De zo verderfelijke speeizucht

De speelzucht is ook vanwege de regering in de laatste tijd sterk aangewakkerd.

Het aantal loten van de staatsloterij is uitgebreid; de totalisator, waarbij gelegenheid tot wedden gegeven wordt, is bij de harddraverijen weer toegelaten; gemeenten geven voortdurend premieleningen uit.

Zeer velen in ons land is dit geheel naar de zin. Zij vinden, dat het maken van een gokje niet alleen geoorloofd is, maar esn zekere voldoening geeft, waardoor het leven veraangenaamd wordt.

Wij houden het echter met het gezegde der ouden: Loterij en spel baant menigeen de weg naar de hel. Wij achten de speelzucht, het spelen en het gokken voor zonde en zijn het in het geheel niet eens met diegenen, die zeggen, dat zij er zelf wel niet aan mede doen, maar dat zij het toch overigens een onschuldige zaak vinden.

Onschuldig is het echter niet. Niet als zaak zelf, en ook niet in haar gevolgen. Dit leert ons hetgeen er te dien aanzien in de gemeente Voorst is voorgevallen. Aldaar was toegelaten, dat er aan de speelautomaten in de cafe's en verlofzaken gedobbeld werd. Dit had niet alleen ten gevolge, dat het bezoek aan die inrichtingen er in niet geringe mate toenam, maar ook, dat er heel wat geld met het dobbelen verloren werd. Daarbij konden in één keer 320 dubbeltjes gewonnen worden, maar kon in korte tijd ook heel wat, zelfs nog al meer, verloren worden.

En dat laatste geschiedde ook. Het geschiedde zelfs op zulk een wijze, dat in de pers vermeld wordt, dat soms een kostwinner bij de speelautomaten zo veel verspeelde, dat esn deel van het huisraad moest verkocht worden.

Er kwamen dan ook bij voortduring bij het dagelijks bestuur der gemeente klachten in, alsmede verzoeken om aan de speelgelegenheden een einde te maken. Het is daarmede dan thans zó hoog gestegen, dat B. en W. besloten hebben dat met ingang van 1 Mei de speelautomaten in cafe's en verlofzaken niet meer aanwezig mogen zijn, en de zogenaamde dubbeltjesmachines er niet meer mogen draaien.

Dat zal voor vele ouders en vrouwen een pak van het hart zijn. Het had al veel eerder moeten plaats hebben, dat aan dit zogenaamde onschuldige vermaak een einde gemaakt was geworden; feitelijk had het nooit toegelaten moeten worden.

Het is wel heel droevig, dat er eerst zo veel geld verloren moest worden en zo veel maatschappelijke ellende in gezinnen geleden moest worden, alvorens het zo ver kwam, dat er een verbod werd uitgevaardigd.

Zo is ons dan met het voorgevallene in Voorst weder opnieuw een bewijs geleverd, dat spelen en gokken niet is, zoals "et gedurig wordt voorgesteld, een onschuldige bezigheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen