Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vloek en zegen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vloek en zegen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En hij zeide: Vervloekt zij Kanaan; een knecht der knechten zij hij zijn broederen!

Voorts zeide hij: Gezegend zij de Ueere, de God van Sem; en Kanaan zij hem een knecht!

God breide Jafeth uit, en hij wone in Sems tenten! en Kanaan zij hem een knecht! Genesis 9 : 25-27

I. De apostel Paulus schrijft aan de Efeziërs: „En wordt niet dronken iii de wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met de Geest".

Terecht zouden we deze heihge vermaning kunnen stellen boven de geschiedenis, waaruit de tekst van deze overdenking werd gekozen. Overdaad, zo leest onze Statenvertaling. Letterlijk betekent het Griekse woord: reddeloosheid, heilloosheid. In de wijn is liederlijkheid, bandeloosheid. Eïïc nieuw begin wordt ras verdorven. De prüle Pinkstergemeente werd weldia aangetast door de leugen van Ananias en Saffira. Na de zondvloed lag spoedig de beginnende akkerman dronken tegen de zo juist gereinigde aarde. Ja waarlijk, het gedichtsel van 's mensen hart is boos. Noach mocht met de beste voornemens de ark zijn uitgegaan. Jehiskia deed geen vergelding naar de weldaad, aan hem geschied, zo zegt Gods Woord. Wel beloofde hij het allerbeste: „Ik zal nu al zoetjes voorttreden al mijn jaren, vanwege de bitterheid mijner ziel. Heere, bij deze dingen leeft men, en in dit alles is het leven van mijn geest; want Gij hebt mij gezond gemaakt en genezen. De levende, de levende, die zal U loven". Hiskia trad nog al zoetjes voort, toen hij met de gezanten uit het verre Babel langs alle schatten zijn paleis doorwandelde. Wat is de mens, ook het liefste kind van God, wat is in hem te prijzm? Hoe diep zijn ze gevallen, zelfs de allerheiligsten en meest begenadigden.

Noach dronk van de wijn en werd dronken. We kunnen Noach niet vrijpleiten op grond van onwetendheid. Hij is het zeker gewaar geworden, dat de drank hem benevelde. Mogelijk mag men tot verzachting aanvoeren, dat Noach niet of nauwelijks de uitwerking van het koppige vocht kende. Maar vrijuit ging hij stellig niet. Er is overdaad, heilloosheid, liederlijkheid, bandeloosheid in de wijn. Want Noach wierp zijn klederen van zich.

De duivel en de revolutie zijn in de drank. „Laat ons hrm banden verscheuren en hun touwen van ons werpen". In den beginne waren ze beiden naakt, Adam en Eva, en zij schaamden zich niet. Zo was het in de ongerepte staat der naaktheid. O mens, bezie uw diepe val. Moeten weemoed en heimee ons niet in diepe treurigheid leiden? In Zijn wonderbare algemene genade maakte de Heere de mens rokken van vellen om de schande zijner naaktheid te bedekken. Maar ziet de vrucht van de overdaad. De vorst der duisternis wil de mens weer in die ellendige, schaamtevolle toestand terug hebben. Hij hitst Noach op om de beteugelende bedekking uit te schudden. Zien we ook vandaag niet, hoe drank en naaktheid samengaan, overal waar de heilloze zonde hoogtij viert? Hoeveel te minder is er verontschuldiging, nu God in Zijn Woord ons nadrukkelijk heeft gewaarschuwd voor deze buitensporigheid. De wijn brengt de mens in een verlaagd bewustzijnsniveau, drijft hem in de vergetelheid, verdooft hem om hem willoos in het verderf te slepen. Satanische narcose.

Deze zal ons troosten over ons werk, en •over de smart onzer handen, vanwege het aardrijk, dat de Heere vervloekt heeft, zo riep eenmaal Lamech bij de geboorte van deze Noach. Sommige frivole, wereldse uitleggers menen, dat de virijn, die Noach „uitvond", de troost was, waarop de gevloekte wereld wachtte. We moeten ons wel hoeden voor zulke gewetenloze uitleg. Anderen lezen in onze tekstgeschiedenis een duidelijke veroordehng van de sterke drank. We menen, dat dit gevoelen in een ander uiterste vervalt. Dit standpunt is al te negatief. „Want alle schepsel Gods is goed, en er is niets verwerpelijk, met dankzegging genomen zijnde; want het wordt geheiligd door het Woord van God en (door) het gebed".

