Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Algemene Vergadering der S.G.P.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Algemene Vergadering der S.G.P.

24 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gehouden op Woensdag 7 April 1954

Onder zeer grote belangstelling, welke een verblijdend getuigenis aflegt van het medeleven van zeer velen met de S.G.P., had verleden week, op Woensdag 7 April, de Algemene Vergadering der S.G.P. in "de grote zaal van „Tivoh" te Utrecht plaats.

Van heinde en verre hadden de afgevaardigden en leden der kiesverenigingen, onder wie zich verscheidene predikanten van onderscheidene kerkformaties , alsmede de 81-jarige prof. Wisse, bevonden, de reis naar de oude Domstad aanvaard.

Te ruim elf uur opende de voorzitter, Ds P. Zandt, de vergadering. Na verzocht te hebben Psalm 84 : 3 te zingen, las de voorzitter Psalm 119 : 65—80, en ging daarna voor in gebed. Vervolgens stelde hij voor aan H.M. de Koningin het navolgende telegram te zenden:

De Algemene Vergadering der Staatkundig Gereformeerde Partij, op Woensdag 7 April 1954 te Utrecht in Tivoli bijeen, betuigt haar aanhankelijkheid aan Uwe Majesteit en UW doorluchtig Huis en wenst U Gods onmisbare zegen toe.

Ds P. ZANDT, voorzitter

Ir C. N. VAN DIS, secretaris

Met eenparige stemmen werd dit voorstel aanvaard.

Namens Hare Majesteit werd hierop in de middagvergadering een telegram ont vangen, dat als volgt luidt:

De Koningin draagt mij op Haar oprechte dank over te brengen voor de gevoelens van aanhankelijkheid, geuit in uw telegram.

VAN HEECKEREN Part. secretaris

Hierna ging de voorzitter over tot het uitspreken van zijn rede, getiteld:

DE FUNDAMENTEN OMGESTOTEN.

Deze rede, welke, zeer wel verstaanbaar tot in alle hoeken van de zaal, uitgesprowerd, werd met grote aandacht aan­ gehoord. Van de inhoud behoeven wij in dit verslag geen melding te maken, omdat ze reeds in druk verschenen is en voor ieder tegen de lage prijs van slechts 35 cent bij N.V. „De Banier", postbus 2019 te Utrecht, verkrijgbaar is. Na het uitspreken der rede bracht de Partijsecretaris namens het Hoofdbestuur en de gehele Vergadering de voorzitter hartelijk dank voor zijn niet alleen ernstige en principiële, doch ook bij uitstek actuele rede, waarin allerlei verschijnselen, welke zich in de wereld in 't algemeen en in ons land op staatkundig terrein in het bijzonder voordoen, ter sprake werden gebracht.

Voorts vroeg de Partijsecretaris of Ds Zandt bereid was deze rede, welke het Hoofdbestuur besloten had te laten drukken, daartoe belangeloos ten behoeve van de Partijkas af te staan.

Ds Zandt gaf hierop een bevestigend antwoord en wekte daarbij tevens de Vergadering op om deze rede in de pauze te kopen. Tevens wees hij er op, dat hel plan bestaat om deze rede ook in een goedkope uitgave, namelijk tegen de luttele prijs van 5 cent verkrijgbaar te stellen, zodat ze dan geschikt is op grote schaal te verspreiden. De bestellingen voor deze goedkope uitgave, aldus de voorzitter, kunnen ook in de pauze aan de vertegenwoordiger van de N.V. „De Banier" worden opgegeven. Daarbij werd toegezegd, en dat zal stellig ook wel geschieden, dat de verzending spoedig zal plaats hebben.

Tevens maakte de voorzitter van deze gelegenheid gebruik om het kopen van het eerste deel van de „Uiteenzetting van het beginselprogram" aan te bevelen.

Alsnu werd overgegaan tot het vierde punt van de agenda, namelijk de notulen der vorige Algemene Vergadering, zoals deze in „De Banier" van 9 Juh 1953 afgedrukt zijn. Zonder op-of aanmerkingen werden deze notulen door de Vergadering goedgekeurd en vastgesteld.

