Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het geslacht van de torenbouwers van Babel is niet uitgestorven. Telkens en telkens weer zien wij hoe dit geslacht nog leeft en uit dezelfde beginselen handelt als waaruit Babels torenbouwers eenmaal handelden.

Het waren hoogmoed en overmoed, waardoor de laatstgenoemden geleid werden bij hun pogen om een toren te bouwen, welks opperste aan de hemel zou reiken.

De uitslag van de eerst torenbouw van Babel is bekend. Deze is niet alleen mislukt, maar heeft niets dan ellende en verwarring achtergelaten.

warring achtergelaten. Te allen tijde is zulk een bouw tot een volslagen mislukking gedoemd en zal hij niets dan ellende en verwarring achterlaten.

Op geheel overtuigende wijze is dit gebleken ten aanzien van de Berlijnse conferentie, waarop men met godsmiskenning in menselijke hoogmoed en overmoed de huidige spanningen onder de volken zoal niet geheel zocht weg te nemen, dan toch aanmerkelijk te verminderen.

Algemeen wordt toch in de persorganen erkend, dat deze conferentie ten opzichte van het doel, waarmede zij belegd was, op een volkomen mislukking is uitgelopen. En dit valt er niet alleen van te constateren, maar evenzeer, dat zij de verdeeldheid en de verwarring nog al groter gemaakt heeft.

Dit is wel duidelijk aan de dag gekomen in het Engelse parlement, waarin minister Eden het debat over de Berlijnse conferentie geopend heeft. Hij zeide met betrekking tot het Europese Defensieverdrag, dat hij de totstandkoming er van noodzakelijk achtte en dat hij deze als het beste middel beschouwde om tot de veiligheid van West-Europa en de wereld te geraken, waarbij hij opmerkte, dat de conferentie zelf teleurstellend en soms bijna tragisch was. Niettemin had hij toch een lichtpuntje ontdekt, en wel in het feit, dat straks in April in Geneve een conferentie over Korea en Indo-China stond gehouden te worden. Churchill, die de volgende dag in het parlement het woord voerde, had ook zijn hoop gericht op de aanstaande conferentie in Geneve. Bovendien verklaarde hij nog een conferentie in reserve te houden, en wel die van een tussen de staatshoofden van de vier mogendheden, op welker totstandkoming hij nog altijd het oog gericht had.

Aangaande de Berlijnse conferentie merkte hij op, dat de grootste teleurstelling daarvan wel was, dat het Oostenrijkse vredesverdrag er niet op gesloten was, terwijl de Russische voorstellen voor het vormen van een neutraal en ongewapend Duitsland grote gevaren in zich droegen. Voorts stond hij er op, dat het verbod van handel met de Sovjet-Unie — zo zoekt een ieder het zijne — verzacht zou worden, een kwestie, waarover hij reeds met Amerika aan het onderhandelen was.

Daarbij waren zowel Churchill als Eden het er over eens, dat alle Russische voorstellen op de Berlijnse conferentie slechts ten doel hadden om Duitsland in de machtssfeer van Rusland te brengen. Molotofs Europese verdrag voor collectieve veiligheid — zo weid van de zijde der regering verklaard — was er op gericht de band tussen Amerika sn West-Europa te verbreken en om daarmede het gehele Westelijke verdedigingsstelsel te niet te doen.

Attlee, de leider van de Labourpartij, sprak als zijn gevoelen uit, dat de afloop van de Berlijnse conferentie hem er van overtuigd had, dat de totstandkoming van deze gemeenschap noodzakelijk was, maar hij kreeg daarbij de wind van voren van zijn partijgenoot Bevan, die scherp daartegen van leer trok. Hij bleek een besliste tegenstander van de herbewapening van West-Duitsland te zijn. En hij stond daarbij niet alleen. Een groot aantal van de parlementsleden van de Labourpartij was het daarin volkomen met hem eens.

