch door de regering zijn wel meer verklaringen afgelegd, welke niet nagekomen zijn. Dat het ook in deze nog zo kan gaan, daarop wijst in zekere mate wel het woord van minister de Bruyn, die zeide: als gij niet vTijwillig een P.B.O. aanvraagt, zal ik u er een opleggen.

Afwachten blijft hier dus de boodschap. In elk geval is het met deze aangelegenheid wel zo gesteld, dat — de zo trage gang van zaken wijst dit wel uit — het allerminst verloopt in de P.B.O. zoals haar voorstanders dit wel gewenst en gedacht hebben. Ook het thans gerezen geschil zal een verdere vlotte behandeling stellig in de weg staan.

Doch hoe het met en in de P.B.O. ook verder verlopen mag, men onthoude zich er van om de staatsbemoeienis nog te versterken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 1953

De Banier | 8 Pagina's

De publiekrechterlijke bedrijfsorganisatie (De P.B.O.)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 1953

De Banier | 8 Pagina's