Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de Jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de Jeugd

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOM KOOS

Beste neven en nichten!

Steeds komen er de laatste tijd nieuwe neven en nichten bij. Toch zijn wij nog lang niet waar wij zo gaarne zouden willen zijn, namelijk tot een neven-en nichtenkring van duizend! Zou dat niet kunnen? Als alle jongens en meisjes, waar ze thuis De Banier ontvangen, meededen, zou dit zeker kunnen, maar telkens blijkt, dat er velen onder hen zijn, die wel geregeld de raadsels oplossen, maar die de oplossingen niet insturen. In werkelijkheid is dus de kring veel uitgestrekter dan uit het aantal ingestuurde brieven rnet oplossingen blijkt, maar wij zouden toch gaarne zien, dat zij, die wel geregeld de raadsels oplossen, de oplossingen ook zouden inzenden en het voorbeeld zouden volgen van Janus Sturm to Middelburg, die schreef: „Ik wil mij opgeven als nieuwe neef van de raadsels bij de afdelingen Jongeren en Ouderen". Met een hartelijk woord van welkom nemen wij Janus in ons midden op en zien de volgende nieuwe neven en nichten met belangstelling tegemoet. Denkt er om, dat men bij eerste aanmelding op de enveloppe aan de voorzijde het woord NIEUW moet schrijven.

En nu gaan wij over tot het vermelden van de oplossingen, der raadsels van de opgaven 333 tot en met 336.

OPGAVE 333

Jongeren:1. Gergesenen (neger, negen, s). 2. Ik zal wel tot hem gaan, maar hij zal tot mij niet wederkeren. 3. Elam en Assur (Samuel, Aser, n).

Ouderen:1. En Saulus verwoestte de gemeente, gaande in de huizen (Uria, Genesis, Tien Gemeten, woudezel. Haamstede, vendu, en). 2. Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en ann volk. 3. Joktan gewon Almodad (Wodan, Natal, kogel, dom, j).

OPGAVE 334

Jongeren:3. Want wijsheid is beter dan robijnen. Amfipolis (Asaf, Mirjam, Filémon, Issaschar, Paulus, Og, Loth, Ismaël, Sara). Libanon.

Ouderen:1. Weet gij de ordinantiën des hemels, of kunt gij de heerschappij deszelven op de aarde bestellen? (Zedekia, Rehabeam, Veluwe, honderd, tiende penning, ellende, tijdgeloof, Paschen, eertijds, spijs, ets). 2. Ketura. 3. En in die dagen zullen de mensen de dood zoeken en zullen die niet vinden.

OPGAVE 335

Jongeren:1. En als zij in het schip geklommen waren, stilde de wind. 2. Hoséa. 3. Salathiël (Saul, Adam, Lea, Ahasvéros, Thomas, Herodias, Israël, Elim, Lodebar). Ouderen:1. De zon en maan zijn zwart geworden en de sterren hebben haren glans ingetrokken. 2. Sodom en Gomorra (Rome, Goor, Amon, ds). 3. Want gijlieden hebt het recht in gal verkeerd en de vrucht der gerechtigheid in alsem. (ijdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid, Utrecht, Agentinië, Cham, geweten, r.k., bv. vrek, gerst, n.g.).

OPGAVE 336

Jongeren:1. Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva. 2. Claudia (Cyrenius, Lois, Abiram, Ur, Demetrius, Isaï, Akeldama). 3. Kapernaüm.