Bij punt 5 der agenda, de ingekomen stukken, las de Partijsecretaris een schrijven voor van het lid van het Hoofdbestuur, de heer M. van Leeuwen te Maartensdijk, dat hij zeer tot zijn spijt de Algemene Vergadering niet kon bijwonen, doordat zijn plaatsvervanger opgeroepen was juist op 7 April examen te doen.

Hierna kwam aan de orde de verkiezing van een tweetal leden van het Hoofdbestuur.

Aftredend waren de hoofdbestuursleden, de heren D. Kodde en Joh. de Kok, die beiden herkiesbaar waren. Vóórdat tot de stemming werd overgegaan, benoemde de voorzitter eerst de leden voor de commissie tot het tellen en vaststellen der uitgebrachte stemmen, waarna hij ten overvloede nog eens met alle nadruk er op wees, dat de stemming geheel vrij was.

Hierna verzocht de voorzitter de Vergadering te willen zingen Psahn 25 : 2, 3 en 4, met het oog op het houden van een collecte, na afloop waarvan dan gepauzeerd zou worden. Deze collecte bleek, tezamen met die, welke later nog aan de uitgang gehouden werd, de belangrijke som van ƒ 1152.75 te bedragen. Hierbij komt nog een biljet van ƒ 2.50, dat ter vergadering gevonden werd, doch waarvoor niemand zich — hoewel dit ter vergadering bekend gemaakt was - aanmeldde. Dit büjet is daarom bij de collecte gevoegd, zodat deze totaal ƒ 1155.25 bedroeg. Voorwaar een prachtige collecte, welke ons bij vernieuwing doet zien, dat de S.G.P.-ers nog wel wat voor de door de S.G.P. voorgestane beginselen over hebben.

Ook maken wij hier tegelijk melding van een gift van ƒ 5.-, gevonden in de collecte en bestemd voor de vervolgde Protestanten in Spanje, welke gift aan prof. Wisse zal worden overgemaakt.

Na de pauze, welke te circa 2 uur eindigde, liet de voorzitter eerst zingen Psalm 72 : 11, om daarna de uitslag der gehouden stemming bekend te maken. Daarbij bleek, dat de heren Kodde en de Kok met vrijwel algemene stemmen tot leden van het Hoofdbestuur herkozen waren. Beiden gaven op de vraag van de voorzitter, of zij de benoeming aanvaardden, een bevestigend antwoord, waarna de voorzitter hun de zegen des Heeren toewenste en tevens de hoop uitsprak, dat zij, oude veteranen, nog lange tijd in het hoofdbestuur zitting mochten hebben.

Vervolgens bracht de voorzitter dank aan de leden van het stembureau voor het door hen verrichte werk.

Alsnu kreeg de Partijsecretaris gelegenheid tot het geven van zijn jaarverslag. Hierin werd er allereerst op gewezen, dat er slechts 8 maanden en enkele dagen lagen tussen deze en de vorige Algemene Vergadering, die als gevolg van de watersnoodramp later gehouden werd dan aanvankelijk bepaald was. Ofschoon deze periode tamelijk rustig was geweest, daar alleen in het rampgebied in enige plaatsen gemeenteraadsverkiezingen hadden plaats gevonden, was er toch geen stilstand in het parüjleven geweest. Gewezen werd o.m. op de candidaatstelling voor de aanstaande verkiezing voor de Provinciale Staten, welke vele werkzaamheden meebrachten, zowel voor de secretarissen der Statenkring en Provinciale Verenigingen, als voor het Partijbureau. Voorts werd vermeld, dat de candidaatstelling in alle provinciën, waarin de S.G.P. met een eigen lijst uitkomt, een goed verloop had gehad en alle namens de S.G.P. ingediende lijsten geldig waren verklaard, nadat ze op Dinsdag 9 Maart in de onderscheidene kieskringen waren ingediend.

Vervolgens werd er op gewezen, dat het Hoofdbestuur besloten had om een strooibiljet uit te geven, dat voor slechts % cent per stuk verkrijgbaar is.

Voorts werd in het verslag medegedeeld, dat er sedert de vorige Algemene Vergadermg drie nieuwe kiesverenigingen opgericht waren, namelijk te Heerjans-i dam, St. Philipsland en Zuidland, waar­ uit blijkt, dat de Partij nog voortdurend groeit.

