Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brief uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brief uit Zeeland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

CCXXXII

Door de uitbreiding van steden en dorpen wordt in de laatste tijd veel grond welke voorheen als tuin-of landbouwgrond gebruikt werd, in beslag genomen.

Reeds geruime tijd doet zich dat voor en kwamen er ook wel moeilijkheden uit voort, maar in de laatste tijd zijn die moeilijkheden groter en veelvuldiger. In vroegere jaren kon het voordelig zijn als de grond voor het bouwen nodig was. Dan was de waarde hoger, en kon, gemakkelijker dan nu, andere grond worden aangekocht en het bedrijf worden voortgezet.

Ook dan kon er wel verschil zijn over de prijs en werden onteigeningen toegepast, maar er was vrijheid en daardoor kon alles gemakkelijker worden opgelost. Tegenwoordig is het hebben van bouwgrond voor een persoon die zijn bestaan in de tuinbouw of landbouw vindt, niet meer voordehg.

Het is schier onmogelijk om grond te kopen of in gebruik te verkrijgen, zodat een afstaan of moeten afstaan van zijn grond ongeveer gelijk staat met de opheffing van het bedrijf of een gedeelte daarvan. Dat reeds is een groot bezwaar.

Daar komt nog bij dat de kosten van het bouwrijp maken, waaronder is te verstaan niet alleen het eventueel ophogen, maar ook de aanleg van straten, riolering, verlichting en waterleiding, en wat er meer aan publieke voorzieningen nodig is, zo veel kostte dat de prijs van grond, welke voor bebouwen in aanmerking komt bijna niet hoger kan zijn dan de waarde van grond voor de tuin-of landbouw.

Er bestaat ook een neiging bij ieder die kopen moet om de prijs zo laag mogelijk te houden. Er zijn ook wel gemeentebesturen die daarin ver gaan. Soms wel te ver. Soms wel onverantwoord. Dan wordt gedreigd met de onteigening, en treedt het gemeentebestuur daarin niet alleen op als koper, maar ook als overheid welke macht heeft.

Dat is niet goed te keuren. Ook het gemeentebestuur, als het koper wil worden, moet dan in acht nemen dat het in dergelijke handelingen maar gelijk staat met iedere andere rechtspersoon, dus ook met de natuurlijke.

Gaat het gemeentebestuur verder dan wordt misbruik gemaakt van de macht. Het is daarom nodig dat zij die gronden hebben welke voor bebouwing in aanmerking komen, in acht nemen dat zij een behoorhjke schadeloosstelling dienen te ontvangen.

Er zijn wel moeilijkheden in verband met de prijsbeheersing, doch mogen die leiden tot een maar aanvaarden van een niet billijke prijs? Het kan zijn dat tenslotte geen hogere prijs wordt toegestaan, en dan zal men zich daarin hebben te schikken. Het moet echter ontraden worden om zo maar toe te geven, terwijl met argumenten is aan ts tonen dat de prijs te laag is.

Bij het bepalen van de prijs wordt rekening gehouden met de toestand op 9 Mei 1940. Indien de grond reeds toen voor bebouwing was aangewezen kan een hogere prijs worden bedongen dan wanneer dat later is gedaan.

Eigenhjk kan, als dat later is gedaan, geen hogere prijs worden gesteld dan die van agrarische grond. Wel mag ook dan rekening worden gehouden met de schade welke de eigenaar en gebruiker ondervindt.

Maar de basisprijs moet gericht zijn naar de toestand van 9 Mei 1940. Telkens blijkt dat die prijs in de practijk niet meer te handhaven is, maar het is nu eenmaal wet, en daaraan hebben wij ons te houden.

Toch is het hoogst nodig dat die bepalingen gewijzigd worden. Allerhande ontduikingen worden er als het ware mee in de hand gewerkt. En dat is nooit goed te keuren. De eerbied en het gezag voor de overheid wordt daardoor aangetast. Daarom is het nodig dat die bepalingen worden aangepast aan de practijk. Het kan toch niet goed zijn om maar steeds die bepahngen, eigenlijk in nood ontstaan, vast te houden.

De bedoehng is bescherming, maar we mogen wel vragen, wat wordt er nu beschermd? Zeker niet de agrariƫr die zijn grond moet afstaan. Die wordt er door gedupeerd.

Ziedaar weer een zaak van de overheidsbemoeiingen in het licht gesteld. Het gaat meestal uit naam van de bescherming van de kleine man, maar hier is iets daar de kleine man toch wel slecht bij varen kan. Daarom, de overheid trede terug, en bij geval, dat de overheid moet handelen zoals ieder particulier, om wat te verkrijgen, dan stelle zij een prijs waardoor degene die toch tenslotte tot afstaan kan gedwongen worden, niet zucht. Ook daarin zal zij de rechtvaardigheid moeten betrachten, en niet in de eerste plaats mogen kijken naar de eigen kas en eigen middelen, maar naar de billijkheid.

Uw Zleeuwse briefschriivec.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 september 1953

De Banier | 8 Pagina's

Brief uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 september 1953

De Banier | 8 Pagina's