Ouderen:1. Herodes Antipas (spaander, roest, hin). 2. Zie, Ik zend u als schapen in het midden der wolven; zijt dan voorzichtig gelijk de slangen en oprecht gelijk de duiven. 3. Gij moet wederom profeteren voor vele volken en natiën en talen en koningen. (Potifar, ijver, Wodan, Kloetinge, negen, Lemmer, vertroetelen, oven, koen, neon, en, n). Thans volgen de nieuwe faadsels van

OPGAVE 340

Jongeren:1. Zoek uit elk der ondertsaande zinnen een wooi'd, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen uit de laatste vijf psalmen. a. Wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd. b. Wat zal Ik de Heere vergelden voor al de weldadigheid en trouw, mij bewezen? c. Er bleef niets overig, dat adem had. d. Wie heeft lust de Heer' te vrezen; 't allerhoogst en eeuwig Goed? e. Hebt u wel eens gehoord van een Engelse oude schrijver, die Love heette? f. Zij gaven zich eerst aan de Heere en daarna aan ons. g. Judas heeft de Heere Jezus verraderlijk overgeleverd in de handen Zijner vijanden,

2. Noem de naam van: a. een Arabier ten tijde van Nehemia; b. een profeet, die profeteerde over dorre doodsbeenderen; c. de hoofdstad van Syrië; d. de vader van koning Hiskia; e. de medicijnmeester onder de evangelisten; f. een rivier in Palestina; g. een kopersmid, voorkomend in de Handelingen der apostelen. Welke naam uit het Oude Testament vormen de beginletters van bovenbedoelde namen?

3. Een tekstgedeelte, voorkomend in het eeste boek der Kronieken, het eerste hoofdstuk, bestaat uit vier-en-twintig letters. Welk tekstgedeelte wordt bedoeld als het volgende gegeven is? 1 5 10 14 is een bekend wetgeleerde ten tijde van Nehemia; 22 18 10 21 24 is een vrouw, die een hoge eer te beurt viel; met wie helaas veel afgoderij bedr-even wordt; 11 12 13 is een neef van Abraham; 2 4 6 16 is een deel van het gelaat; 17 21 23 19 20 is het tegengestelde van verlies; 15 9 7 8 dient tot huisvesting van esn vogel; 3 moet geraden worden.

Ouderen:1. Een tekstgedeelte uit Mattheüs bestaat uit 34 letters. Zoek dit tekstgedeelte uit de volgende gegevens:26 13 31 8 28 10 is de naam van een hervormer; 12 1 20 7 10 27 9 24 6 is een land in Europa; 22 25 33 19 is een middel ter verzachting en genezing; 14 23 2 21 31 4 5 is een boom, uit welks vruchten een bekende drank bereid wordt; 29 3 15 32 12 was een deel van Egypte ten tijde van Jozef; 16 18 30 34 is een hoofddeksel; 11 17 is een afkorting, aanduidend de omgeving van een plaats.

2. De namen van twee volksstammen uit het Oude Testament bestaan uit 21 letters. Welke volksstammen worden bedoeld als 't volgende bekend is:16 4 3 18 10 was één der zonen van Jacob en Lea; 13 14 15 5 is één der kleine profeten; 8 17 2 21 is gelijk aan 19 6 11 12 is een getal; 7 20 21 is een getal; 1 9 is een bezittelijk voornaamwoord.

3. Zoek uit elk der voglende zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen uit één der psalmen: a. Die u zien zullen, zullen u aanschouwen, zij zullen op u letten. b. Mozes ging met Aaron tot koning Farao. c. Ezau vond geen plaats des berouws, hoewel hij dezelve met tranen zocht; d. De Heere Jezus zeide in de gelijkenis, dat er een zaaier uitging om te zaaien. e. Vele eersten zullen de laatsten zijn. f. En hij riep met een grote stem, gelijk een leeuw brult. g. Zij zullen Uw gerechtigheid met gejuich verkondigen. h. Wat de mens zaait, dat zal hij maaien.

De oplossingen van de raadsels der opgaven 337 tot en met 340 kunnen ingezonden worden bij OOM KOOS, postbus 2019 te Utrecht.

RECTIFICATIE

In opgave 339 (voor de ouderen, 3) moeten de woorden uit de zinnen e en r vervallen.

OOM KOOS

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1954

De Banier | 8 Pagina's

Voor de Jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1954

De Banier | 8 Pagina's