Fel en heftig werd Attlee over zijn houding door zijn partijgenoten aangevallen. Het hoogst bedenkelijke voor Attlee is hierbij wel, dat degenen, die zich tegen hem verklaarden, in de Labourpartij zulk een grote minderheid uitmaken.

Op de vergadering van het partijbestuur van de Labompartij, welke een dag voor het debat in het parlement gehouden werd, werd het voorstel van Attlee om de herbewapening van West-Duitsland goed te keuren, slechts met een geringe meerderheid goedgekeurd. De uitslag van de stemming was 14 vóór en 10 tegen, terwijl een amendement van de groep Bevan, om de beslissing uit te stellen, verworpen werd met 13 tegen en 11 stemmen voor. En ook onder de parlementsleden van de Labourpartij bleek de meerderheid, welke Attlee daar achter zich had, maar zeer gering te zijn. Attlee wist daarin wel het pleit te winnen, maar hoe? Zijn aanhangers bleken er 112 te zijn en zijn tegenstanders 104, terwijl een amendement van de groep der tegenstanders werd verworpen met de stemverhouding van 111 tegen 109 stemmen.

Het is feitelijk onnodig om te zeggen, dat de tegenstand tegen de Westduitse herbewapening in Engeland sterk in kracht is toegenomen en dat de verwarring en verdeeldheid er sedert de afloop van de Berlijnse conferentie aanmerkelijk zijn toegenomen.

En dit geldt niet alleen voor Engeland, maar ook al voor Frankrijk. Ook daarin is het verzet tegen de Europese Verdedigings Gemeenschap door de Berlijnse conferentie niet gebroken, maar veeleer in hevigheid toegenomen.

Het laat zich aanzien, dat, zoals het thans ten deze gesteld is, de tegenstanders van het Westduitse leger — tegen het verlangen van minister Bidault in — er aldaar in zullen slagen om de behandeling van het Europese Defensie Verdrag in het parlement uit te stellen tot na de afloop van de conferentie van Geneve. Ook daar heeft de Berlijnse conferentie er aan medegewerkt, dat de verwarring en de verdeeldheid, welke er reeds zo groot waren, nog groter geworden zijn.

Het is dan ook zeer wel te verstaan, dat de Amerikaanse minister Dulles nu reeds telegrafisch tegenover Bidault zijn bezorgdheid heeft uitgesproken over het nieuwe dreigende uitstel van de reotiBcatie van het Europese Defensie Verdrag, en evenzeer zeer wel te begrijpen, dat Dulles gezegd heeft: „Ik zou nooit de conferentie van Geneve hebben goedgekeurd, als ik geweten had, dat deze conferentie als nieuw excuus voor uitstel van de goedkeuring van het Europese Defensie Verdrag zou zijn.

Evenmin is de Berhjnse conferentie in staat gebleken te zijn om in West-Duitsland het verzet van de socialisten tegen het Europese Defensie Verdrag te breken. Integendeel. Na een onderhoud, dat de bondskanselier dr Adenauer met de leider der socialisten, Ollenhauer, gehad heeft, werd bekend gemaakt, dat de kloof tussen de regering en de sociahstische oppositie over het herbewapeningsvraagstuk wijder is dan ooit. Wel hebben de socialisten verklaard hun

stem te zullen uitbrengen voor een resolutie van de regering, welke in de Westduitse bondsdag ingediend zou worden en inmiddels ingediend is. Doch in deze resolutie werd zo goed als niets gezegd over de Berlijnse conferentie, en enkele passages, welke de socialisten niet zinden, verwijderd, onder meer werd wat daarin oorspronkelijk over de Westduitse herbewapening te lezen stond , geschrapt, zodat tenslotte in de resolutie tot uiting is gebracht, dat het gemeenschappelijke verlangen naar de eenheid en hereniging van het vaderland als voorheen bestaat en dat men een gemeenschappelijke zorg en gemeenschappelijke plichten heeft heeft tegenover de landgenoten in Oost-Duitsland.