Hierna vermeldde het verslag, dat aan alle kiesverenigingen in het begin van Maart 1.1. een Ujst was toegezonden ter invulling van de samenstelling van het bestuur en enkele andere gegevens. Hoewel vele secretarissen gehoor gegeven hadden aan het dringende verzoek, deze lijst ten spoedigste ingevuld aan het Partijbureau teiug te zenden, was het nodig geweest aan de in gebreke gebleven secretarissen een circulaire te sturen, waarin bovenvermeld verzoek nog eens herhaald werd. Hoewel dit goed gewerkt had, was toch van een 18-tal de lijst nog niet ontvangen, namelijk van de volgende kiesverenigingen:

Ameide, Heinenoord, Krimpen a. d. Lek, Melissant, Reeuwijk, Ridderkerk H (Oostendam), Rotterdam-Banier VIII, Sommelsdijk, Garderen (inmiddels ontvangen), Kootwijkerbroek (idem), Loosdrecht, Maarn, Rhenen, Woudenberg, Almelo, Hasselt, Marknesse (inmiddels ontvangen). Nijverdal.

Aan de afgevaardigden dezer kiesverenigingen, voor zo ver aanwezig, werd verzocht bij de secretarissen op spoedige terugzending aan te dringen.

Voorts bleek uit het verslag, dat aan alle kiesverenigingen een circulaire is gezonden om de leden op te wekken het eerste gedeelte van de „Uiteenzetting van het beginselprogram" te kopen, hetgeen reeds goede resultaten had opgeleverd. Aangedrongen werd dit historisch gedeelte toch vooral te kopen, om zodoende ook de uitgave van het tweede en volgende gedeelten mogelijk te maken.

Vervolgens werd herinnerd aan het petitionnement in zake het vervoerverbod ten aanzien van niet-ingeënt vee, waarop 25.000 handtekeningen verkregen waren, en dat op 20 October 1953 door een commissie, bestaande uit Ds Zandt, Ir van Dis en de heer D. Kodde, de minister van Landbouw was aangeboden. Hierna werden de werkzaamheden van het Partijbureau gememoreerd, alsmede de gehouden hoofdbestuurs-en vertrouwensvergaderingen, en vermeld, dat alle provinciale vergaderingen door afgevaardigden van het Hoofdbestuur bezocht waren.

Besloten werd met de wens en bede, dat de Heere Zijn onmisbare zegen mocht schenken op de arbeid van alle partij-instanties, alsmede op het werk, dat door de afgevaardigden in de onderscheidene overheidscolleges mocht worden verricht.

De Vergadering gaf aan dit jaarverslag haar goedkeuring, waarna de voorzitter de partijsecretaris dank bracht voor de door hem verrichte arbeid.

Alsnu verzocht de voorzitter aan de Partijpenningmeester zijn financieel verslag over het boekjaar 1953 te willen geven. Hieraan gevolg gevend, herinnerde de peimingmeester allereerst nog eens aan de watersnood, welke als een oordeel Gods moet bezien worden tengevolge van de godsmiskenning en de afval bij overheid en volk. Gewezen werd voorts op de rouw, het leed en de schade, welke ook de S.G.P.-ers niet zijn voorbijgegaan, om daarna de wens uit te spreken, dat de Heere in Zijn grote lankmoedigheid nog het verdiende oordeel van ons mocht afwenden, dat er zelfs geen Achabsvemedering meer zou gevonden worden, en bovenal dat Hij nog verootmoedigende genade mocht geven.

De ramp bleek ook gevolgen te hebben gehad voor de inkomsten van de Partijkas. De collecte der vorige Algemene Vergadering was kleiner dan die op de daaraan voorafgaande Algemene Vergadering, de giften waren minder, hetgeen volgens de penningmeester zeer waarschijnlijk te wijten was aan de grote uitgaven, die ter leniging van de nood in de rampgebieden waren gedaan. Daarentegen bleven de contributies van de kies­ verenigingen uit de rampgebieden vrijwel niet ten achter, waarvoor de betrokken besturen erkentelijke dank werd betuigd Slechts een paar kiesverenigingen konden tengevolge van de evacuatie haar werkzaamheden nog niet hervatten, terwijl enkele andere kiesverenigingen, wegens derving van inkomsten de contributie niet hadden kunnen voldoen. Het Hoofdbestuur had deze kiesverenigingen echter onmiddellijk van haar verplichtingen ontheven.

