Gods belofte aan Jozua

Gelijk als Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn, Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten.

Jozua 1 : 5b

I.

Mozes heeft onder Gods voorzienigheid het volk van Israël uit Egypte geleid. Veertig jaar heeft hij het voUc mogen leiden door de woestijn tot aan de grens van Kanaan.

Wat heeft Mozes veel moeilijke tijden meegemaakt om het volk op het goede pad te leiden. Hij zocht altijd het beste voor Israël, nooit heeft hij eigen eer en voordeel nagestreefd. En wanneer Israël zondigde, trad Mozes op als pleitbezorger voor het schuldige volk.

Eindelijk is Mozes aan het einde van zijn leven gekomen. De Heere maakte hem bekend, dat hij sterven moest.

De Heeie riep hem van zijn post om hem op te nemen in heerlijkheid. Hij had de goede strijd gestreden, de loop geëindigd en het geloof behouden. Zalig is het volk, dat sterven kan en sterven mag. Ze mogen ïnet Mozes beërven de rust, die er overblijft voor het volk van God. De dood komt onverwachts, daarom moeten we bereid zijn.

Wie zal Israël nu in het beloofde land brengen?

De Heere wijst Zelf de man aan, die Mozes' plaats zal innemen. Het is Jozua, de zoon van Nun. Hij is de held Gods, door de Heere verkoren om al de Kanaanieten te overwinnen.

Jozua is hier een type van de Christus, de grote Jozua. De Zoon Gods heeft door Zijn bitter lijden en sterven de dood overwonnen en een eeuwige zaligheid voor Zijn volk verworven. Christus brengt Zijn uitverkorenen in het hemels Kanaan, om daar eeuwig Gods zalige gunst te genieten.

Jozua was een zeer godvrezend man, hij wandelde in tedere godzaligheid voor het aangezicht des Heeren. Hij was altijd bij Mozes, hij was zijn trouwe vriend. Jozua was één van de twee verspieders, die een goed getuigenis gaven van het beloofde land. Hij was een man vol des geloofs en des Heiligen Geestes. Gods Woord zegt van hem: „Een man, in welke de Geest is".

Het is voor ons allen nodig, dat de Heilige Geest ons geschonken wordt. De Heilige Geest moet in ons hart wonen om ons te troosten en te leiden. De Heere schenkt mannen, die Hij roept tot hoge ambten in de kerk, de gaven des Heiligen Geestes. Jozua heeft zichzelf niet op de voorgrond geplaatst om de leider van Israël ta worden; God riep hem. Toen Mozes door God geroepen werd om Israël uit Egypte te leiden, had hij zeer veel bezwaren. Er zullen ongetwijfeld zeer veel bezwaren in het hart van Jozua zijn opgerezen om deze verantwoordelijke post te aanvaarden.

Wanneer de Heere Zijn knechten roept tot de bediening des Woords, hebben ze ook zeer veel bezwaren. Wie is tot deze dingen bekwaam? Immers niemand. In Gods kracht kunnen we de zwaarste en verantwoordelijkste posten aanvaarden. Arm in onszelf, niets in eigen kracht, dan wil God ons gebruiken in Zijn kerk.

God riep Jozua om het werk van Mozes over te nemen. Hij zalfde hem met de gaven des Heiligen Geestes. Mozes legde in de Naam des Heeren Jozua de handen op en stelde hem voor aan Israël. Mozes mocht naar huis, hij ontving de kroon der rechtvaardigheid en Jozua zal Israël in Kanaan brengen. God heeft Zijn genade in rijke mate verheerlijkt aan Jozua. De Heere maakte Jozua groot voor de ogen van gans Israël door de wateren der Jordaan te scheiden, zodat het volk in Kanaan kwam. God gaf aan Jozua dte belofte, dat Hij voor hem zou strijden. De Héere spreekt het volk bemoedigend toe en zegt tot Jozua: „Zijt sterk en hebt goede moed!" God zal voor Israël strijden en Zijn beloften, aan de vaderen gedaan, vervullen.