Wat de Westduitse herbewapening betreft, bleek eens te meer, dat de Westduitse regering deze zoekt te bevorderen n: n en dat de sociahsten daar sterker tegen gekant zijn dan ooit te voren.

Dat deze regering deze kant uit wil, treedt ook duidelijk aan de dag uit het feit, dat zij grondwetswijzigingen bij de bondsdag heeft ingediend, welke haar in staat stellen om West-Duitsland te herbewapenen. Deze wijzigingen zijn inmiddels met een meerderheid van 334 stemmen voor en 144 tegen door de bondsdag aanvaard en moeten nu nog door de bondsraad bekrachtigd worden, hetgeen wel binnen korte tijd zal geschieden. Hierdoor is onder meer de dienstplicht weder in West-Duitsland ingevoerd.

In het kort nog het navolgende. In Syrië heeft weder eens een staatsgreep plaats gevonden. Deze komen er gedurig voor. Adit Sjisjikh, die in December 1949 door een staatsgreep aan het bewind gekomen was, is thans door een staatsgreep tot aftreden gedwongen. Hij heeft reeds per vliegtuig Syrië verlaten. De nieuwe president is de 79-jarige Hasjem el Atassi, die in 1949 ten val gebracht was.

De regeringswissehng heeft mede zijn oorzaak in het feit, dat Sjisjikli tegen de vorming van een groot-Syrië was, waarvan de nu opgetreden president Atassi een voorstander is. Deze beoogt de Arabische landen, Syrië, Jordanië en Irak onder één bestuur te verenigen. Aangenomsn wordt, dat Engeland dit streven begunstigt, waardoor de Engelse invloed versterkt zou worden.

Niet alleen in Syrië heeft een staatsgreep plaats gegrepen, maar ook in Egypte. Aldaar is genraal Naguib afgezet door het revolutionnair comité en de luitenantkolonel Nasser, die als sterk anti-Engelsgezind bekend staat, en een persoonlijke vriend is van de Amerikaanse ambassadeur te Kaïro, aan het bewind gekomen. In hoe verre Amerika de hand mede in deze staatsgreep gehad heeft, valt moeilijk uit te maken, maar in deze heeft het toch wel iets te zeggen, dat Amerika er tegenwoordig op uit is om invloed en enige zeggingsschap te verkrijgen in landen, welke ten Zuiden van de Sovjet-Unie zijn gelegen. Van de zijde van de Egyptische regering echter is door de minister van voorlichting nadrukkehjk verklaard, dat de staatsgreep generlei verandering in de buitenlandse politiek van het land ten gevolge zal hebben en dat deze niet tegen Engeland zich zal richten, zodat men het er in Amerika voor houdt, dat zij geen invloed zal hebben op de regeling van het Suezkanaal.

In deze is het wel opmerkelijk, dat Amerika financiële steun gaat verlenen aan Pakistan, hetgeen er wel op wijst, dat Amerika tegenover de communisten op goede voet zoekt te geraken met de Islamietische landen. Ook ligt het geheel in deze lijn, dat Pakistan met Turkije een overeenkomst zoekt te treffen om elkanders veiligheid te dienen; zo wordt meteen de defensie tegenover het communisme versterkt.

P.S. Even onverwacht als generaal Naguib Donderdag 25 Februari door de revolutionnaire raad is afgezet, even onverwachts is hij de daarop volgende Zondag weder in zijn functie hersteld. Onder geweldig enthousiasme is hij in Egypte's hoofdstad binnengehaald. Alles heet nu vergeten en vergeven te zijn. Naguib zelf noemde bij zijn terugkeer de gehele staatsgreep een storm in een glas water, een familietwist, zoals wel meer bij revoluties voorkomt, welke nu weer voorbij is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1954

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1954

De Banier | 8 Pagina's