Buiten de rampgebieden bleven nog 22 kiesverenigingen in gebreke de contributie te voldoen, een vooruitgang boven 1952, toen dit aantal 53 bedroeg, maar toch nog 22 te veel, te weten;

Almelo, Ameide, Bergambacht, Bussum, Deventer, Eist, Giessen-Nieuwkerk, Gorinchem, Hei-en Boeicop, Houten, Huizen, Heinenoord, Klundert, Kockengen, Meerkerk, Melissant, Schelluinen, Schoonhoven, Veenendaal (Utr.), Veenwouden, Zevenhuizen en Zwolle.

Voorts waren er 10 penningmeesters, die de contributie (25 cent per lid per jaar) ten onrechte overmaakten aan het Partijbureau inplaats van aan de penningmeester der Partij, postrekening nr. 11.95.60 te Rotterdam, Oudedijk 219a. Verzocht werd hiervan nauwkeurig nota te willen nemen.

Vervolgens werd er ten sterkste op aangedrongen, dat de kiesverenigingen, die het verkiezingsmateriaal, dat zij in 1952 ontvingen, nog niet betaald hebben, alsnog ten spoedigste aan N.V. „De Banier" zullen betalen.

Ten behoeve van het verspreiden van gratis-proefnummers van „De Banier" was over 1953 ƒ 350.— uitgegeven. Bif de kiesverenigingen werd er op aangedrongen om ook moeite te doen voor het winnen van abonné's op „De Banier".

Voorts gaf de penningmeester een overzicht van de gelden van het Beheersinstituut en het bedrag, dat Ds Zandt bij gelegenheid van zijn 25-iarig jubileum aan de Partij geschonken had, welke heilagen besteed zijn voor de uitgave vaw het eerste gedeelte van de „Uiteenzetting van het beginselprogram".

Ook de penningmeester wees er op, dat met de uitgave hiervan slechts kan worden voortgegaan, indien het eerste deel behoorlijk wordt afgenomen, daar er geen geld uit de Partijkas voor dit doel beschikbaar kan worden gesteld.

Tenslotte gaf de penningmeester de cijfers inzake de inkomsten en uitgaven, waaruit bleek, dat 1953 met een batig saldo sloot.

Ook dit verslag werd door de Vergadering goedgekeurd, waarna de voorzitter de penningmeester voor diens verrichte werk en jaarverslag dank bracht.

De voorzitter deelde hierop mede, dat de boeken en bescheiden over 1953 waren gecontroleerd door de controlecommissie, bestaande uit de heren B. v. d. Graaf te Ridderkerk en M. Westerduin te Voorburg. Uit de schriftelijke verklaring dezer heren, welke de voorzitter voorlas, bleek, dat zij alles accoord bevonden hadden. Ook deze commissie werd door de voorzitter hartelijk dank gebracht voor de door haar verrichte werkzaamheden.

In de nieuwe commissie van controle voor het boekjaar 1954 werden met goedkeuring der Vergadering benoemd de heren B. v. d. Graaf te Ridderkerk en J. V. d. Poel te Amsterdam, met als plaatsvervangers de heren D. van Beuzekom te Rotterdam en A. L. van Hall te Amsterdam.

Alsnu was aan de orde punt 11 van de agenda.

MEDEDELINGEN VAN HET HOOFDBESTUUR

Inzaie het beginselprogram deelde de voorzitter namens het Hoofdbestuur mede, dat het Hoofdbestuiu: het wenselijk achtte om in een paar artikelen van dit program enige verbeteringen aan te brengen. Vooraf zullen de kiesverenigingen hiervan op de hoogte worden gebracht en kan deze aangelegenheid D.V. door de volgende Algemene Vergadering worden beslist.

Zonder discussie weid dit voorstel aanvaard. Insgelijks werd zonder discussie aanvaard de mededeling van het Hoofdbestuur inzake de rondvraag, als volgt luidend:

„Het Hoofdbestuur deelt mede, dat naar aanleiding van hetgeen verleden jaar over de rondvraag te berde is gebracht, de rondvraag gehandhaafd wordt, doch doet een beroep op afgevaardigden en leden om zich te beperken, daar men zijn vragen ook schriftelijk tot het Hoofdbestuur kan richten, waarop men dan antwoordt krijgt".

Hierbij merkte de voorzitter nog op, dat vragen te allen tijde tot het Partijbureau kunnen worden gericht, dat ze ook beantwoordt.

Bij de mededelingen betreffende de maatregelen ten aaanzien van het vee, luidend:

„Het Hoofdbestuur deelt mede, dat al het mogelijke gedaan is om het vervoerverbod voor niet ingeënt vee naar de markt opgeheven te krijgen. De regering, daarbij gesteund door de Kamerleden van alle fracties, behalve die der S.G.P., wil hiervan echter niet weten. Ook voor de bezwaarden inzake het onderzoek op t.b.c. is gedaan wat maar enigszins kon".

wees de voorzitter er op dat al vrat mogelijk was, gedaan was om het vervoerverbod geheel ingetrokken te krijgen, zowel in de Kamer als in mondeling gesprek en op audiënties bij de minister.

Deze weigerde echter om aan dit verzoek te voldoen, zich er op beroepende, dat 98 % der boeren het wil en slechts 2 % niet.

Niettemin is het door herhaalde aandrang de Kamerleden der S.G.P. mogen gelukken de minister er toe te bewegen, dat hij vergunning heeft gegeven om het niet-ingeënte vee naar de wei, de slager en het abattoir, met een verklaring van de veearts, welke deze verphcht is te geven, te mogen vervoeren, hetgeen eerst niet toegestaan was. Het zou volstrekt niet onmogelijk zijn, merkte de voorzitter voorts op, dat, wanneer de vurige voorstanders van de inenting hun zin kregen, deze tegemoetkomingen van de minister ongedaan gemaakt zouden worden.

Hierna werden uit de vergadering een paar vragen gesteld, waarop de voorzitter ten antwoord gaf, dat men dergelijke vragen schriftelijk ter kennis van de Kamerleden moet brengen, opdat dezen dan de begeerde inlichtingen kunnen geven. De voorzitter sloot zich voorts geheel aan bij de door één der afgevaardigden gemaakte opmerking, namelijk dat het wenselijk, ja nodig ware, dat degenen, die gewetensbezwaren tegen de inenting hebben, pal blijven staan.

Vervolgens deed de voorzitter enkele mededelingen in zake het orgaan „De Bamer .

Allereerst wees hij er op, dat het, gezien de financiële consequenties, onmogelijk is om „De Banier" twee-of driemaal per week te laten verschijnen.

Ook op het aanstellen van een vertegenwoordiger, die alleen werken zou voor het werven van abonné's op „De Banier" — gelijk door de afgevaardigde van Scheveningen bepleit werd — kon helaas, zo merkte de voorzitter op, vanwege de financiële bezwaren niet worden ingegaan. Intussen zou met de directie van de N.V. „De Banier" worden overlegd wat ia het belang van „De Banier" zou kurmen worden gedaan. De voorzitter wees er daarbij op, dat er agenten zijn, die voor „De Banier" werken, en drong er vervolgens ten sterkste bij de kiesverenigingen op aan, dat ook zij de schouders er onder zouden zetten om meer abonné's op „De Banier" te krijgen.

Hierna deelde de voorzitter namens het Hoofdbestuur mede, dat dit bereid is om gratis Banieren ter beschikking te stellen voor militaire tehuizen en sanatoria. Daartoe is echter nodig, dat men bij het Hoofdbestuur, per adres het Partijbureau, verzoeken indient. Als het Hoofdbestuur geen adressen ontvangt, weet het ook niet waar het gratis Banieren moet heensturen.

Voorts stond de voorzitter uitvoerig stil bij de inhoud van „De Banier". De één zou de stichtelijke overdenking er uit willen hebben, de ander acht de predikbeurten overbodig, en zo kan men doorgaan. Reeds in 1927 waren er, die op verandering aandrongen. Toen wilde één der kiesverenigingen, volgens de agenda van dat jaar, dat er meer actuele onderwerpen in zouden komen; een andere kiesvereniging wilde een uitgebreide kerknieuwsrubriek, waarin ook verslagen van afscheid en intrede van predikanten zouden worden opgenomen. Ook ten deze geldt: zo veel hoofden, zo veel zinnen. Echter is het wel zeker, dat het laten vervallen van de stichtelijke overdenking en de predikbeurten bij tal van lezers niet in goede aarde zou vallen, en er vele bedankjes te wachten zouden zijn.