Jozua ontvangt van de Heere een persoonlijke belofte. Hij heeft een bijzonder gewichtige taak, daarom geeft de Heere hem een bijzonder troostwoord. De Heere geeft Zijn profeten wel eens bijzonder licht en bijzondere genade. Dat zijn ambtelijke vertroostingen en zalige bedieningen des Geestes, die de Heere aan Zijn getrouwe knechten schenkt. Jozua mocht dit ervaren op zalige, treffende wijze. De Heere zeide tot hem, dat Hij hem niet begeven en verlaten zou. Hoe rijk, hoe zoet, hoe zalig is deze belofte voor Jozua geweest. Hij ontving van de Heere Zelf de verzekering, dat God met hem zou zijn.

De Heere stelde Zijn knecht Mozes als een voorbeeld voor aan Jozua van Zijn eeuwige trouw en liefde. Jozua wist wie God voor Mozes geweest was. Hij had van zeer n^bij gezien, dat de Heere Mozes in bijzondere zin beschermde tegen al zijn vijanden. Wanneer het volk van Israël murmureerde tegen Mozes, verscheen de heerlijkheid des Heeren boven de tent der samenkomst. En als Korach, Dathan en Abiram revolutie maakten, opende de aarde haar mond om de vijanden te straffen. God had Zijn knecht Mo25es op gans bijzondere wijze Zijn heerlijke bewaring geschonken.

Jozua zal deze speciale bescherming ook ontvangen. De Heere zal hem bewaren en beveiligen, overal waar hij henen zal gaan. Jozua had geen lijfgarde nodig, zoals in onze tijd de leiders der volkeren. De Heere was zijn schild, zijn loon zeer groot.

Jo2Ma kende voor zijn ziel de zalige omgang met God, maar deze heerlijke belofte heeft hem bijzonder verkwikt. Hoe zoet en zalig was deze belofte: de Heere zal hem nooit begeven en verlaten. Toen de aartsvader Jacob de belofte ontving, dat de Heere met hem zou zijn op zijn levenspad, kon hij zijn weg met blijdschap reizen. Er was hemelse vreugde in zijn ziel, want de Heere had tot hem gesproken.

Jozua kon met Gods belofte de Jordaan doortrekken en de strijd met de Kanaanieten aanbinden. Deze belofte was een Goddelijke verzekering, dat de Heere aan zijn zijde zou zijn. Hij moest nog strijden, maar de overwinning stond reeds vast. De Heere zou met Zijn engelenmacht strijden voor het volk van Israël.

Alles wat God belooft, wordt zeker vervuld, want Hij is een Waarmaker van Zijn Woord. Er valt niet één woord van Gods beloften op de aarde, dat niet vervuld wordt. Ieder, die de Heere in waarheid vreest, mag dit voor zijn eigen ziel zalig ervaren.

Geeft de Heere alleen maar beloften aan de leiders van Israël, zoals Mozes en Jozua? Openbaart Hij Zich alleen aan profeten en leraars?

Neen, de Heere spreekt tot ieder, die voor Hem leeft; Hij geeft beloften aan •\il Zijn kinderen. Het volk des Heeren heeft behoefte aan de vertroostingen des Heiligen Geestes. Het leven is dikwijls zo moeilijk en de strijd tegen de drie doodsvijanden zo zwaar. De kerk des Heeren heeft zeer veel vijanden, die haar dag in dag. uit bestrijden.

De Heere weet van de moeiten en de strijd van ^ijn kinderen en daarom schenkt Hij hun zalige beloften en heerlijke vertroostingen. God laat Zijn gunstvolk niet omkomen in de druk; neen, Hij spreekt tot hun ziel.

Jozua ontving persoonlijk een woord van God; zo schenkt de Heere Zijn uitverkorenen beloften. Het Woord des Heeren staat vol met beloften voor de kerk, maar ze moeten aan ons hart toegepast worden. Er zijn tegenwoordig duizenden, die zichzelf christenen noemen, maar niets willen weten van de persoonlijke bedieningen des Heiligen Geestes aan het hart. Wanneer men spreekt over bevinding, dan wordt het dadelijk gedoodverfd als ziekelijk en mystiek. Ze redeneren zeer lichtvaardig over Gods beloften en zeggen: Gods Woord is voor ons en Gods beloften zijn voor ons. Wij zijn christenen en daarom hebben we een recht op Gods beloften. De beloften des Heeren moet je geloven en aannemen, want het is ook uw eigendom.

Gr.-Rapids

Ds G. A. ZIJDERVELD

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen