Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Hosea 8 : 14 staat ons beschreven: ant Israël heeft zijn Maker vergeten en tempelen gebouwd.

Het moge bij de eerste oogopslag vreemd klinken, dat Isiaël zijn Maker vergat en tempelen bouwde, doch riiet alleen Israels geschiedenis leert' ons dit, maar ook de historie der eeuwen.

Het is de mens toch zo eigen de Heere te vergeten en dan tempelen te bouwen. Ja, juist dan bouwt hij tempelen in menigte van allerlei aard, waarin hij het werk zijner eigen handen verheerlijkt en aanbidt.

Wat al tempelen zijn - er toch sedert de val in Edens hof al niet gebouwd, waarin hij een eigenwillige godsdienst bedrijft en eigen deugd, plicht en gerechtigheid bewierookt en vol ijver zijn afgoden dient!

Was de Volkenbond niet zulk een soort van tempel, en is de Organisatie der Verenigde Naties ook al niet één van dergelijke aard? En wat is menige conferentie, waarop men de Heere vergeet en het louter van menselijke krachten en gaven verwacht, anders dan een dergelijke afgodstempel? En wat is er anders van te zeggen dan dat de Heere dergelijke tempels ten hoogste mishagen? dan dat zij Zijn verbolgenheid verwekken, waar Zijn geopenbaard Woord ons zegt, dat zij een gruwel in Zijn ogen zijn?

Maar nochtans ziet men, dat zeer velen in onze donkere dagen het alleen van zulke tempels verwachten, blijven verwachten, ook al stort de ene tempel na de andere in puin ter neer, en ook al brengt de ene conferentie na de andere niets dan bittere teleurstelling.

Dit kan ook al geconstateerd worden van de huidige Berlijnse conferentie. Zelfs het eenparig oordeel van de wereldpers is, dat deze conferentie tot op de dag van heden niets dan teleurstelling op teleurstelling gebracht heeft. Werd daarin na afloop van de vergaderingen in de eerste week al enigermate gunstig en hoopvol over geschreven, het verdere verloop er van heeft daarop volkomen de domper gezet. Zelfs van de vergadering, welke in het geheim gehouden is, vermeldde de wereldpers, dat zij generlei resultaat had opgeleverd er er hoegenaamd niets toe had bijgedragen, dat de spanningen tussen de volken zouden afnemen.

Het is op de Berlijnse conferentie weder de oude weg van zo menige van haar voorgangsters opgegaan. Ook zij is ontaard in een soort debatingclub, waarin de debaters, de onderscheidene ministers, elkander meermalen met verre van vriendelijke woorden bestrijden, welke in staat zijn om, instede van de geschillen op te lossen en de vijandschap te verminderen, deze nog te vermeerderen en te verergeren.

Ook thans is de conferentie weer benut om propaganda te voeren voor eigen doeleinden, waarin de Russen zich meesters betonen, al moet het daarbij gezegd worden, dat de Westerse ministers getoond hebben, dat zij zich de kaas niet van hun brood laten eten en van hun kant de Russische propaganda heel vaak in het ware licht hebben weten te stellen en daardoor krachteloos hebben gemaakt.

Doch daarmede komt het nut van zulk een conferentie wel in een heel schril daglicht te staan en komt men met de oplossing der problemen geen stap ver-der, er zelfs veel verder van af te staan. »Zo heeft het dan ook kunnen plaats vinden, dat eerst het Westerse voorstel door de Russen is afgewezen, en daarna het Russische voorstel door de Westerssn.

Doch de Russen hebben getoond, dat hun voorraadschuur van voorstellen daarmede allerminst leeg was en dat zij nog wel meer pijlen op hun boog hadden.

Molotof bracht, wat de Westerse ministers en velen met hen wel enigermate verraste, een nieuw voorstel ter tafel. Op het eerste gezicht zelfs een fonkelnieuw voorstel, maar wat bij nader inzien, in andere woorden gekleed en op andere wijze opgediend toch niet anders dan de oude, bekende Russische verlangens en voorstellen inhield.

Het komt kort weergegeven, hierop neer, dat West-Europa in feite overgeleverd zal worden aan de Sovjet-Unie. Onder het motto „Europa voor de Europeanen", zullen de Amerikanen uit Europa met hun bezettingstroepen moeten verdwijnen, hetgeen al lang de begeerte der Russen is, opdat zij dan naar hartelust in heel Europa de baas zullen kunnen spelen. En niet alleen de Amerikaanse bezettingstroepen, maar ook die der Fransen en Engelsen zullen uit West-Duitsland teruggetrokken moeten worworden, waarbij Molotof dan tevens bepaald wilde zien, dat niemaiid in West-Duitsland wapens zal mogen dragen, behalve de politie en behalve beperkte geallieerde contingenten, welke er ter controle van hun belangen zullen mogen verblijven. Bovendien, zo stelde Molotof voor, zöllen er Russen in West-Duitsland toegelaten moeten worden om daar het één en ander te kunnen controleren, waarbij — dat lag voor de hand — hij dan tevens voorstelde, dat het Europese Defensie Verdrag niet tot stand zou moeten komen en het Noord-Atlantische Pact ontbonden zou moeten worden.

Opdat dit alles verwezenlijkt zou worden, zou er dan overeenkomstig Molotofs voorstel een verdrag gesloten moeten worden, waarbij elk Europees land, Oost-Duitsland en West-Duitsland inbegrepen, zich zou kunnen aansluiten, welk verdrag Molotof met de weidse naam van een Europees collectief veiligheidsverdrag bestempelde, waarbij de daarbij aangesloten staten hebben te beloven, dat zij elkander niet aanvallen of zelfs niet met geweld zullen bedreigen. Ook de Sovjet-Unie zou zich dan plechtig willen verbinden om geen der aangesloten staten aan te vallen of zelfs met enig geweld te bedreigen.

Dit alles heeft niet anders in zich dan dat West-Europa geheel weerloos zou worden gemaakt, waar tegen in ruü Moskou zich door belofte verbindt om geen aanval of geweld te plegen.

Bij dit verdrag, dat voor vijftig jaar gesloten zou moeten worden, zouden de - Russen zich al vast wel willen verbinden om hun bezettingstroepen uit Oost-Duitsland binnen zes maanden terug te trekken, echter onder de nadere bepaling, dat de Sovjet-Unie Oost-Duitsland weer zal mogen bezetten, als de veiligheid van dat gebied bedreigd zou worden, waarbij aan Amerika, Engeland en Frankrijk hetzelfde recht werd toegekend, zulks ten aanzien van West-Duitsland te mogen doen, als dat gebied bedreigd wordt; een nadere bepaling, welke geheel in het voordeel van de Sovjet-Unie is, daar zij veel dichter bij Oost-Duitsland gelegen is dan West-Duitsland bij Amerika, en haar een schone gelegenheid biedt om onder het één of ander voorwendsel Oost-Duitsland weer te bezetten.

En om de communistische invloedssfeer in Europa zo veel te meer te versterken, wenste Molotof in het verdrag een bepaling opgenomen te zien, welke het rode China een gelijke positie al's de Verenigde Staten van Amerika in Europa zou doen innemen.... namelijk die van waarnemer.

De Westerse ministers hebben het Russische voorstel, waarover allicht nog nader op de conferentie gediscusseerd zal worden, in dezelfde zitting, waarin het gedaan werd, nog afgewezen.

De Franse minister Bidault merkte ter snede op, dat Molotofs voorstel neerkwam op een verdeling van Duitsland voor de tijd van vijftig jaar, en dat de Europese veiligheid meer inhield dan alleen Russische veiligheid.

De Engelse minister Eden zeide, dat hij in het Russische voorstel een soort moderne Monroe-leer voor Europa zag, met als doel opheffing van het Noord-Atlantisch pact en verdrijving van de Amerikaanse strijdkrachten uit Europa.

De Amerikaanse minister Dulles merkte op, dat de tekst van Molotofs voorgesteld verdrag bijna letterlijk overeenkwam met de bijstandspacten, welke de regering van de Sovjet-Unie in 1939 met de Baltische landen sloot, welke inmiddels geheel door de Sovjet-Unie opgeslokt zijn.

Wij zien uit het verloop van deze conferentie, dat men wel tempels kan bouwen, van welker oprichting men veel goeds voorspelt en hoog gestemde verwachtingen koestert, maar dat de daarin verrichte arbeid vruchteloos is, dewijl men daarbij de Heere vergeet.

Geeft ons het huidige verloop niets dan een vruchteloos pogen te aanschouwen, het laat zich nu aanzien, dat het met de behandeling van het Oostenrijkse vredesverdrag op de Berlijnse conferentie ook al dezelfde weg op zal gaan.

