Brief uit Zeeland
CCXXXIII
De S.G.P. vindt weer meer belangstelling in de kringen der Anti-Revolutionnairen dan voorheen. Enerzijds hoort men klanken, die wijzen naar een wil om samen te wérken maar anderzijds wordt het verschil tussen de A.R. en S.G.P. belicht, ook al wordt daaraan vooraf gesteld dat er veel punten van overeenstemming zijn. Het is nooit juist om uit wat er geschreven wordt bijbedoelingen te gaan zoeken, en daarom is het beter maar niet te letten op de wijzen van voorstelling ook omtrent de punten van overeenstemming.
Zeker, beide partijen zien de Overheid als Gods Dienaresse. Daalrin is overeenstemming. Het is echter nog wel een vraag of de beide partijen daaromtrent och een gelijke gedachte hebben. Geldt het zijn van Gods Dienaresse voor elke overheid? Of moet die overheid dat zelf erkennen, of moet dat voortkomen uit het leven onder het licht van Gods Woord, ook al erkent men dat Woord niet als Gods Woord en leidinggevend ook voor het bestuur van land en volk? Ziet men de overheid ingesteld om der zjonden wil? Zoals ook in artikel 36 onzer Nederlandse Geloofsbelijdenis staat? Is de overheid door God gewild en in het Voorzienig bestel opgenomen ter volvoering van Gods Raad? Ziet de A.R. ook dat de overheid is door God ingesteld nadat Noach uit de ark was gekomen en dat toen in Noach het ganse menselijke geslacht was begrepen? Zodat de instelling van de burgerlijke overheid voor allen geldt? Of geldt het
zijn van Gods dienaresse alleen wanneer volk en overheid daarvan in hun consciëntie overtuigd zijn? Er is verschil in de opvattingen omtrent de taak van de overheid dat is duidelijk, dat wordt ook door de A.R. erkent, maar waaruit vloeit dat voort? Vloeit dat niet juist voort uit het verschil over de gelding van het zijn „Gods dienaresse? " Uit de opvattingen of dat nu geldt voor allen en of daarin beperking zijn kan?
Uit hetgeen dat nu openbaar is gekomen vloeit de neiging om aan te nemen dat de A.R. inderdaad enige beperking ziet.
Heeft het dan wel nut om te trachten door toelichting van verschillen in de opvatting omtrent de taak van de overheid tot gesprek te komen? Is het niet eerst nodig dat de begrippen vaststaan? We leven in een tijd dat twee hetzelfde zeggen maar niet hetzelfde bedoelen. We moeten, helaas wel vaststellen dat de verwijdering van elkaar zo groot is dat de uitdrukkingen niet meer begrepen worden.
Och, het is zo gemakkelijk om de S.G.P. toe te voegen: U leeft teveel uit de Oud-Testamentische beginselen.
Maar eilieve, is er dan verschil onder de oude of nieuwe bedeling in de eis van gehoorzaamheid aan Gods geboden? Is de Wet der Zeden dan geen eeuwigdurende Wet? Heeft Christus niet Zelf gezegd dat Hij niet gekomen was om de Wet of de Profeten te ontbinden, maar te vervullen?
Zo ernstig als de S.G.P. steeds gestreefd heeft om te komen tot een samenwerking met degenen, die Gods Woord tot richtsnoer willen nemen ook voor het staatkundige leven, zo ernstig staat zij toch ook op het standpunt, dat nooit een samengaan kan mogelijk zijn als daarmede de beginselen moeten worden prijs gegeven.
Niet dat de S.G.P.-er op het standpunt staat beter te zijn dan een ander, maar wel daarop, dat de beginselen der S.G.P. zijn volgens Gods Woord. Het gaat niet om personen, maar om beginselen. Wil er een samengaan kunnen komen, dan zal nog veel moeten worden opgehelderd en is het wel goed om bij de grondoorzaak van het verschil te beginnen.
Daarom, geldt het van God daargesteld zijn voor elke overheid, of die het aanvaardt of niet aanvaardt, of die het gelooft of niet gelooft?
Geldt de naleving, van Gods Wet, welke een eeuwigdurende wet is, voor het ganse terrein van het leven?
Is de overheid als Gods dienaresse geroepen om de ere te bevorderen van Hem door Wiens weldaad zij regeert? Wordt de taak van de overheid bepaald uit het zijn van Gods dienaresse of uil de geestesgesteldheid van overheid en volk?
Erkent men onderscheid tussen een Theocratische regering en een regering zich richtende naar de geopenbaarde wil Gods? Of acht men het streven der S.G.P. om door de overheid Gods Wet te doen handhaven Theocratisch? Ziet men inderdaad dan geen onderscheid? Het is misschien wel wat vreemd dat deze stem uit Zeeland komt, maar de persoonlijke verhoudingen zijn in Zeeland altijd minder scherp geweest dan wel elders, en daarom is er misschien wel eens meer neiging om te gaan geloven dat de verschillen toch niet zo groot zijn.
En toch, al zijn de persoonlijke verhoudingen goed, er mag niet gedacht worden, dat een Zeeuwse S.G.P.-er minder beginselvast is dan elders.
De persoonlijke verdraagzaamheid mag er zijn, maar de beginselvastheid is er ook, en dat zulks blijve is de wens van
Uw Zeeuwse Briefschrijver
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1953
De Banier | 8 Pagina's
![Brief uit Zeeland](https://www.digibron.nl/images/generated/de-banier/reguliere-editie/1953/10/01/1-thumbnail.jpg)