Zijn er, die een artikel vnllen schrijven, dit zal de redactie aangenaam zijn. Men sture het de redactie toe, deze zal het dan beoordelen, met de geest van zachtmoedigheid, maar ook met de nodige verantwoordelijkheid, welke zij niet altijd zelf heeft willen dragen, want het is voorgekomen, dat zij bij haar ingekomen artikelen ter kennis van het Hoofdbestuur heeft gebracht, dat opneming van die artikelen niet geschikt achtte. Daar over deze aangelegenheid niemand het woord meer vroeg, kon zij als afgedaan worden beschouwd. Alsnu kwamen aan de orde de

VRAGEN EN VOORSTELLEN DER KIESVERENIGINGEN

De eerste vragen en voorstellen hadden betrekking op

Datum en tijd der Algemene Vergadering.

Opheusden vraagt of het niet mogelijk is in 't vervolg de Algemene Vergadering te houden in de maand Januari of Februari, zulks met het oog op de drukke seizoenwerkzaamheden in de volgende maanden.

Souburg zou gaarne de aanvang der Algemene Vergadering op 10 uur gesteld 2rien.

Praeadvies Hoofdbestuur. Het Hoofdbestuur meent te moeten adviseren het verzoek van Opheusden niet in te willigen, zowel met het oog op de voorbereidende werkzaamheden, welke aan de Algemene Vergadering verbonden zijn, alsook op degenen, die per autobus van verre moeten komen.

Het Hoofdbestuur acht 10 uur als aanvangstijd der Algemene Vergadering te vroeg, vooral ook met het oog op hen, die een verre reis moeten maken. Op de vraag van de voorzitter, wie hierover nog iets zeggen wilde, waren er enkele afgevaardigden, die Opheusden bijvielen en ook een vroegere datum dan in April op hoge prijs zouden stellen. De voorzitter stelde tenslotte voor, dat het Hoofdbestuur zich ten deze nog eens zal beraden. De Vergadering ging hiermede in haar geheel accoord. Vervolgens kwam er een vraag met betrekking tot de jeugd.

De Statenkring Gouda vraagt of het niet wenselijk zou zijn, dat er van de zijde van het Hoofdbestuur pogingen werden aangewend om bij de jeugd meer belang­ stelling voor de beginselen der S.G.P. te wekken.

Praeadvies Hoofdbestuur. Voor de jeugd van alle tijden geldt het woord der Heilige Schrift: Leer de jongen de eerste beginselen naar de eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken" (Spr. 22 : 6). De taak, om de jeugd in die beginselen op te voeden, berust allereerst bij de ouders, bij kerk en school, daarbij er aan gedachtig zijnde, dat de vreze des Heeren het beginsel der wijsheid is.

Het Hoofdbestuur adviseert ten sterkste om ook niet kiesgerechtigde jongelingen, bijv. vanaf 18 jaar, als leden des kiesvereniging toe te laten.

Wanneer de besturen er dan voor zorgen, dat er onderwerpen worden behandeld, kan dit ook voor de jeugd van groot nut zijn.

Van de door de voorzitter geboden gelegenheid om over dit onderwerp enkele opmerkingen in het midden te brengen, werd door enkelen gebruik gemaakt, waarbij wel bleek, dat de meningen verschilden. De afgevaardigde van Zeist onderstreepte het praeadvies van het Hoofdbestuur, doch zou tevens onderwerpen voor de rijpere jeugd zoals over Staatsinrichting, geschiedenis e.d. in „De Banier" behandeld willen zien; de afgevaardigde van Kampen klaagde over het verschijnsel, dat er op de bestaande studieverenigingen zo weinig van de jeugd gezien wordt en zou daarom gaarne zien, dat het Hoofdbestuur het oprichten van studieverenigingen zou aanmoedigen.

Daarentegen zocht de afgevaardigde, die namens de Statenkring Gouda sprak, de oplossing in het afzonderlijk vergaderen met de jeugd, doch onder leiding van het bestuur der kiesvereniging. De afgevaardige van Lange Ruige Weide wees op het verderfelijke van sport en spel, waardoor de zielen verwoest worden en sloot zich aan bij de Kamerleden, die immer het pleit er voor gevoerd hebben, dat Gods Woord op de scholen weer heerschappij zal krijgen, daar dit als middelin Gods hand zou kunnen dienen om de jeugd vast te houden. Zo dit niet geschiedt, dan zijn we de jeugd kwijt.

Prof. Wisse, het woord vragend, hetgeen hem door de Voorzitter verleend werd, wees op het gevaar er van, dat in bepaalde kerkelijke bladen alles in het werk gesteld wordt om de jeugd voor de A.R.P. te winnen, waarbij dan gedaan wordt alsof men, tot een bepaalde kerk behorend, dan vanzelfsprekend A.R. behoort te zijn. Hij voelt daarom veel voor de gedachte, welke door de laatste spreker naar voren is gebracht en drong er voorts op aan, dat er meer politieke redevoeringen zullen gehouden worden. Ook wekte Prof. Wisse op tot grotere activiteit.

Daar inmiddels de tijd ver voortgeschreden was en ds Smits, die het slotwoord zou houden, des avonds nog ergens spreken moest, stelde de Voorzitter voor om de verdere behandeling der agenda, waarop nog vragen en voorstellen van Apeldoorn, Den Haag en de Statenkring Hilversum voorkwamen, tot de volgende Algemene Vergadering uit te stellen. De Voorzitter meende, dat dit zeer wel mogelijk was, daar hetgeen nog behandeld moest worden, even goed bij leven en welzijn op de volgende Jaarvergadering in bespreking zou kunnen worden gebracht, daar er niets dringends in voorkwam en er het volgende jaar geen verkiezingen staan gehouden te worden. Zou eerst de agenda afgewerkt worden en dan ds Smits zijn slotwoord nog moeten spreken, dan zou het veel te laat worden. Daarom was de Voorzitter er sterk voor van verdere behandelingen der agenda af te zien en aan ds Smits gelegenheid te geven tot het spreken van een slotwoord.

Met dit voorstel, waartegen zich in heel de vergadering niemand verzette, bleken allen accoord te gaan, want anders had de Voorzitter er niet toe willen en ook niet toe kuimen overgaan om ds Smits in dit stadium het woord te geven.

Overeenkomstig dit besluit der vergadering gaf de Voorzitter alsnu het woord aan ds Smits tot het uitspreken van zijn slotwoord.

Ds Smits begon met op te merken, dat hij, gezien het vergevorderde uur, zich genoodzaakt zag zich te moeten beperken. Zijn plan was geweest om te spreken naar aanleiding van de 93ste Psalm, doch hij zal dit nu heel in het kort moeten doen.

Spreker wees er op, dat onze oude. Gereformeerde vaderen de Godsregering als drie concentrische cirkels zagen rondom hetzelfde middelpunt. Ten eerste de algemene Godsregering, waar alles onder valt; ten tweede de bijzondere Godsregering, gaande over alle landen en volken, en ten derde de allerbijzonderste Godsregering, welke Zijn kerk en de toebrenging van zondaren betreft.

Hij stond er voorts bij stil, dat over de geschiedenis van ons voUc nooit gesproken kan worden zonder daarbij Gods kerk te betrekken , gelijk dat door de bekende staatsman mr Groen van Prinsterer op zulk een uitnemende wijze in zijn werken wordt gedaan. Voorts wees spr. er op, dat God de absolute Souverein is, Die in Zijn goedheid overheden op aarde heeft besteld, die aldus door Hem met afgeleide souvereiniteit bedeeld zijn en als Zijn dienaressen op aarde de rechten Gods te handhaven en Zijn ordinantiën na te komen hebben. Ware er geen overheid, dan zou het leven hier op aarde een chaos zijn.

