Brief uit Zeeland

CCXL

Over het woningpeil in Zeeland is al meermalen gehandeld, en het is verblijdend dat ook van de zijde der S.G.P. in de Tweede Kamer der Staten Generaal over dat onderwerp is gesproken. Volgens de courantenberichten heeft de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting toegezegd dat er nog een aanvulling zal komen. Het is echter nog niet bekend hoe groot die zal zijn, en evenmin weten de gemeentebesturen nog hoeveel woningen aan iedere gemeente zijn toegewezen.

Er is dus nog veel onzekers. De behoefte is echter groot, want niet alleen in aantal, maar ook in kwaliteit is het woningpeil in Zeeland niet hoog.

Wel is er in de laatste jaren een mogelijkheid geweest om met steun van de overheid, waarin ook particulieren bijdroegen, tot verbetering te geraken, maar daarmede is nog niet alles opeens gedaan, vooral ook niet omdat de gemeentebesturen niet over voldoende middelen beschikten om de daardoor op te brengen bijdrage te kunnen verstrekken.

In de vorige winter werd, boven die bijdrage, die maximaal ƒ 1400.— kon bedragen, ook nog bijdrage verleend in de vorm van D.U.W.-subsidie.

Dan werd als voorwaarde gesteld dat de woningen voor 1 April gereed moesten zijn, dus het werk in de winter moest plaats hebben, om daardoor de werkloosheid onder bouwvakarbeiders tegen te gaan.

Het is op zichzelf genomen goed dat de regering tracht om werkloosheid te voorkomen, ook al kan de vraag worden gesteld of de ingeslagen weg de juiste was en is.

Nu doet zich echter voor een groot deel van Zeeland de moeilijkheid voor dat de D.U.W.-subsidie, dat toch 6% bedroeg, niet wordt gegeven, omdat er geen werkloosheid te duchten is.

Het kan niet anders dan verheugend zijn dat er werk is voor de werkman en dat er geen bijzondere maatregelen nodig zijn om dat werk te hebben, want wat is er bitterder voor een werkman die werken kan en wil dan dat hij niet aan de slag kan komen omdat er geen werk is?

Toch, zit aan die zaak ook nog een ander kantje. Het geld dat verstrekt wordt • voor D.U.W.-subsidie komt ten goede aan de persoon die een woning verbeteren wil. Het bedrag kan juist genoeg zijn om de bezitter te doen besluiten tot verbetering. Maar als dat zo is, dan kan ook het inhouden of niet verkrijgen, juist de oorzaak zijn dat de woning niet verbeterd wordt.

Dat er geen werkloosheid dreigt is een gevolg van de ramp welke Zeeland trof. Moet nu daardoor ook weer het woningpeil getroffen worden?

Zeker, het is onjuist om geld te geven voor de bestrijding van werkloosheid als die er niet is, maar is het ook niet onjuist om het ene deel van het land anders te behandelen dan het andere?

Is het dan niet nodig om maatregelen te treffen van andere aard waardoor het woningpeil kan worden verbeterd?

Is het dan niet nodig om de eigenaren van woningen dezelfde tegemoetkoming te geven als elders?

Het woningbezit is een kostelijk bezit, en dan kostelijk in tweeërlei zin. Het is kostelijk in de vorm van een verheugend iets, maar ook kostelijk in de vorm van een duur iets.

Een mens brengt een zeer groot deel van zijn leven in een woning door. De invloed van de goede woning kan groof zijn, maar ook de invloed van een slechte woning, doch dan in omgekeerde zin. Daarom is een goede woning zo'n kostelijk, verheugend bezit. Niet alleen voor de eigenaar, maar inzonderheid voor de gebruiker.

Maar een woning is ook een bezit dat geld kost. Het onderhoud kost veel tegenwoordig, meer dan de doorsnee woning opbrengt.

Het is schier onmogelijk dat de eigenaar, zonder hulp, tot verbetering kan overgaan. Maar als dat zo is, zoals het is, dan zal de overheid ook met gelijke maten moeten meten. Er zal gelijke bijdrage moeten worden verleend. Dat zal in de ene streek mede krmnen helpen tot het tegengaan van werkloosheid, maar in het algemeen strekken tot het verbeteren van het woningpeil, tot behoud van wat dreigt teloor te gaan.

Bovendien wordt de zaak wel zuiverder gesteld als de bijdrage wordt losgemaakt van de al dan niet dreigende werkloosheid. Dan wordt het overal werken in de vrije sector en dat is toch altijd nog te verkiezen boven een D.U.W.-verband.

Uw Zeeuwse Briefschrijver

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen