Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het processieverbod in de Haarlemse Gemeenteraad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het processieverbod in de Haarlemse Gemeenteraad

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het dagblad „Trouw" stond kort geleden het navolgende te lezen:

IN DE TOEKOMST PROCESSIES BIJ SINT BAVO IN HAARLEM?

B. en W. willen een „Kerkelijk Plein" instellen.

Burgemeester en Wethouders van Haarlem hebben de raad voorgesteld om — ter realisering van het uitbreidingsplan rondom de kathedrale basiliek St Bavo — met het bisdom Haarlem een zodanige regeling te treffen, dat kerkelijke plechtigheden op een plein vóór de kerk mogelijk worden. Tijdens langdurige onderhandelingen werd het B. en W. duidelijk, dat de r.k. kerk enige dagen per jaar op het plein ten Westen van de St Bavo plechtigheden wilde houden. Daar dit plein echter de bestemming heeft van een openbare weg en een plantsoen, zouden B. en W. in conflict komen met het Processieverbod, wanneer aan dit verlangen zonder meer tegemoet gekomen werd.

Men heeft er nu dit op gevonden, dat de gemeente Haarlem de grond, waarop dit plein met weg en plantsoen ligt, in eeuwigdurende erfpacht krijgt, waartegenover het bisdom gerechtigd zal zijn om dit plein twaalf dagen per jaar (waaronder Palmzondag en de driekruisdagen) voor alle verkeer af te sluiten, zodat de kerkelijke plechtigheden gehouden kunnen worden.

B. en W. delen de raad mee, dat, „enerzijds zo veel mogelijk wordt gehandeld in overeenstemming met de geest van het uitbreidingsplan, anderzijds wordt tegemoet gekomen aan het verlangen van de r.k. kerk". Hoewel het kerkelijk plein formeel de bestemming krijgt van particulier terrein, zal dit toch het grootste deel van het jaar voor openbaar verkeer beschikbaar zijn. Daarom stellen B. en W. ook voor het onderhoud en de aanleg van het een en ander voor rekening van de gemeente te doen komen.

Het kerkelijk plein zal bij deze figuur zonder bezwaar tijdens de afsluiting als „besloten plaats" kunnen worden aangemerkt, zodat het wetsartikel met betrekking tot het processieverbod er niet op van toepassing is, en er godsdienstoefeningen, in welke vorm ook, gehouden kunnen worden, aldus B. en W. Het bisdom moet zelf voor de afsluiting (in de vorm van ijzeren kolommen met kettingen) zorgen.

Om het uitbreidingsplan uit te voeren zijn nog andere voorzieningen nodig. B. en W. stellen dan ook voor een grondruil aan te gaan, 25 % van de kosten van een afscheiding ten Zuiden van de kathedraal voor eigen rekening te nemen e.d. Het totaal kost de gemeente bijna ƒ 150.000.

ot zo ver het bericht uit het dagblad Trouw".

et voorstel van B. en W. is in de Haaremse raad met slechts één stem, die van en C.H., tegen, aangenomen.

it toont ons voor de zoveelste maal, dat ele Protestanten al op een zeer jammerijke wijze allerlichtvaardigst met de proestantse beginselen en belangen ompringen, ja deze totaal door hen uit het og verloren en verwaarloosd worden in enig openbaar college. Dat is het geal niet alleen met de leden van de .v.d.A. en van de V.V.D., maar ook it die van de A.R.P., en ook maar al te dikwerf met die van de C.H.U. Bij hen zijn de Protestantse beginselen en belangen waarlijk niet veilig.

En dit heeft nog zo veel te meer te zesgen ten opzichte van de A.R.P. en de C.H.U., in welker programma's nadrukkelijk verklaard wordt, dat hun partijen het Protestants karakter van onze natie wensen gehandhaafd te zien. Helaas geeft de praktijk ons maar al te veel keer op keer weer te zien, dat hun vertegenwoordigers in de openbare colleges ontrouw zijn aan hun eigen program en er ter wille van Rome maling aan hebben. Veel liever dan van Rome een zuur gezicht te zien te krijgen en bij haar in ongenade te vallen, vertrappen deze vertegenwoordigers hun eigen program met hun voeten.

Het Haarlemse geval staat niet op zichzelf. Bij voortduring kunnen wij waarnemen, om van de andere partijen nu maar niet te spreken, dat de A.R. en C.H. in flagrante strijd met hun eigen program Rome allerlei hand-en spandiensten bewijzen, waardoor het Piotestantse karakter van onze natie ernstig wordt aangerand, zelfs zó, dat het hoe langer hoe meer teloor gaat.

Ook in Haarlem was dat alzo en niet anders; aldaar toch was een Protestants beginsel van de eerste orde in de raad in het geding. De Protestanten hebb? n immers in alle landen met eenparig gevoelen Rome's mis scherp veroordeeld. De Heidelberger Catechismus heeft niet geschroomd haar als een vervloekte afgoderij te veroordelen.

Deze wordt straks weer buiten Rome's kerkgebouw in Haarlem gecelebreerd. Daar wordt de hostie bij de te houden processies in het openbaar vertoond, want al stellen B. en W. in hun raadsvoorstel het voor, dat dit in een „besloten plaats" zal plaats vinden, het is in werkelijkheid geen besloten plaats, want de plaats zal met kettingen afgesloten worden, zodat heel deze kerkelijke vertoning door het publiek buiten de zogenaamde afgesloten plaats op kortere of verdere afstand te zien zal zijn.

Ons is hier weder met wat er in Haarlem geschied is een nieuw bewijs geboden, dat Rome er rusteloos op uit is om ons volk te verroomsen, en dat zij niet eerder in haar ijver zal rusten, alvorens tot de laatste steen is afgebroken hetgeen onze voorouders ten koste van zovele offers aan goed en bloed hebben opgebouwd.

Stelt nu eens tegenover deze ijver van Rome de lauwheid en onverschilligheid van zo vele flauwhartige Protestanten, en de ontrouw van de A.R. en C.H. ten aanzien van hun eigen programma's, als zij deze bij herhaling, Rome ten believe, schenden.

Het is waar, dat, naar de dagbladen vermeld hebben, de centrale kerkeraad van de Hervormde Kerk te Haarlem, en dat zulks ook van andere zijde zal geschieden, een bezwaarschrift tegen het Haarlemse raadsbesluit bij de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland is ingediend, maar niet minder waar, dat er al veel eerder van die kerkeraad en al wie in Haarlem Protestant is, een krachtig protest had behoren uit te gaan alvorens deze aangelegenheid in Haarlems raad in behandeling kwam.

Tenslotte zij in deze nog opgemerkt, dat ook in andere gemeenten waakzaamheid geboden is, opdat daarin niet plaats vinde wat in Haarlem plaats gevonden heeft, waar naar ons gevoelen op een listige wijze het processieverbod ontdoken is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 1954

De Banier | 8 Pagina's

Het processieverbod in de Haarlemse Gemeenteraad

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 1954

De Banier | 8 Pagina's