Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Des Vaders welbehagen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Des Vaders welbehagen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vreest niet, gij Hein kuddekei toant het is uics Vaders welbehagen, ulieden het Kcminkrijk te geven.

Lucas 12 : 32

I.

Op tweeërlei wijze spreekt de Heilige Schrift over het welbehagen des Vaders. We lezen in Psalm 143 : 10: Leer mij Uw welbehagen doen, want Gij zijt mijn God".

Daar is sprake van het welbehagen des gebods, of de geopenbaarde wü van God, die Hij van Zijn volk wü gedaan en betracht hebben. Niet in eigen kracht, doch afhangende van de hulp des Heiligen Geestes. Daarom volgt er op: , , Uw goede Geest geleide mij in een effen land".

Het gaat hier dus over de kinderlijke vreze Gods, de evangeHsche heiligmaking, vloeiende uit de geloofsvereniging met Christus, opdat de Heere verheerlijkt en de naaste gesticht en voor Christus gewonnen worde. Noodzakelijk voor de ware begenadigden, opdat zij niet komen mogen_ onder de verberging van Gods aangezicht, maar integendeel zich mogen verblijden over de uitlatingen van Zijn Vaderlijke gunst in Christus. Het is zelfs onmogelijk, dat zo wie Christus door een waarachtig geloof ingeplant is, niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid.

Het gaat hier over de goede werken, die vloeien uit de bron van het ware, zaligmakende geloof, ' die gebonden zijn aan de vaste regel van de wet der zeden, en die ten doel hebben, dat de Naam Gods niet onteerd en gelasterd, maar veeleer zal geprezen worden.

Maar ook spreekt de Schrift vele malen heel duidelijk over het welbehagen des besluits, of anders genoemd, d% verborgen vnl Gods, bijv. in Jesaja 46 : 10: Mijn raad zal bestaan en Ik zal al Mijn welbehagen doen", en in Psalm 51 : 20: Doe wel bij Sion naar Uw welbehagen", en in Col. 1 : 19: Want het is des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou".

Zo ook in bovengenoemde Schriftplaats spreekt Christus tot Zijn discipelen over het welbehagen des besluits, het eeuwig onveranderlijk voornemen Gods.

Dat welbehagen Gods is de souvereine 2Blfbepaling in God, die bij de mededeelbare eigenschappen Gods gerekend wordt; een oneindige volmaaktheid, de willende God Zelf. Alles is Gods wil onderworpen en zij gaat over de grote en kleine dingen.

En al wordt in de Schrift dus onderscheid gemaakt in de wil des besluits en de wü des bevels, is dit niet zo te verstaan, alsof er twee willen in God zouden zijn, want Hij is een eenvoudig Wezen. Maar die onderscheiding wordt slechts gemaakt in verband met de voorwerpen van Zijn wil. Die wü is de grond van verkiezing en verwerping, gelijk dui­ delijk staat in Romeinen 9. Het bevel nu is dienstbaar aan Zijn besluit, en strijd tussen besluit en bevel is niet mogelijk in God. Hij doet alleen wat Hem behaagt.

Nadat Christus eerst Zijn discipelen had gezegd, dat zij niet moesten vrezen voor degenen, die het hchaam doden, en daarna niet meer kunnen doen, maar dat zij veelmeer moesten vrezen Die, Die, nadat Hij gedood heeft, ook macht heeft in de hel te werpen, en dat zij van God niet vergeten zouden worden, ook niet indien zij voor overheden en machten werden gesteld, en dat de Heüige Geest hun alsdan leren zou wat zij spreken moesten, kwam Hij hen te waarschuwen voor bezorgdheid ten aanzien van hetgeen zij zouden eten, en waarmede zij zich zouden kleden. „Wie toch van u kan met bezorgd te zijn één el tot zijn lengte toedoen? En gijheden, vraagt niet, wat gij eten of drinken zult, en weest niet wankelmoedig, want al deze dingen zoeken de heidenen; maar uw Vader weet, dat gij deze dingen behoeft; maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden."

Het is dus op te vatten als een aanspraak of vermaning met verklaring, wanneer Hij zegt: „Vreest niet, gij klein kuddeke, want het is uws Vaders welbehagen ulieden het Koninkrijk te geven". Christus spreekt, hun tot bemoediging, van de Vader, Die naar Zijn eeuwig welbehagen hen had uitverkoren in Christus vóór de grondlegging der wereld tot aanneming tot kinderen, tot prijs Zijner heerlijkheid.