Het heeft dr Figl, de Oostenrijkse minister van buitenlandse zaken, die door de ministers naar Berlijn ontboden was, al bitter weinig gebaat, dat hij een zeer ernstig beroep heeft gedaan op de ministers der conferentie, om eindelijk zijn land de onafhankelijkheid terug te geven. Bij de daarover begonnen besprekingen was het Molotof, die niet weinig roet in het eten wierp.

Hij toch deed het voorstel om het bijna voltooide Oostenrijkse vredesverdrag weer in handen te stellen van de plaatsvervangers der vier ministers, die aan de totstandkoming er van in vijf jaar reeds 260 vruchteloze zittingen gewijd hebben.

Dezen zouden dan binnen drie maanden het verdrag in kannen en kruiken moeten gebracht hebben.

Was dit voorstel op zichzelf al heel niet naar de smaak van de Westelijke ministers, de nieuwe voorwaarden, welke Molotof daarbij ter tafel bracht, waren het nog al zo veel te minder. Deze zijn:

1. De bezettingstroepen blijven in Oostenrijk, met uitzondering van Wenen, totdat het vredesverdrag met Duitsland gesloten is, een aangelegenheid, waarover men nu al zo lang vóór en op de conferentie te Berlijn vruchteloos onderhandeld heeft.

2. Oostenrijk mag zich niet aansluiten bij enig bondgenootschap, dat tegen één der tegenstanders van het Nazi-Duitsland gericht is, wat inhoudt, dat het zich niet mag aansluiten bij het Europees Defensie Verdrag en bij het Atlantisch Pact, en in generlei geval een bondgenootschap met één der Westelijke mogendheden mag aangaan.

3. De plaatsvervangende ministers mogen zich bij de besprekingen over het Oostenrijkse vredesverdrag ook beraden over de Russische eis, dat Triest en zijn achterland niet mogen worden gebruikt als militaire basis — waarmede Molotof de kwestie Triest wil koppelen aan het Oostenrijkse vraagstuk, waarvan de Westelijke mogendheden tot dusverre nooit iets hebben willen weten.

4. Molotof bleef er op staan, dat Oostenrijk de zware economische eisen, welke de Sovjet-Unie steeds gesteld heeft, zou nakomen, dat het jaarlijks 150 mülioen dollar aan Rusland zou betalen.

De Oostenrijkse minister Figl verklaai-de, dat Oostenrijk tot die betaling bereid was, al was het een buitengewoon zware eis en al was deze al even zwaar als de bepaling betreffende de Oostenrijkse olievelden, waar de Sovjet-Unie een concessie met een looptijd van 30 jaar bezit, welke Figl nauwelijks verenigbaar achtte met de voorgenomen economische onafhankelijkheid van Oostem-ijk; doch ook deze zou Oostenrijk strikt nakomen.

Zoal reeds opgemerkt, was de verwijzing van het Oostenrijkse vredesverdrag ter nadere behandeling naar de plaatsvervangers, niet naar de smaak van de Westelijke ministers. Zij drongen er alle drie eenparig op aan, dat, wat naar hun oordeel gemakkelijk kon geschieden, de zaak van het verdrag op de confefentie van Berlijn afgedaan zou worden. Daarop bestaat na de redevoering van Molotof al heel bitter weinig kans, te meer niet, waar hij er voorwaarden aan verbond, welke, naar hij zeide, Dulles een koude rilling over zijn rug hadden doen lopen.

Het staat dan ook wel vast, dat Molotofs voorstel op de archiefzolders terecht zal komen, dewijl het voor de Westelijke mogendheden om verschillende redenen niet te aanvaarden is.

Voorts zij aangaande de Berlijnse conferentie nog medegedeeld, dat volgens de persberichten door de ministers overeengekomen is, dat deze in de week van 14 Februari zal eindigen, zodat het einde van de conferentie in het zicht is, als althans de berichten dienaangaande juist zijn, en er ten slotte nog niet tot verlenging er van besloten wordt.

In het kort nog het navolgende.

In Italië is het niet, zoals verwacht werd, aan Gasperi gelukt een kabinet samen te stellen, maar wel aan zijn partijgenoot, ook een christen-democraat, Scelpa. Men kent dit kabinet echter geen lang bestaan toe, dewijl het slechts rechts een kleine meerderheid in het parlement achter zich heeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1954

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1954

De Banier | 8 Pagina's