Door het Woord en door het gebed. Het gebed om de Heilige Geest om ons te stieren in rechte sporen, opdat we niet afwijken ter linker-of ter rechterhand. „Uw goede Geest bestier' mijn schreden, en leid' mij in een effen land".

Daarom dus de apostolische vermaning: Wordt vervuld met de Geest! Door de Geest is geen overdaad, geen heilloosheid, maar juist het heil en de weldaad. De wijn troost met de vergetelheid, de Geest met de wetenschap van zonde en de vergeving. De wijn werpt banden en touwen van God en Zijn Gezalfde van zich. De Geest leert ons Gods Gezalfde te kussen met de kus van het geloof. Door de wijn, waarin de duivel en de revolutie zijn, worden we teruggeworpen in ons uitbraaksel en de schandelijke wenteling in het slijk van de zondeval. De Heilige Geest leidt en bearbeidt ons, opdat we in de staat der ongerepte rechtheid hersteld worden. Zo dat we nimmermeer uitvallen kuimen. De wijn is de schijntrooster en de Geest is de ware Trooster. Inderdaad, de vermaning uit de brief aan de gemeente van Efeze is zeer stichtelijk: „Wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met de Heilige Geest". De Geest brengt ons op een hoger bewustzijnsniveau, zodat we zien, erkennen en belijden, wat we nooit wilden zien, namelijk onze val, onze aangeboren en werkelijke zonden. De wijn leert ons dronkemansliedjes vol zottemij, maar de Geest drijft onze tong, opdat we zingen het schoonste lied van onze Koning, van Israels God gegeven, en dat er vergeving is altijd bij Hem geweest.

Hoe diep Noach ook gevallen was, dit gaf aan Cham geen verlof om een welbehagen te hebben in de naaktheid van zijn vader. Zo jong was Cham per slot van rekening ook niet meer. Hij was vader van vier zonen (Gen. 10 : 6). Zo te lezen krijgen we de indruk, dat Kanaan zijn jongste zoon was. Merkwaardig is wel, dat er in het tekstverband zo de nadruk op gelegd wordt, dat Cham de vader was van Kanaan. Zie de verzen 18 en 22 en ten slotte ook ons eerste tekstvers. Ik voor mij krijg de indruk, zoals ook verschillende verklaarders zeggen, dat de jongste zoon van Cham op één of andere wijze betrokken was in de oneer, die Cham zijn vader aandeed. Vandaar, dat de vloek in zijn volle gewicht ook op Kanaans hoofd neerkwam.

• £n Noach ontwaakte van zijn wijn. Wanneer de oprechte en rechtvaardige Noach ontwaakt, mogen we deze handeling zien in het licht van zijn bekering. Gods volk kan zondigen en schandelijk diep vallen. Het zondigt niet goedkoop. Gods kinde­ ren keren niet terug tot de orde van de dag, alsof er niets gebeurd is. Een vlijmende smart trekt door hun hart Wat kunnen ze zich diep verfoeien. Zelfs van de veroordeling van de zedelijk soms zo hoog staande wereld moeten ze alleen maar beHjden: , Het is waar". Ze maken zich daar heus niet hooghartig en Farizeeërachtig van af met enkele Bijbelteksten. Zo doen schijnvromen en geveinsden, die de naam hebben kinderen Gods te zijn, maar ze zijn het allerminst. Het kan een gedurige smart zijn, dat ze zo diep gevallen zijn en de dierbare Naam des Heeren zo in lastering betrokken. Niettemin geldt het voor alle gekenden: Als hij valt, zo wordt hij niet weggeworpen" (Psalm 37 : 24).

Eeuwig wonder! Want de Heere had hen voor altijd kunnen wegwerpen. Maar Hij doet het niet, omdat ze in Zijn handpalmen gegraveerd zijn, omdat Hij hen ziet in Christus Jezus, Die ook voor al dit schuldig vallen volkomen genoegdoening verschafte. Maar daarom is het wel diep verootmoedigend om dit alles in te leven. En Noach ontwaakte. Was het geen onnaspeurlijk wonder, dat hij wakker werd? Het avondgebed achter in uw psalmboek, uit de liturgie der Gereformeerde kerken in Nederland, bidt zo treffend en terecht: „Verlicht de ogen van ons verstand, opdat wij in de dood niet ontslapen, maar altijd verwachten onze verlossing uit deze ellendigheid". Rotterdam

Ds H. G. ABMA

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1954

De Banier | 8 Pagina's

Vloek en zegen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1954

De Banier | 8 Pagina's