God is Vader van de Heere Jezus Christus door generatie, door schepping van alle mensen, door aaimeming tot kinderen van Zijn gunstgenoten. Welk een tedere Naam!

Immers, een vader leeft voor zijn kinderen, werkt en zorgt voor zijn kinderen, denkt aan zijn kinderen met liefde, ziet er zijn beeld in, en al wat vader bezit ziülen straks de kinderen erven. -

Geldt dit voor een aardse vader, de volkomenheid en volmaaktheid daarvan is bij die hemelse Vader. Het komt er echter zeer op aan of wij tot Zijn kinderen behoren door wedergeboorte, want van nature is de mens geen kind Gods, doch uit de vader de duivel, zeide Christus bij zekere gelegenheid.

Ook spreekt Christus van huns Vaders welbehagen, om hun het Koninkrijk te geven, even tevoren genoemd het Koninkrijk Gods. Dat welbehagen kon alleen volvoerd worden door de Zoon des welbehagens. dat is Christus, want buiten Christus kon de Vader gevallen Adamskinderen geen enkele gunst bewijzen, uit kracht van Zijn recht, en vanwege de vloek der Wet, als Wet van het werkverbond. Hij kan buiten Christus geen gemeenschap met de mens hebben, wijl Hij te rein van ogen is om het kwade te kunnen aanschouwen.

Maar door de hand des Middelaars zal het welbehagen des Vaders gelukkiglijk voortgaan, en dat door verdienste en toepassing. De weg van dat welbehagen liep door de dood van Christus heen en bij de Zijnen loopt de weg van het welbehagen óók door de dood heen, want indien wij dan met Hem gestorven zijn, zo geloven wij, dat wij ook met Hem zuïïen leven.

Maar dat is zo ineens maar niet geleerd. Eerst na jarenlang worstelen komen de meesten er achter. De volvoering van het welbehagen des Vaders begint personeel in de uitverkoren zondaars in de levendmaking of engere wedergeboorte, wanneer zij verlost worden van hun blindheid en vijandschap, en afgezonderd van de wereld een nieuw leven beginnen te leven. Dan wordt zo één het voorwerp van de haat des duivels en der wereld, die in het boze Ugt; ja ook van de godsdienstige wereld. Maar desondanks volgt een oprechte keus om de wereld te verzaken, de zonden af te breken en openlijk voor de Naam eii zaak des Heeren uit te komen. Dan wordt een zoeken geboren naar het Koninkrijk Gods en zijn gerechtigheid.

Dat Koninkrijk is niet aards, maar geestelijk en hemels, en daarom vaak genoemd het Koninkrijk der hemelen.

Daar is een scherpe tegenstelling tussen de wereld zonder God en buiten God, ja tegen God, en de onderdanen van Koning Jezus, welke zich stellen onder de leiding des Geestes.

Dat Koninklijk Gods wordt gezocht, omdat men er van nature buiten staat, en zodra men daar aan ontdekt wordt, komt het ernstig en rusteloos zoeken. Daar buiten is gevaar en ellende te verwachten, daar binnen is vrede en veüigheid. Daar buiten is verwarring en chaos, maar daar binnen is gemeenschap met een volzalige God, Die volmaakte wetten geeft en een hart om die ijverig te betrachten. Als de noodzaak om in dat Koninkrijk te worden opgenomen recht en zaligmakend mag ontdekt worden, dan kan men niet rusten of men moet het gevonden hebben. Dan kan het geen uitstel meer lijden.

En waar het welbehagen des Vaders door Zijn hand gelukkiglijk voortgaat, zal Christus de ware zoekers naar het Koninkrijk Gods trapsgewijze en ieder naar de mate Zijner gave en genade dat Koninkrijk openbaren door de verkondiging van het heilig Evangehe, waarin Christus als Koning van Sion in al Zijn volmaaktheden en algenoegzaamheid wordt verklaard. Het gevolg zal zijn, dat zij Hem steeds meer gaan uitroepen als Koning over hun hart, met oprechte begeerte om als ware vrijwilligers te dienen in Zijn leger en te strijden de goede strijd des geloofs.

En om Zijn macht en heerschappij in het ten onder brengen van de zonde ia hun hart te ondervinden, wat is dat een weldaad. Hoe meer daarvan gekend wordt, hoe meer men er van zou wülen hebben, want het is een verlossing van de macht der duisternis.

Amsterdam

Ds CHR. VAN DAM

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 1953

De Banier | 8 Pagina's

Des Vaders welbehagen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 1953

De Banier | 8 Pagina's