Ds Smits stond voorts stil bij de betekenis van het zich verheffen der rivieren, waarvan in de 93ste Psalm gesproken wordt. Zoals de wateren een geweldige macht vermogen te ontwikkelen, zo is het ook in de volkerenwereld, waarbij spreker wees op de geweldige machten van het brute ongeloof, zoals dat met name in Rusland hoogtij viert, op Rome, door velen onzer vaderen de hoei op de zeven heuvelen uit het boek dei Openbaring genoemd, op de drieste verzaking der eeuwdge beginselen in ons eigen land. Vooral dit laatste deed spr. het ergste vrezen, want dé Heere is een Waarmaker van Zijn Woord, zowel in Zijn straffen als in Zijn beloften. Wee dat volk, dat afwijkt van Zijn Wet, van Zijn Woord, van Zijn ordinantiën. Het zal de straf ontvangen overeenkomstig hetgeen de Heere het heeft laten aanzeggen: „Tot de Wet en tot de Getuigenis, zo zij niet spreken naar dit Woord, het zal zijn dat zij geen dageraad zullen hebben". Dat Woord zal de Heere gewis bevestigen. Mocht er nog een bui- gen en een horen zijn, éér het te laat zal zijn, daarbij gedenkende aan het woord: „Hoort de roede en Wie ze besteld heeft", want de Heere zegt toch in Zijn Woord: „Want ook wee hun, wanneer Ik van hen geweken zal zijn".

Tevergeefs zal men zijn verwachting op de grote - mogendheden en de machtigen der aarde stellen. Het zal een rietstat blijken te zijn, welke de hand doorboort. Neen, het grootste voorrecht zou zijn, merkte Ds Smits voorts op, indien er eens verzuchtingen mochten opstijgen tot de troon der genade, van het volle, dat door genade bidden geleerd heeft, van het overblijfsel, dat naar de verkiezing is, opdat schuld als schuld, zonde als zonde mocht erkend, beleden en beweend worden, Hoe zeer zijn de breuken, die er in kerkelijk opzicht tussen dat volk bestaan, te betreuren! En tocli is er maar één kerk, gekocht door Jezus' dierbaar bloed, waarvan alle leden door de band des geloofs verbonden zijn met Hem, Die als Hogepriester aan het vloekhout des kruises voor dat volk gehangen en geleden heeft. Dat kruis wijst naar boven, naar de Rechter, maar ook naai beneden, naar het graf des doods, als de bezoldiging der zonde.

Het zal er dan ook op aan komen, dat wij aan dat werk van de gezegende Zaligmaker deel hebben. Roeping is het dan voor Zijn Naam en zaak uit te komen, ook op het staatkundig levensterrein, te midden van de verwarring van deze tijd, waarin men naar nieuwe dingen vraagt, inplaats van zich te wenden tot de oude paden. Laten wij niet meegaan, aldus waarschuwde spreker, met degenen, die naar verandering staan, doch laten wij liever vragen wat de goede en oude weg zij.

Ds Smits wenste voorts de partijvoorzitter toe, dat de Heere hem bij het klimmen der jaren mocht sterken in de zware taak, die op zijn schouders rust, en voorts de beide Kamerleden, die zo vaak in een bespottelijk daglicht gesteld worden, getrouwmakende genade om te mogen blijven opkomen voor de rechten en ordinantiën des Heeren.

Vervolgens verzocht Ds Smits de Vergadering om haar voorzitter de zegenbede uit Psalm 134 : 3 toe te zingen, waaraan de Vergadering spontaan voldeed.

Ds Zandt bedankte Ds Smits voor liet gesproken slotwoord, alsmede voor de hem toegezongen zegenbede, welke hij zeer op prijs stelde en waardoor hij zeer getroffen was, en voorts de kiesvereniging te Utrecht, de politie en de directie en het personeel van „Tivoli" voor alle verrichte werkzaamheden, waardoor het mogelijk was, dat deze vergadering zulk een goed verloop had gehad.

Op verzoek van de voorzitter eindigde daarop Ds Smits met gebed, nadat nog gezongen was Psalm 25 : 6, en sloot de voorzitter de vergadering.

En hiermede behoorde de Algemene Vergadering van 1954 weder tot het verleden.

Langzaam aan stroomden de grote zaal, de gaanderijen, het podium en de lange gang van het gebouw „Tivoli" leeg. Afgevaardigden en leden bevonden zich niet langer gescheiden, gelijk tijdens de vergadering het geval was, toen de afgevaardigden gereserveerde plaatsen innamen.

Met elkander gingen zij huiswaarts, napratend over de belevenissen van deze hoogtijdag, die wij in het leven der Partij niet gaarne zouden wallen missen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1954

De Banier | 8 Pagina's

De Algemene Vergadering der S.G.P.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1954

De Banier | 8 Pagina's